ONZE ACHTSTE NEDERLANDSCHE IMKERSDAG
IN DE ROTTERDAMSCHE DIERGAARDE.


Het is een gelukkig oogenblik geweest, toen het bestuur van onze Rotterdamsche Afdeeling voorstelde om de achtste Nederlandsche Imkersdag in Rotterdam te houden. En wie denkt dan niet in de eerste plaats aan de Rotterdamsche Diergaarde?
Prachtige ruime vergaderzalen voor groote en zeer groote gezelschappen, een wandelpark om van te watertanden, waterpartijen, plantenkassen en dan niet in de laatste plaats een verzameling van dieren uit alle deelen der wereld.

Dank zij de welwillendheid van de Directie zijn wij in de gelegenheid enkele kiekjes op te nemen in dit en het Augustusnummer van dit heerlijke park, maar deze geven in geenen deele een volledig overzicht van wat er te zien en te beleven valt.
Nu ik, terwijl ik bezig ben dit artikel te schrijven, nog even de door Dr. K. Kuiper samengestelde geïllustreerde Wandelgids van de Rotterdamsche Diergaarde doorblader, bekruipt me de lust, om alles wat daarin te lezen en te zien valt aan U allen mede te deelen, doch daar is geen denken aan, daar deze gids niet minder dan 94 pagina's beslaat ter grootte van ons Groentje en bovendien nog voorzien is van een plattegrond.
Als ik deze gids in zijn geheel hier zou kunnen overnemen, ik geloof, dat de belangstelling voor het bezoeken van onzen Imkersdag zóó groot werd, dat én de Afd. Rotterdam én het Hoofdbestuur er verlegen mede zouden worden en de Nederlandsche spoorwegen wel extra treinen zouden mogen laten loopen, om alle deelnemers(sters) behoorlijk Rotterdam binnen te loodsen. Gelukkig dus maar, dat de Gids zoo uitgebreid is, zoodat we er slechts enkele stukjes uit kunnen overnemen. De Gids zelf is het lezen meer dan waard en geeft U een idee, wat er al zoo te zien is. Hij is verkrijgbaar à 40 ct. aan de Diergaarde.

Wij ontleenen aan dezen Gids het volgende:
De Diergaarde werd opgericht in 1857 en behoort derhalve tot de oudste Europeesche Dierentuinen. Ze vond haar ontstaan uit het zgn. Spoortuintje, dat in 1855 door eenige particulieren, liefhebbers van dieren in gebruik werd genomen om er een verzameling hoenders en watervogels aan te leggen. Reeds in den aanvang van 1857 was door 638 oprichters-aandeelhouders daartoe een bedrag van ƒ 300.000 bijeengebracht, waarna op 27 Maart 1857 de constitueerende vergadering plaats vond. Na herhaaldelijke uitbreiding is het geheel door de stad ingesloten stuk grond nu ongeveer 13,5 H.A. groot.

Wij sommen nu nog even op, wat er al zoo te zien zal zijn. Recht vooruit bij den ingang, vindt men een breed wandelterrein, voorzien van de noodige banken, dat links begrensd wordt door een groot plantsoen, waaromheen een dertigtal ijzeren palen met bogen, die 's zomers de ara's en kakatoe's dragen, die door hun grootte, kleurenpracht en luidruchtig geschreeuw de algemeene aandacht trekken. Rechts vooraan vindt men ook nog eenige pagagaaienboogen. We zien dan al spoedig het apenhuis, waarin mensch-apen, t.w. orang-oetan, chimpanse's enz. Wie apen wil zien van allerlei grootte, die kan hier terecht!
In het roofdierengebouw vindt men behalve den Koning der Dieren, de leeuw, verder de tijger, de luipaard enz. En wie zou niet gaarne eens het olifantengebouw gaan bezichtigen, waar men die goedige lobbessen kan aantreffen en er kennis mede kan maken of . . . . hernieuwen?

Ook het kameelengebouw geeft ons heel wat schoons te zien. Kameelen en Drommedarissen (de eerste twee, de laatste éénbultig) noodigen ons uit er eens een ritje op te maken.
Vanzelfsprekend slaan we de steltloopersvolière niet over. Daar vinden we de Kraanvogels in soorten, reigers, ooievaars en ibissen. Een vijftal antilopenperken laat ons kennis maken met die snelvoetige dieren, terwijl de vossengalerij ons direct in kennis brengt met de slimme Reintjes. Het berendorp laat ons de ijsberen, bruine beren, gevlekte hyena's e d. zien.
Ook vertoeven we een oogenblik bij de zwijnenperken, om vervolgens langen tijd op te houden in de roofvogelsvolière, waar we behalve verschillende uilen ook valken en arenden aantreffen. Het zeeleeuwenbassin is een buitengewone attractie en het zou mij niets verwonderen, als die leuke grappenmakers het leeuwendeel van de belangstelling op zich vereenigd zagen en men later, sprekende over den achtsten steeds die wateracrobaten voor zich zag. Natuurlijk doen we ook het struisenperk aan, waar we die sierlijke vogels in hun doen en laten kunnen gadeslaan.

De struisen hebben gasten, nl. reuzen-kangoeroes, die we dus meteen kunnen bewonderen. Het reptielengebouw slaan we in geen geval over en we zien er van de meest onschuldige, tot de gevaarlijkste van die voor menigeen enge dieren. We noemen U hagedissen, schildpadden, krokodillen, alligators, boa's, kameleon's, enfin, ga zelf maar eens zien, dan kunnen we er later nog wel eens over praten. Ook brengen we een bezoek aan de wolvenkooi. De rots met uitzichttoren wordt niet overgeslagen. We zien daar de gems, lama, tapir en nog heel wat meer. Ook het hertenkamp is het bezien waard, evenals de pijpvijver met zijn ganzen, eenden, zwanen enz. Ook de oude vijver wordt niet vergeten evenmin als het flamingoverblijf. Zouden we de pelikaanvijver overslaan, of de ravenkooi, of misschien de perken voor kleine zoogdieren, of de kraaienvolière of de pauwenvolière, of wellicht het hertengebouw, of het zebragebouw, de antilopenperken, de vinkenkooi, of het vogelhuis? Immers neen!
Wat dit laatste betreft, voor liefhebbers van vogels is hier heel wat te zien en te genieten. Het rundergebouw zal menigeen langer doen vertoeven, dan hij feitelijk van plan was, terwijl de kraagdierenperken ook wel bezocht zullen worden, evenals de fazantenvolière en het kasuarisgebouwtje. Het stekelvarkenperk doen we ook aan en, in het gebouw voor kleine roofdieren met zijn bunzings, marters, buidelratten, waschbeertjes e.d. zullen we ongetwijfeld eenigen tijd vertoeven.

Meen echter niet, dat we er alleen dieren zullen zien. De plantenweelde is er niet minder fraai, dan het dierenrijk en wie er alleen zou komen om de verschillende planten te bezichtigen, zou reeds een dag heerlijk kunnen genieten. Zoo vertoeven we in het alpinum met zijn alpenroos, edelweisz enz.

Niemand verzuime de victoriaserre te bezoeken, Het groote plantenhuis houdt ons langen tijd vast en wij doen er heel wat kennis van planten op. Niemand verwacht van mij, dat een meer uitvoerige beschrijving wordt gegeven, van wat er in de Diergaarde te zien zal zijn. Ik noemde U slechts hoofdzaken, om U te laten zien, dat buiten de interessante lezingen nog wat anders te genieten zal zijn. Bezoek aan Dierentuinen gedurende onze Imkersdagen zullen niet zoo veelvuldig voorkomen. Daarom maakt van deze buitengewone gelegenheid gebruik. Vormt clubjes van minstens 10 personen en laat onze achtste de kroon spannen. Er is plaats genoeg en gij zijt allen welkom en genieten zult ge zeker. Op dan allen naar Rotterdam.

Noteert 6 September als een dag waarop gij het er eens van neemt. U ontmoet dan oude kennissen, of knoopt nieuwe kennis aan. De diergaarde, waar we langen tijd in zullen kunnen vertoeven biedt voldoende gelegenheid om op ons gemak over onze bijtjes te praten, terwijl we tegelijkertijd een machtigen indruk krijgen van het groote in de natuur.

JOH.A. JOUSTRA.