Inlichtingen betreffende het Rijkshonigmerk.


Tot dusverre sloten zich talrijke groote en kleine bedrijven aan; we weten echter dat nog honderden iemkers van plan zijn zich op te geven, doch hiermede wachten, totdat er honig is. Dit is onjuist.
Men wachte niet tot het allerlaatste oogenblik. Als er dan te veel aanvragen op eens binnenkomen, moeten onvermijdelijk menschen wachten, totdat aan alle formaliteiten voldaan en de Rijksmerken zijn verzonden. Bovendien gaat het er niet alleen om de Rijksmerken te krijgen; de bedrijven komen onder zekere contrôle te staan.

De normale gang van zaken moet dus zoo zijn, dat een bedrijf zich onder contrôle stelt en dan de onder het toezicht gewonnen honig voorziet van het Rijksmerk. De gang van zaken mag niet zoo zijn, dat men zich voorloopig niet opgeeft, doch wacht tot er honig is gewonnen en dat men zich dan terwille van de reeds gewonnen honig als aangeslotene aanmeldt.
Men sluite zich dus aan voordat de honig gewonne wordt.
Wie van plan is zich aan te sluiten, zende onmiddellijk een briefkaartje aan het Nederlandsch Honigcontrôlestation te Enschedé met de woorden: „Ondergeteekende wenscht te worden aangesloten bij het Nederlandsch Honigcontrôlestation."
Het Honigcontrôlestation zendt U dan een formulier toe dat U kunt invullen en terugzenden; de aansluiting komt dan als het ware automatisch in orde.

De volgende vragen zijn door adspirant-aangeslotenen gesteld; wij laten de antwoorden die gegeven zijn en die voor meerderen nog van nut kunnen zijn, hier volgen:

Vraag 1. Hoeveel contributie of entrée betaalt een iemker die zich als aangeslotene opgeeft, nu eigenlijk?
Antwoord. Elke aangeslotene betaalt als entree één gulden, benevens 25 ct. voor een exemplaar der statuten. Bovendien moet de verklaring op zegel, die men ter onderteekening toegezonden krijgt, worden betaald (50 cent).
Deze onkosten, samen f 1,75, betaalt men voor één keer; de volgende jaren komen deze onkosten niet terug.

Vraag 2. Is voor een aangeslotene de aan- en verkoop van ruwe, uitgebroken honig en van honig in de korven geheel vrij.
Antwoord. Volgens art. 10 der Ministerieele beschikking mag een aangeslotene ruwe uitgebroken honig en honig in de korf vrijelijk verkoopen, zonder daarop het Rijksmerk aan te brengen. Hij mag bovendien volgens hetzelfde Artikel ruwen uitgebroken honig en honig in de korf bijkoopen van niet aangeslotenen, (natuurlijk ook van aangeslotenen) indien hij redelijkerwijs kan aannemen dat de zich daarin bevindende honig uit deugdelijken Nederlandschen honig bestaat. De aan- en verkoop van ruwen uitgebroken honig en van korfhonig is dus voor de aangeslotenen geheel vrij; echter moet de aangeslotene bij aankoop van ruwen uitgebroken honig en van korfhonig, die hij verwerkt tot pershonig, aan het Honigcontrôlestation minstens 7 dagen van te voren opgave doen van den datum, waarop de verwerking zal plaats hebben.

Vraag 3. Mag een aangeslotene slinger- en pershonig bijkoopen van anderen?
Antwoord. Een aangeslotene mag slinger- en pershonig bijkoopen van andere aangeslotenen, welke bijgekochte honig dus al voorzien is van het R.M. Bijvoorbeeld. De aangeslotene A koopt van een andere aangeslotene 3 bussen met ieder 30 K.G. slingerhonig en op welke bussen dus reeds Rijksmerken (waarschijnlijk op iedere bus 3 van 10 S) zijn aangebracht.
Hij haalt die Rijksmerken er af en noteert de nummers; hij verpakt nu deze honig in 180 ponds-potjes en voorziet deze potjes van de Rijksmerken die hij zelf heeft aangevraagd; elk ponds-potje krijgt een Rijksmerk ½ S.
Een aangeslotene mag geen slinger-, lek- en pershonig noch maagdelijke raathonig bijkoopen van niet-aangestotenen.

De antwoorden op meerdere andere gestelde vragen volgen in het volgende nummer.

Geeft U op voor het Rijkshonigmerk
Doe het zonder uitstel


De secretaris der Ver. Nederlandsch Honigcontrôlestation, A. MINDERHOUD.
De directeur van het Nederlandsch Honigcontrôlestation, H.W. DE BOER.