NEDERLANDSCH HONIGCONTROLESTATION.
Inlichtingen voor particuliere en coöperatieve Zeemerijen.
De bij het Honigcontrôlestation aangesloten particuliere en coöperatieve Zeemerijen, welke pers- en of slingerhonig bereiden en deze in vaten verkoopen, moeten rekening houden met het volgende:
De honigvaten met 2 bodems mogen geen spongat hebben!
De vaten met 2 bodems (zonder spongat), welke gevuld worden met honig moeten na te zijn gevuld en gesloten, worden voorzien van een kruisband van ijzerdraad ter dikte van minstens 2 m.m.
De beide uiteinden van het kruisband worden verder met een loodje tegen een der bodems verzegeld, door middel van een plombeertang. Op de plombeertang moeten de letters, cijfers of namen zijn gegraveerd, waaronder de aangeslotene bij het Honigcontrôlestation is ingeschreven.
Deze cijfers, letters of namen komen dan natuurlijk op het loodje te staan. De aangeslotene die honig in vaten verkoopt, moet zich dus onder eenige letters of cijfers bij het Honigcontrôlestation laten inschrijven.
Om geen aangeslotenen onder dezelfde letters te krijgen, moet het Honigcontrôlestation deze letters waaronder men zich wil laten inschijven, eerst goedkeuren. In sommige gevallen doet het Honigcontrôlestation, indien vooruit blijkt, dat de aangeslotene honig in vaten verkoopt, uit zich zelf een voorstel aan den aangeslotene om zich onder bepaalde letters te doen inschrijven.
Aan den aangeslotene J. Heidebloem te Zeldenrust wordt b.v. voorgesteld zich aan te sluiten onder de letters J.H Z.; deze letters moeten dan op de plombeertang worden gegraveerd, die de aangeslotene moet aanschaffen.
De aanschaffing van een dergelijke plombeertang behoeft geen bezwaar te zijn. Men kan een behoorlijk plombeertangetje koopen voor ongev. ƒ 3.— terwijl het ingraveeren der letters bovendien nog ƒ 1.50 kost.
Coöperatieve Zeemerijen hebben soms de volgende kwesties op te lossen : Als de Coöp. Zeemerij zich aansluit, gelden de gewone verplichtingen voor aangeslotenen ook voor de leden der Coöp. Zeemerij.
Daar de aangeslotenen geen honig mogen afleveren zonder Rijksmerk, mogen ook de leden eener Coöp. Zeemerij geen honig afleveren zonder Rijksmerk.
Deze iemkers zijn echter in vele gevallen gewoon om een deel van hunnen honig niet te leveren aan de Zeemerij, doch deze in hunne omgeving te verkoopen.
In dit geval dan kan de Zeemerij voor hare leden ontheffing aanvragen van deze verplichting, aan den Directeur-Generaal van de Volksgezondheid (zie Art. 14 der „Voorschriften voor een Honigcontrôlestation".)
Als deze ontheffing verkregen wordt, behoeft bovenvermelde gewoonte van de leden om een deel van den honig in hunne omgeving rechtstreeks als consumptiehonig te verkoopen, geen bezwaar te zijn voor de Coöp. Zeemerij om zich aan te sluitten aan het Honigcontrôlestation.
De Secretaris der Ver. Nederlandschn Honigcontrôlestation, MINDERHOUD.
De Directeur van het Honigcontrôlestation, DE BOER.