INGEZONDEN.


Klopt dat?


In een Zwitsersch tijdschrift: Sweizerische Bienen-Zeifung, afl. 5 van Mei 1930, geeft de Heer Jul. Frei een overzicht van het grensverkeer in 1929 betreffende den invoer van honing in Zwitserland. Wij lezen daar o.m.:
De gemiddelde waarde van den ingevoerden honing bedroeg per netto, (in afgeronde getallen):
uit Oostenrijk . . . . . . 378 fr.
uit Duitschland . . . . . 349 fr.
uit Frankrijk . . . . . . . 308 fr.
uit Italië . . . . . . . . . 279 fr.
uit Hongarije . . . . . . 199 fr.
uit Centr. Amerika. . . 170 fr.
uit Rusland . . . . . . . 148 fr.
uit Jamaica. . . . . . . .146 fr.
uit Brazilië . . . . . . . .129 fr.
uit Ver. Staten . . . . .122 fr.
uit Cuba . . . . . . . . . 108 fr.
uit Chili . . . . . . . . . .106 fr.

In de welverzorgde reclame-brochure van Verkade's Fabrieken te Zaandam, getiteld: De leidende gedachte, welk geschrift hoog opgeeft van de kwaliteit der door haar gebruikte grondstoffen; stond het volgende vermeld:
„Uit alle oorden der wereld komen ze binnen (n.l. de grondstoffen): meel uit Amerika, honing uit Cuba, gember uit China en niet te vergeten de Hollandsche melk, boter en eieren: doch welke reis ze ook moeten maken, nooit wordt op den prijs bespaard, als dit eerste kwaliteit kan waarborgen".
Als wij nu deze twee aanhalingen aandachtig lezen en vergelijken, dan staan wij eenigzins onthutst. Aan den eenen kant de nuchtere cijfers van officieele statistieken, die den honing van Cuba bij de goedkoopste soorten rangschikken en aan de andere zijde het woord van een hoogstaande Firma, die een reputatie heeft op te houden en de loftrompet steekt over denzelfden honing.
Wie kan dit raadsel oplossen?

In elk geval is het maar gelukkig voor Verkade's Fabrieken (en ongelukkig voor de Nederlandsen iemkers), dat de Cubaansche honing voor het bedrijf van deze firma tot de zuiverste en beste grondstoffen behoort, die de strengste contrôle, ook van de microscopische lens, glansrijk doorstaan. En op den prijs is niet bespaard.
H. V.

.-.-.-.-.-.


Het vangen en kortwieken van koninginnen.

Gevolg gevend aan het verzoek van den Heer Oonk in het Juninummer van het Maandschrift voor Bijenteelt om de ervaring van anderen te mogen vernemen die in navolging van den Heer S. van Houten, arts te Groningen, hun koninginnen knipten met behulp van pincet en gebogen schaar (laatst genoemd instrument werd reeds lang door mij gebruikt) kan ik mededeelen dat een tiental koninginnen dezen zomer volgens de methode van den Heer v. H. door mij geknipt werden.
Verrassend is inderdaad het rustig blijven zitten der koninginnen zoodra zij met de pincet bij een vleugel gevat worden en men geen trekkende beweging maakt. In het voorkomen van elke beweging schuilt echter de groote moeilijkheid want het viel niet mee om de hand volkomen in rust te houden zelfs al had de pols een steunpunt.
Geen enkele maal had de behandeling het inballen van een koningin tot gevolg ook al was het verloop van het proces eens wat minder vlot.
C. SCHREUDER, De Rijp, 28 Nov. '30.

.-.-.-.-.-.

Doodshoofdvlinder

Een jaar of tien geleden vond ik onder een van mijn boogkorven een groot soort vlinder met een dik lijf, gelijkende op een nachtvlinder maar veel grooter. Daar ik het insect niet wist thuis te brengen was ik van plan er een deskundige over te raadplegen. Het bleef echter bij een plan en het insect raakte overstuur.
Nu ik echter dezen zomer weer een geheel onbeschadigd exemplaar vond gaf ik het insect mede aan een leerlinge van het gymnasium te Tiel. De leeraar in de plant-dierkunde dicteerde aan zijn leerlingen het volgende:
De vlinder heet Scheronta - abropos = Doodshoofdvlinder (zeer zeldzaam) en vliegt in zoele Mei nachten hier heen uit Zuid-Rusland om hier eieren te leggen op de aardappelplanten. Uit het ei komt een groene rups met 16 pooten — daarom een echte rups met een kromme punt: pijlstaart-rups.
In den grond vindt men later bij het aardappelrooien de groote bruine pop. Bijna alle poppen vriezen dood.
Vlinders zijn verzot op honing en kruipen daarom in de bijenkorven; worden door de bijen doodgestoken, en vallen naar beneden. Zij vergaan echter niet omdat alle insecten aan den buitenkant een onvernietigbaar pantser hebben van chitine, hetwelk echter bros is.
Daar de leeraar enkel in 't bezit was van een pop liet ik hem de vlinder behouden.
Misschien hebben onze leden ook wel eens dergelijke vlinders gevonden. In de 25 jaar dat ik imker was dit nu de 2e maal dat ik zoo'n exemplaar vond.
Met besten imkersgroet, J.W.G. DE VRIES, Suikerfabriek te Geldermalsen,

.-.-.-.-.-.

Bes-heesters.

Kerstmis en Nieuwjaar, twee stemmige feesten, waarvan ons de besheesters wel het voornaamste natuurmateriaal zullen bezorgen ter versiering onzer huiskamer. Maar niet alleen binnen, ook buiten in den tuin en in het park vinden wij ze dra in verschillende kleuren en vormen.
Zij boeien in dit jaargetijde het oog van den natuurvriend. Maar niet alleen uit een oogpunt van fraaiheid hebben we ze zoo graag. Men vindt er ook gedurende den bloei de beste honinggeefsters onder en gedurende den herfst en winter een heerlijke versnapering voor onze gevederde vrienden. Als voornaamste dezer heesters noemen we:
De hulst (Hese aquifolium) met roode bessen. De mistletoe of maretak (Viscum album) met witte bessen. De Cotoneasters of dwergmispels met roode bessen, voorname bijenplant. De sneeuwbes (Symphoricarpus racemosus) ook wel radijsboompje genoemd, tot laat in den winter met witte bessen uitstekende bijenplant, honingt ook in de schaduw. De lijsterbes (Sorbus) met roode bessen. De haag- en vuurdoorns (Crataegus). De berberissen met hunne meestal roode bessen worden in hun bloei flink bevlogen. De Kornoelje (Cornus mas) roode bessen. De Mahonia aquifolium met blauwe bessen.
Wie dus prijs stelt op natuurschoon ook in den herfst en winter, plante ze in den tuin, hij bevorderde er de bijenteelt door en voedere meteen onze gevleugelde vrienden.
C. DE JONG, Hoensbroek.