IS ONS LAND WEL EEN HONINGLAND ?


Als wij in boeken en tijdschriften lezen hoe in Amerika de honing als het ware uit de lucht valt ± 200 K. bos per kast soms minder soms ook meer, dan moet het daar toch wel een waar Eldorado voor de bijen zijn. Eén land waar ook den beginneling-imker reeds de honing in de hand valt. - Dan vragen wij ons af is ons land een honingland. - Dan zullen de meesten onzer imkers wel hoofdschuddend „neen" zeggen. Toch mogen we dit woord niet te snel uiten.

Maar . . . . . in ons land gaat het niet zoo van een leien dakje. Hier moet de imker zijne volken zoo weten te stellen, dat hij ondanks de niet altijd bevredigende weersomstandigheden, toch noch gunstige resultaten ziet te veroveren. Dat er kenners zijn, alhoewel niet met bosjes, die dit verstaan is van 't jaar ook weer bewezen ± 35 K.G per kast zomerhoning van dit jaar wie kan het zeggen? Als de meeste imkers weinig of geen honing hebben, zegt men maar vlug om zijn onkunde te dekken; 't was geen zomer. En zij dan? Maar mijn waarde lezer, als de zomerdracht komt, staan zij klaar met een wolkje haalbijen, niet de geheele zomerdrachtperiode, ongeveer zes weken is noodig neen drie, tot zelfs twee weken mooi weer is maar noodig, voor een flink gewicht honing en de oogst is al goed te noemen voor 't heele jaar. Hoe het gedaan wordt zegt men niet, meestal zijn ze door jaren ondervinding zoo wijs geworden.
Wel kunnen de meeste imkers hieruit gevolg trekken dat men maar niet te gauw bij de pakken moet gaan neerzitten en zeggen: 't geeft eenmaal niet meer honing; 't geeft wél meer honing, maar alléén voor den weldoordachten praktischen imker is ons land ook nog wel degelijk een honingland.

C. DE JONG, Hoensbroek.