CANADEESCHE BRIEVEN.

Van F. Buitenhof Jr., Beekeeper.

II.


GRISWOLD, 5 JULI '30. Een algemeen overzicht over de Bijenteelt in Manitoba.
De Zuidgrens van Manitoba is de negen en veertigste parallel. Ten Westen grenst het aan Sas-Katchewan, ten Noorden aan de groote Northwest Territories and Hudson's Bay, ten Oosten aan Ontario, ten Zuiden liggen aan de Noordgrens van de Ver. Staten Minnesota and North Dakota. Het heeft een oppervlakte van ruim 215.000 vierkante mijl. De bevolking volgens statistieken telt 647.000, welke meest wonen in een smalle strook in het Zuiden der provincie, waar liggen de vier en eenige steden Winnipeg, St. Bonniface, Brandon en Portage la Prairie.

Manitoba is meest één groot plein, welke eens was de bedding van een meer. De lange warme zomerdagen en korte nachten maken dat planten zich hier in ongelooflijk korten tijd kunnen ontwikkelen.
Volgens Aardrijkskundige geschriften begon de eerste farmer (landbouwer, nederzetter) rond te zien naar planten voor voedsel voor zijn vee en vond zulk een plant in Sweet clover. Deze groeit vlug en kan gewoonlijk tweemaal gesneden worden, hetgeen hier geschiedt met groote machines getrokken door zes of meer paarden of door tractor. Het is prima voedsel zoowel voor winter als zomer, terwijl men tevens constateerde, dat op land waar Sweet clover was geweest, betere granen groeiden en zoo werd de Sweet clover in een tijd van eenige jaren van onkruid veranderd in een zeer gewild product.
Het is een prachtig gezicht de honderden acres in Juli te zien bloeien in volle bloem, zijn heerlijke aroma uitstralende, welke men reeds op mijlen afstand kan ruiken.
Er zijn twee soorten of beter gezegd twee verschillende kleuren, de gele en witte Sweet clover. De gele bloeit veertien dagen eerder; dit jaar was het heel vroeg tengevolge van gunstige weergesteldheid n.l. eerste bloem 12 Juni. Beide kleuren geven zuivere witte honing, gelijk de Hollandsche klaver, welke hier ook groeit en ze dan ook noemen Dutch clover.

De Manitoba Sweet clover honing is zeer bekend om zijn prima kwaliteit. Tengevolge deze zeer honinggevende plant, ontwikkelde de bijenteelt zich hier dan ook spoedig en thans heeft Manitoba de grootste honingproductie van de Dominion, waarvan U het schetsje kan overtuigen. De waarde van de honingproductie in 1928 was in de prairie provincie's Manitoba, Sas-Katchewan en Alberta tot een waarde van $ 1.011.019, waarvan Manitoba aan de top staat met d. 866.159. Sas-Katchewan met d. 77.660 en Alberta met d. 67.200.

De Driebands Italiaansche Bij, (the Threebanded Italian Bees) ongeveer die, welke men in Holland wel noemt vosjes, doch de koningin is daar van kleiner soort, hebben hier de overhand (ofschoon hier ook zijn de Golden Bees (goudgele) wat denkelijk het soort is, dat U WelEd. Heer Joustra bedoelde en volgens U een fokproduct is van den overleden heer Wankler n.l. een variëteit van de Italaansche bij, welke hij noemde Goldbiene). Dan zijn er nog enkele Duitsche zwarte (heide) bijen en de laatste jaren zijn sommigen zeer enthousiast over de Carnolean Bees, zeggende, dat ze zekerder zijn te behandelen en beter overwinteren en secties beter beëindigen, dat ze betere werksters zijn en verzamelen als Italiaansche, niet uitvliegen, waar wel iets van waar is en weet persoonlijk (mijn collega n.l. heeft eenige zulke volken) dat ze zuiver wit werk maken en als geknipt zijn voor sectie honing, doch wij werken hoofdzakelijk op slingerhoning. Een klein gedeelte, denkelijk in 't heetst van gewin, met secties, doch weet verder ook dat ze zeer zwermlustig zijn hetgeen echter met onze methode is te temperen. Ik zal echter ter zijner tijd meer proeven nemen, ofschoon de ondervinding met de Italiaansche driebands niet slecht is, als men tenminste voor hoofddracht begint, reeds 4 à 5 hoog kasten heeft met 100 à 125 pond honing vergaard van diverse bloemen als paardebloem (dandelion) enz. Verder zijn er ook nog enkele IJmkers die de Caucasian Bees prefereeren. Ik hoop te zijner tijd over deze verschillende soorten meer te schrijven.

Duizenden packages (zwerm van twee pond) sommigen nemen drie pond (indien men begin Mei ontvangt is twee pond voldoende) worden in 't voorjaar van de Zuidelijke Staten geïmporteerd, zoowel voor uitbreiding als om eventueele winterverliezen te dekken. Sommige IJmkers hier, met honderden volken dooden ze in den herfst, slingeren alle honing en koopen packages in 't voorjaar. Wat het beste is zal blijken uit mijn volgende bedrijfswijze, daar wij zoowel packages als doorwinterde bees hebben.

Het eerste wat een IJmker in dit land te doen heeft in 't voorjaar teneinde gedurende hoofddracht van Juli, Aug. en sommige jaren begin Sept. honing te oogsten, is te zorgen voor voldoende voedsel en natuurlijk goede moer en vrij van ziekten, daar ze dan meer verbruiken als ze vergaren enz. (zie voorgaande brief).

Een van de eerste bloemen, welke op de Manitoba prairies bloeien is de crocus, welke pollen geeft. Andere vroege pollen gevende zijn: willow, poplar, elm en box elder, vooral de willow is van belang, daar ze juist pollen verschaft in den tijd als het meest gewenscht is.
Dan komt de dandelion (paardebloem) welke pollen en meesttijd ook honing verschaft, dit jaar zelfs heel veel, voor het eerst 19 Mei tot ± 15 Juni. Dan verschillende vruchtenbloemen welke honing en pollen verschaffen, waarvan ik de juiste benaming niet weet.
Sommige jaren kan het zijn, dat er gebrek aan honing is (half Mei half Juni) en moet volgens zeggen de fout van menige Manitoba IJmker zijn, dat er niet genoeg honing in kasten is om het over deze periode te brengen, zoodat er een gat in het broed komt, wat later niet meer voldoende is op te halen. Het beste is hier, het volk dan minstens 2 ramen met honing te geven, men moet steeds zorgen, dat er dan minstens 10 pond in iedere kast is.

Hoe het verschil in deze periode kan zijn hebben wij hier ook terdege ondervonden Daar onze bijen in omgeving Branden tot 100 pond vergaarden terwijl bij Griswold, (waar zeer weinig paardenbloemen enz. zijn en de grond lichter is) bijna gebrek aan honing hadden, doch gelijk vermeld, zorgden dat broed niet stil stond en thans nu hoofddracht (sweetclover) voor de deur staat in prima conditie zijn. Zij nog vermeld, dat men hier steeds met ramen honing werkt (voedert) daar honing hier niet duurder is dan suiker en ze hebben het immers zelf vergaard en honing is noodig voor het broed, ofschoon ik persoonlijk aan de suikervoedering, voor dit geval speciaal sterke volken met droge suiker (Duitsche methode, gelijk men bij mijn vader te Eerbeek kan zien) een zeer goede methode vind, daar bijen hierdoor zelf water moeten halen om het op te lossen en het dan ook een lust is te zien zoo ijverig als ze dan zijn, de voorkeur geef ,doch dan 1 raam honing en ter opflikkering geregelde (als geen dracht is) droge suiker te voederen, hetgeen ik denkelijk hier 't volgend jaar in practijk breng, temeer daar ze van droge suiker geen voorraad maken, doch zelf direct verwerken.

Zooals vermeld komt dan de hoofddracht (Sweetclover), welke na eenige weken haar hoogtepunt bereikt om dan langzaam af te zakken tot Sept. Hij kan tegen een nachtvorstje en sterft niet zoo gemakkelijk af. Tegen uiterlijk half Sept. zorgt men meesttijd dat honingkamers verwijderd zijn, opdat ze de honing die ze dan nog krijgen kunnen verzamelen in de broedkamers voor wintervoeder. Het meest van de in den herfst verzamelde honing hebben ze noodig voor den winter.

Indien ze buiten overwinteren, moet men ze gedurende de eerste of tweede week in October voorzien van verpakking, dus in winterrust zetten. Het is noodig dat elke kast dan vier à vijf ramen met honing heeft en het beste tevens nog 10 pond suikersiroop. Ze moeten genoeg hebben, niet om door den winter te komen, doch dat ze in 't voorjaar voorloopig ook nog voldoende hebben, dus ongeveer 35 pond per volk, terwijl men tevens zorgt voor voldoende reserve honing te bewaren voor 't voorjaar.

Volken, welke overwinteren in een kelder (gelijk de onze) kan men de eerste helft van November naar binnen brengen. De meeste bijen worden hier in een kelder overwinterd, zoowel onder een huis als buiten in een heuvel. Indien de kelder binnenshuis is krijgt men de beste resultaten als hij gemaakt is aan Oost- of Zuidzijde en niet tegen West of Noordermuren, men zal echter geen aardappelen of groenten in dezelfde kelder plaatsen waar de bijen zijn, daar dit slechte overwintering ten gevolge kan hebben en muffige ramen.
Indien men de bijen in de eerste helft van November naar binnen brengt, laat men het vlieggat in de meeste gevallen wijd open en zorgt tevens voor goede ventilatie. Het beste is kasten te plaatsen 4 à 6 duim van den grond op liggers en de kelder moet absoluut donker zijn. Geen goede temperatuur kan verkregen worden, als constructie van de kelder niet voldoende is, evenals aantal der volken enz. invloed heeft. De goede temperatuur is dan ook als de bijen volkomen rustig zijn en dan ± 45° F. zal zijn. Goed is ook de kasten niet te dicht aaneengesloten te plaatsen en b.v. handbreedte ruimte er tusschen. Ze worden echter 4 à 5 hoog geplaatst.

Gelijk vermeld worden ook verscheidene kelders buiten gebouwd (gelijk de onze) en de beste resultaten geven die gemaakt in een heuvel beschut tegen Wester- en Noorderwinden, de kelder zelf natuurlijk, stevig gebouwd. Aanbeveling verdient tevens de kelder te bedekken met een laag stroo en dan met een dikke laag aarde, verder gelijk boven vermeld.

Alvorens dit algemeen overzicht te beëindigen zij nog vermeld, dat hier geen zwermen worden gemaakt, doch speciaal werken op zwerm voorkomen door ze voldoende ruimte te geven, moercellen steeds te vernietigen enz. (met onze wisse afzak- en omhangmethode enz.) wat in mijn volgenden brief over bedrijfswijze omschreven staat en zwermen dan ook tot het minimum beperkt wordt, wij kregen van de 700 volken tot heden slechts 3 zwermen.