INGEZONDEN.


Verspreid lid.

Er bestaat omtrent het „Verspreid-lid"maatschap een misverstand, dat door de Statuten in de hand gewerkt wordt. In Artikel 6 en daarvan de laatste zinsnede staat: Verspreide leden melden zich bij den Algemeenen Secretaris. Deze hebben geen stemrecht. U vindt de redactie niet bijster gelukkig? Neen, ik eigenlijk ook niet, maar dat doet er op het oogenblik minder toe. Dat komt trouwens wel terecht, als de Statuten eens herzien worden. In elk geval is het duidelijk, dat er verspreide leden kunnen zijn. Stel U voor, dat een lid eener Afdeeling ernstige bezwaren heeft tegen heerschende toestanden in die Afdeeling; uit die afdeeling treedt en als „verspreid-lid" blijft deel uitmaken van de Vereeniging. Als je hem zoudt zeggen: „Man, als je het doet, bega je zelfmoord!" zou hij denken, dat je idioot was en toch is het zoo. Laat mij een poging wagen U dit duidelijk te maken: U hebt volgens de letter van de Statuten het recht aan Uw zijde, als U verspreid lid wordt.

De Vereeniging telt 8000 leden. Al die 8000 leden hebben dat recht. Stel U eens voor, dat al die 8000 handelen zooals U! Dat kan toch, niet waar? Welnu, ze worden dus allemaal „verspreid lid"! Dan zijn we in den volgenden toestand gekomen: Correspondentschappen zijn er niet meer; afdeelingen evenmin; stemrecht is er ook vandoor. Het Hoofdbestuur zit nog en de Algemeene Secretaris is er misschien ook nog, misschien, want zijn baantje is door het persoonlijk contact, dat hij met 8000 „verspreide leden" moet onderhouden, vrijwel onmogelijk druk geworden. Niet lang echter hebben we nog een H.B., want straks treden een paar leden af, die niet kunnen herkozen worden of in wier vacatures niet kan worden voorzien, want „verspreide leden" hebben geen stemrecht! Het H.B. is er dus spoedig ook al niet meer en de Algemeene Secretaris kan het in die ongezelligheid niet uithouden en gaat ook. En nu het grappige van het geval is, dat er ook geen. . . . .verspreide leden meer zijn!

Was het dus „zelfmoord" of niet! Er behoorde in de Statuten dit te staan: Verspreide leden zijn zij, die in een plaats wonen, waar noch een correspondentschap, noch een afdeeling gevestigd is. En nu nòg iets: Verspreide leden hebben geen stemrecht. Weet U wel, dat dit het ergste is, wat men een lid onthouden kan ?! Dat juist bewijst, dat de Vereeniging — om haar bestaanswille — geen „verspreide leden" kan hebben! Ik hoop, dat ik duidelijk geweest ben.

Eén raad aan elk ontevreden lid: Laat Uw stem op de vergadering hooren! U hebt daar evenveel rechten, als wie ook! Ketter tegen misstanden, zoo luid als U wilt en zoo luid als U kunt! Maar vergeet één ding óók niet: U hebt evenveel . . . . plichten als wie ook! Ik hoop, dat ik ook hierin duidelijk geweest ben!

Drs. C. JANSEN, 's Gravenhage, April 1931.


Naschrift Redactie. De kwestie is al meermalen aan de orde geweest op Alg. en H.B.-verg., doch een oplossing is nog niet gevonden. Zeker is het Organisatorisch absoluut onjuist, indien in plaatsen waar een afdeeling gevestigd is, óók nog V. L. zijn, maar óók is het onjuist, indien afdeelingen leden aannemen, die zelfs in plaatsen wonen waar óók een afd. onzer Vereen. gevestigd is. Laten alle V. L. die zich bij eene afd. kunnen aansluiten dit doen, doch laten ook onze afd.-besturen leden, die in plaatsen wonen waar eene afd. gevestigd is die leden doorgeven. Dan is het in orde.
Verspreide leden kunnen geen stemrecht hebben, omdat de stemming eenvoudig niet hoofdelijk is, doch per afd. Wie moet voor de V. L. stemmen? De Redacteur, zooals vroeger? Maar dat is toch je reinste onzin?
RED.