DE VLAG IN TOP.

(II)

Een principieele fout is het, dat de „aangeslotenen" financieel aansprakelijk kunnen worden gesteld voor den gang van zaken, doch op generlei wijze in de gelegenheid zijn, althans rechtstreeks, daarop eenigen invloed uit te oefenen. Ook doet het eenigszins vreemd aan in de Ministeriëele Beschikking betreffende de Voorschriften voor een Honingcontrôlestation een tweetal hoofdstukken aan te treffen, die volgens het opschrift handelen over de voorwaarden, waaraan de leden en aangeslotenen moeten voldoen en de bepalingen, welke de leden en aangeslotenen moeten in acht nemen, doch waarin geen enkel artikel voorkomt, hetwelk over de leden handelt. Deze hebben blijkbaar aan geen voorwaarden te voldoen en geen bepalingen in acht te nemen, tenzij er nog een nieuwe ministeriëele beschikking bij komt ter uitvoering van art. 5 van het Koninklijk besluit van 30 Sept '29. Eigenaardig is ook, dat in deze hoofdstukken een artikel voorkomt, dat in een ander hoofdstuk thuis hoort.

Zoo zouden wij verder kunnen gaan, maar met het doel voor oogen, nemen wij deze verschijnselen van geboorteweeën en kinderziekten gaarne mee, tot na tijd en wijle alle smetjes zijn verdwenen en wij de krachtige ontplooiïng van het Nederlandsch Honigcontrôlestation mogen aanschouwen.
Doch thans de vlag in top! Als alle iemkers, zeemerijen e a., die honing in den handel brengen, dit doen onder Nederlandsche vlag, dan zullen zij den handel en het publiek een product aanbieden, dat door zijn voortreffelijke eigenschappen zich zelf aanprijst, algemeene bekendheid verwerft en ongetwijfeld op waarde zal worden geschat. Met de hulp van het Honigcontrôlestation kunnen wij dat thans doen, zoodat ieder kan zien, wat de Nederlandsche bijenteelt presteert en welk kostelijk, nooit volprezen voedings- en genotmiddel door haar wordt gebracht.

De vlag in top! Wij vertrouwen, dat ook de handelaars weldra krachtig zullen medehelpen om haar te ontplooien in binnen- en buitenland, in stad en land, bij arm en rijk. Ons product moet zijn alouden roem herwinnen en een wijde vermaardheid verwerven, die het in de eerste plaats in ons eigen land toekomt.

De vlag in top! Wij behoeven ons niet te schamen voor onzen honing, noch onder valsche vlag te varen, wij allen wenschen onzen zuiveren bloemenhoning, het edelste wat onze flora ons kan bieden, hoog te houden; wij zullen hem verzegelen met den Nederlandschen Leeuw en de wapenspreuk, waarmede hij dan de wereld ingaat, zal ook op hem van toepassing zijn:

Je maintiendrai.
Onze honing zal zich handhaven!

H. VONK, Arnhem, 29 Juni 1930.


Naschrift.
Het moet beslist noodig worden geacht, dat de honing van een contrôlemerk wordt voorzien. Enkel een aanbeveling op het etiket, dat de honing van Nederlandsche afkomst is, welke aanbeveling dan mede op de Warenwet en het Honingbesluit steunt, heeft weinig overtuigende kracht. Het papier is zoo geduldig en het lijkt mij dan ook, nu wij in 't gelukkig bezit van de Honingcontrôle zijn, niet aan te bevelen en verwarring stichtend, nog een middel te gebruiken, dat thans heeft afgedaan. Het zou zijn: het paard achter den wagen spannen, om thans nog dit middel aan te prijzen, waarvan gebleken is, dat het zonder speciaal toezicht onvoldoende werkt.
Deze opmerking meende ik nog om bovenstaand artikel te moeten toevoegen naar aanleiding van het Maandpraatje in de Juli-aflevering van ons Maandschrift.
H. Vonk.