CANADEESCHE BRIEVEN.

Van F. Buitenhof Jr., Beekeeper.

III.
(vervolg van juli en sept. 1930)


Bedrijfswijze zwermvoorkomen, teneinde sterke volken te hebben tijdens
hoofddracht, met onze afzak- en omhangmethode.


Geachte lezeressen en lezers, ik zal thans een aanvang maken met een beschrijving te geven, hoe men hier in Manitoba (Canada) werkt om geen zwermen te krijgen, teneinde sterke volken te hebben tijdens de hoofddracht, opdat bijen dan in staat zijn honing te verzamelen bij tientallen, ja zelfs bij eenige honderden ponden. En hoe op sterkte te houden ? Hiervoor zal ik behandelen een 60-tal bijenvolken, die we op een 50 mijl vanaf ons Bijenpark hebben staan, op een prachtige uitgezochte plaats met voorzomer- zoowel als zomerdracht, en temeer daar hier volken op verschillende manieren ingewinterd staan. Volken die ingewinterd zijn in 2 broedkamers en reuzen sterk waren bij uitwintering zullen we A noemen. Een gedeelte ook op 2 kamers ingewinterde, doch niet zoo sterk van volk, noemen we B. Eenige gemaakte afleggers C, waar afgenomen D. Een gedeelte op 1 broedkamer ingewinterde E en tenslotte een stand van 50 volken F.

A. Reuze volken, ingewinterd op 2 broedkamers, ruim voorzien van honing.
Er zijn hier n.l. een 250 volken in dubbele broedkamers ingewinterd met even groote ramen, dus 2 broedkamers op elkaar geplaatst, op 20 prima uitgebouwde ramen, alleen uit werkbijcellen bestaande, allen reuzen volken met natuurlijk jonge koninginnen, voorzien van ruim wintervoer ± 35 pond (25 honing, 10 suiker) over welker inwintering ik later nog hoop terug te komen, daar volgens mijn opinie „de inwintering" het meesterstuk van den imker is.
Zij nog vermeld, dat ze op 20 ramen veel rustiger zitten en daar ze de voorkeur geven in de bovenste kamer te verblijven, zitten ze hooger en verbruiken aanmerkelijk minder en voorkomt daardoor vele ziekten. Ik reken een bijenjaar dan ook van inwintering tot inwintering, dus van Oct. tot Oct. en moet in dezen tijd de grondslag gelegd worden voor a.s. zomer om op een zoo groot mogelijke opbrengst van zijn bijen te kunnen rekenen.
Ik zal nu echter de verdere behandeling in den voorzomer geven en toonen hoe men het volk op sterkte krijgt enz.

Toen wij hier in April—Mei deze bijen inspecteerden konden wij constateeren, dat de meesten broed in de bovenste kamer hadden en kan men bijna als zeker aannemen als hier geen broed is, dat het volk moerloos is of iets dergelijks. Allen werden toen, gelijk eerder vermeld, op voeder, moer, ziekten enz. nagezien en geholpen of opgeruimd en verdere kleinigheden verricht, doch de eigenlijke werkzaamheden beginnen hier meest vanaf einde Mei en vervolgens den geheelen zomer.

Deze 250 volken werden 28 Mei en daarop volgende dagen bij prachtige zonneschijn weer grondig nagezien en konden we constateeren, schrik niet geachte collega's, dat de meesten reeds 13—15 ramen met broed hadden, mede tengevolge van het gunstige voorjaar. Hiervan waren meest 7 à 8 boven en 5 à 7 beneden. Wij zorgen nu dat beneden kwamen 9 broed + 1 honing en boven de rest 4 tot 6 broed, dus nu hebben we de afzakmethode. We plaatsten in bovenste kamer 2 leege uitgebouwde ramen tusschen broed en zoonoodig 1 honingraam aan den kant. Met het splitsen van het broed moet men echter voorzichtig zijn, doch door deze reuzen volken kan zulks thans, ofschoon de tijd daarvoor hier anders nog te vroeg is en daarmee niet eerder beginnen dan in de loop van Juni, gelijk zal blijken.

Deze reuzen volken welke thans tot 50.000 bijen tellen, waren door rook niet te verdrijven, doch indien men eenige handigheid in bijen heeft, wordt men ze wel baas, als men maar met vaste hand werkt en de bijenspreuk gebruikt „haast U langzaam" ofschoon de Amerikaansche is „Hurry up" doch temeer daar wij hier zelfstandig werken kan men gedurende de werkzaamheden met de bijen beter de bijenspreuk gebruiken en geloof in dit geval dan nog vlugger op te schieten, doch 700 kasten is geen kleinigheid.

Bij deze volken waren nu reeds verscheidene met open moercellen, voorzien van larven tot 7 dagen oud, welke wij natuurlijk allen vernietigden. Ofschoon ze nu weer eenige ruimte hebben, hebben we op deze (welke de moercellen hadden) toch de derde kamer (1e honingkamer) voorzien van dezelfde groote ramen, doch thans bij voorkeur met nieuwe uitgebouwde witte raat geplaatst, niet gescheiden door koninginnerooster of iets dergelijks, welke wij hier bij voorkeur niet gebruiken, daar zulks de bijen maar belemmert en indien U geachte collega's mijn volledige bedrijfswijze hebt gelezen, zal het U duidelijk zijn (tenminste voor hier) een goede methode is om veel honing te krijgen, mits goed toegepast en alleen ter verkrijging van slingerhoning.

Tengevolge van warme dagen 80° F., kregen de bijen deze laatste dagen nogal honing van dandelion (paardenbloem), welke bloem het eerst den 19 Mei een weinig honing en pollen gaf, hetgeen hier zeer vroeg is.

5 Juni. Allen weer grondig op moercellen nagezien en deze vernietigd. In de honingkamer was reeds veel honing ± 5 ramen geheel gevuld en de andere 5 gedeeltelijk. In de beide broedkamers van 14—16 broed en overal honing. Waar broed was uitgeloopen opnieuw belegd. Waar in broedkamer ramen geheel gevuld met honing waren, bracht ik deze in de honingkamer, daar soms van tusschen geschoven leege ramen, ook vol honing was en andere belegd en bij sommigen beiden belegd, in elk geval zorgde ik dat beneden bleven 9 ramen broed en splitste broed in 2e kamer opnieuw weer met 2, daar dit de kamer is om broed te splitsen, aangezien de koningin hier het liefst verblijft en de methode dan ook voorloopig is broed naar beneden brengen, dus afzakmethode en in de tweede kamer splitsen. De kant van onderste kamer is dan voorloopig voor oude honing. In de tweede kamer is nu tevens de plaats voor pollenraat. Deze kasten zien er dus ongeveer zoo uit:
No. 1. Broedkamer: H. Br. Br. Br. Br. Br. Br. Br. Br. Br.
No. 2. Broedkamer: P. Br. Br. Br. L. L. Br. Br. Br. W/H.
No. 3. Honingkamer: Honing, voor 2/3 gevuld
(H. is honing; Br. is broed; P. is pollen; L. is leege ramen en W/H is weinig honing).

13 Juni. Opnieuw nagezien op moercellen en vernietigd. Bij verscheidene kasten thans 3e kamer geheel gevuld met honing, hoofdzakelijk van de paardenbloem. Er is in deze kamer reeds ± 40 pond honing. Ik heb bij dezen de 4e kamer opgezet, of beter gezegd tusschen geschoven, doch zal mij nader verklaren. Ik neem de derde kamer met honing eraf en zet haar op deksel, na eerst nagezien te hebben of alles goed vol honing is en persé geen broed in is. Zie nu 2e kamer (broedkamer) na op moercellen, waarin de op 5 Juni tusschengeplaatste ramen nu prachtig belegd waren en ged. met honing gevuld en uitgeloopen broed meest weer belegd, of honing. De met honing gevulde ramen nam ik er uit en plaatste in de gereed gezette 4e kamer met leege uitgebouwde witte raten en eenige bruine broedramen, welke broedramen ik er uitnam. Zette 2e kamer zoolang op 3e kamer op het deksel, om onderste na te zien op moercellen, en mochten daar eventueel volle ramen met honing zijn, dan ook uitnemen en zorg dat deze kamer weer wordt 9 ramen met broed en plaatst hier thans de pollenraat, nu tweede kamer er weer op en opnieuw broed met 2 gesplitst. Hierop wordt nu de 4e kamer geplaatst, welke nu ook reeds gedeeltelijk met honing gevuld is, daar uitgenomen honing immers hierin geplaatst wordt, dus hebben we hier thans de omhangmethode. Nu de 3e kamer hier bovenop en klaar is het voor eenigen tijd; daar ze thans weer voldoende ruimte hebben, zoowel in broednest als voor honing. Deze kasten hebben thans reeds ± 14 ramen honing. Een schetsje ter verduidelijking.

Was:
No. 1. Broedkamer: H. Br. Br. Br. Br. Br. Br. Br. Br. Br.
No. 2. Broedkamer: P. Br. Br. Br. L. L. Br. Br. Br. W/H.
No. 3. Honingkamer: Honing, voor 2/3 gevuld.
Wordt nu ongeveer:
No. 1. Broedkamer: P. Br. Br. Br. Br. Br,Br. Br. Br. Br.
No. 2. Broedkamer: Br. Br. Br. Br. L. L. Br. Br. Br. Br.
No. 4. Honingkamer: L. L. L. H. H. H. H. L. L. L.
No. 3. Honingkamer: Honing.

De eerste sweet clover (klaversoort) (geel) begint te bloeien. Juni zet goed in met vele warme dagen, 80 tot 90° F. in de schaduw. Den 11 en 12 Juni waren echt Hollandsche regendagen, zoodat thans alles in de hoogte vliegt. Met paardenbloem is het spoedig afgeloopen.

20—21 Juni. Een gedeelte der 4e kamer gevuld en 5e tusschengeplaatst; dus weer geplaatst op de 2e en eventueele honing omhoog gebracht en broed gesplitst en de rest, op enkele na, op de 4e kamer geplaatst. Verscheidene hebben thans 15—19 broed en kasten vol met bijen en zijn nu dan ook in staat honing te vergaren, hetgeen ook noodig is, aangezien hoofddracht voor de deur staat en als men rekent dat van ei tot haalbij 5 weken duurt, zullen ze in 't heetst van gewin een leger van jonge drachtbijen hebben. Deze volken omvatten thans ongeveer een 70.000 bijen en de 19 ramen broed bevatten ± 19x4500 is laten we zeggen 85.000 jonge bijen voor 't heetst van gewin, daar n.l. deze prima broedramen kunnen bevatten minstens 4 à 5000 broedcellen en dan nog aantophoningcellen. Een prima uitgebouwde raat bestaat uit ± 6.800 cellen.

(Wordt vervolgd.)