Waarnemingsstations.


FEBRUARI 1931.

Soesterberg
(Privé-station). Een flinke winterzit voor onze bijtjes, tot heden kunnen we van een werkelijke reinigingsvlucht nog niet spreken. Sommige dagen vlogen wel eens enkele bijen, als de temperatuur wat zacht was en het zonnetje scheen, ja zelfs vlogen 22 Februari wel iets meer dan enkele bijen, maar tot een algemeene vlucht van alle volken van de stand is het tot heden niet gekomen. Ja als dit koude weer met afwisselend vorst, regen, hagel en sneeuw nog lang aanhoudt, is het gevaar voor roer lang niet denkbeeldig. De bijen die zoo af en toe vlogen, loosden tijdens hun vlucht reeds flinke bruine druppels en was het maar het beste niet te dicht bij de stal te komen. Als we goed nagaan is het anders voor deze kleine diertjes een heele prestatie de onverteerbare afvalstoffen gedurende nu reeds ruim 3½ maand in de einddarm op te hoopen. Die einddarm schijnt wel van zéér rekbaren aard te zijn.
Van broed-aanzet is m i. tot heden nog geen sprake, naar de broednesttemperatuur tenminste te rekenen. Het, zoo omstreeks Kerstmis, aan de leg gaan der koningin, wat men in handboeken leest en ook wel eens hoort vertellen, lijkt mij wel iets uit het rijk der fabelen. Trouwens ik heb reeds meerdere malen een volk op een zoele dag in Januari tot half Februari uiteen genomen, doch jaren achtereen heb ik nooit eitjes, laat staan broed, om dien tijd kunnen vinden.
Het voedselverbruik rechtvaardigt ook het aanzetten van broed niet. Verbruikt werd de eerste decade 200 gram, volgende decade eveneens 200 gram en de laatste nihil, totaal dus 400 gram. Per dag gemiddeld ± 14,3 gram; dus iets minder dan in Januari. (Vorig jaar 16 gram). Vanaf de inwintering is dus 1.250 K.G. gebruikt (1930 2 K.G.)
Hoogste temperatuur op 22 en 26 Febr. met 9° C, laagste op 6 Febr. met -2° C. Hoogste nachttemperatuur op 26 Febr. met 8° C., laagste op 7 en 8 Febr, met 9° C. onder nul. Op den dag daalde de thermometer 2 maal tot of onder het vriespunt, 's nachts 18 maal. Windrichting van Oost over Zuid naar West en weer terug naar Z. Bewolking: Zon 1, bewolkt 16, bedekt 11, totaal 28 dagen, waarvan 11 met regen, 4 mist, sneeuw 6 (2 dagen sneeuwdek) met totaal 96 m.M. regen.
Vochtigheid van 48 tot 97%.
Barometer van 738 tot 768 m.M.
Grootste regenval op 12 en 28 Febr. met elders 16 m M. per 24 uur.
Tenslotte broednesttemperatuur, hoogste maximum stand op 27 Febr. 11° laagste dito op 7 Febr. 4°, hoogste minimum op 12, 26 en 27 Febr. 8°, laagste dito op 7 en 9 Febr. met 2° C. Verloop van temperatuur, begin Febr. 8° C. 3 Febr. 9°, 7 Febr. 4°, 14 - 9°, 21 - 6½°, 22 - 8°, 24 – 7°, 26—27 - 11°, 28 - 9. Min. temp. 1 – 6½°, 3 - 8°, 8 - 2°, 12 - 8°, 15 – 6½°, 16 – 7°, 21 – 4½°, 27 – 8°, 28 – 7½°. Temperatuur glazen kast niet opgenomen.

FEBRUARI 1931.

Warnsveld
: - 0,250; - 0,250: — 0.500; totaal - 1.000 K.G.
Gemiddelde temperatuur 0.5° C., normaal 1.8° C. Gedurende 21 etmalen daalde het kwik onder het vriespunt. De vorst was meestal licht, behalve van 6—8 Febr. toen matige tot strenge vorst voorkwam. Een stand boven 10° C. werd nog met bereikt. Hoogste temperatuur 9.2° C. op 26, laagste 11,1° C. onder nul op den 7en.
Neerslag: Er viel 62.1 m.M. tegen 46.8 m.M. gemiddeld. Het was dus weer eens een natte Febr. In 1929 en 1930 kwamen maar 6 en 11 m.M, voor.
Bevolkingscijfer: 7.7, normaal 7.1. Heidere dagen 2, betrokken 15, gemiddeld 3 en 16.
Barometer 758.7 m.M., normaal 761.6 m.M, Het weer had de geheele maand een zeer veranderlijk karakter. Van 1—10 Febr. winterweer, meest droog met twee nachten strenge vorst -10° C. (7,8 Febr.), zoodat de schaatsenrijders in dezen winter toch nog kans kregen 1 à 2 dagen van het ijs te kunnen profiteeren. Daarna weeromslag, regenachtig, sneeuw- of hagelbuien, mist, ijzel, soms winderig, kortom het weer veranderde van 11 - 28 Febr. dagelijks.
Windverdeeling: N. 5, N.O. 10, O. 10, Z.O. 10, Z. 30, Z.W. 23, W. 5, N.W. 7, stilten 0 op 100 keer.
Vliegdagen 3, waarvan 2 zwak (19,27 Febr.) en 1 goed (22 Febr.) Hoewel op 22 Febr. de bijen vrij goed vlogen bij zwakken N.W. wind, gedeeltelijke bewolking, waardoor de vlucht nu eens sterker, dan weer minder werd, al naarmate de zon zich liet zien, of weer achter wolken schuil ging, kon het nog maar niet in deze maand tot een prachtige, goed doorgezette reinigingsvlucht komen. Trouwens de hoogste temperatuur was op 22 Febr. maar 5.9° C. doch de zon lokte naar buiten en de bijen hadden behoefte aan een vlucht. Een sneeuwdekje kwam op 3 dagen voor. Bij de vluchten op 19 en 22 Febr. lag er nog een weinig sneeuw.
Toestand der volken: Tengevolge van het ontbreken van een mooien vliegdag zijn bij de volken, die de hei bevlogen, de roerverschijnselen nog wat verder toegenomen en werden bij deze koloniën nogal wat doode bijen uitgedragen. De volken, die meer op suiker overwinteren, zitten rustiger en hebben minder doode bijen. Het vochtgehalte dezer maand was zeer hoog 89%. Hoe of de overwintering in dezen zeer vochtigen winter geweest is, kan nog niet goed beoordeeld worden, en zal eerst een zeer goede vliegdag moeten worden afgewacht.

MAART 1931.

Warnsveld
: - 0.750; - 1.400; - 0.900; totaal - 3.050 K.G.
Gemiddelde temperatuur 2.3° C., normaal 4.8° C. Hoogste stand 18.9° C. op 20, laagste zelfs 17.8° C. onder nul op 10 Maart. Deze laatste stand was een record voor Maart in Nederland. Gedurende 25 nachten kwam vorst voor tegen 14 normaal. Op 4 dagen (19-22 Maart) steeg de temperatuur boven 15° C., terwijl zij op 3 middagen (6, 8 en 9 Maart) onder het vriespunt bleef.
Neerslag maar 14.6 m.M. tegen 51.3 m M. gemiddeld. Sinds 1888 was alleen in 1929 de maand nog droger met 78 m.M. Neerslag viel op 12 dagen, waaronder 6 dagen waren met meer dan 1 m M.
Bevolkingscijfer slechts 4 tegen 98 normaal. Dit was de zonnigste Maart sinds 1888, welke tevoren waren 1892 en 1893 met 4.8. Heldere dagen zelfs 12 tegen 3 normaal, betrokken dagen 2 tegen 14 gemiddeld. Deze uitersten kwamen in Maart nog niet voor. Het grootste aantal heldere dagen is sinds 1888 geweest 10 in 1893; het kleinste aantal betrokken dagen 7 in 1892.
Barometer 761,7 m.M., gemiddeld 759,8 m.M. Het weer was van 1 - 17 Maart buitengewoon koud. De gemiddelde temperatuur was van 1 - 10 Maart niet minder dan 5.8° C. en van 11 - 20 Maart nog 2.3° C. onder normaal, van 19 - 23 Maart genoten wij van een vleugje prachtig lenteweer met middagtemperaturen meest boven 15° C. Van 20 - 25 was de maand vorstvrij. Daarna weer een sterke temperatuurterugslag met strenge nachtvorsten tot 5° C. onder nul. De maand kenmerkte zich verder door zeer veel zon, buitengewoon weinig neerslag en een gering vochtigheidspercentage der lucht, dat 70 bedroeg tegen 77 gemiddeld. Van 9 - 11 Maart kwam een sneeuwdek voor.
Windverdeeling N. 9, N.O. 18, O. 26, Z.O. 8, Z. 9, Z.W. 9, W. 8, N.W. 11, stilten 2 op 100 keer.
Vliegdagen 10, waaronder 2 zeer goed (19 - 20 Maart), 5 goed en 3 zwak. Van 1 - 17 beteekende de vlucht nog niets. De algemeene reinigingsvlucht kon pas op 19 Maart worden gehouden, temperatuur was toen 17.4° C., zonnig bij meest zwakken Z.O. wind. Op dezen dag liep het gewicht van het waarnemingsvolk 400 gram terug. Op 18 Maart kwam in dit voorjaar de temperatuur voor het eerst boven 10° C. sedert 29 November vorig jaar. Na 20 Maart waren er geen sterke vluchten meer.
Gewin: Op 20 Maart kwam het eerste stuifmeel binnen en daarna nam de inbreng van pollen geleidelijk toe.
Uitwintering: Hoewel de bijen van 22 Dec. tot 18 Maart geen vluchten van eenige beteekenis konden houden en roerverschijnselen in meerdere of mindere mate, bij volken die de hei bevlogen hadden, waren opgetreden, bleek bij de sterke vluchten op 19 en 20 Maart, dat nagenoeg alle volken flink in de bijen zaten en de volksterkte zeer mee viel.
Drachtplanten waren o.a. sneeuwklokjes, crocus. De weilanden hadden den ganschen winter nagenoeg hun groene kleur behouden, doch door het schrale, gure weer in begin Maart werden zij dor. Tegen 26 Maart begonnen zij weer te groenen, doch eind Maart was het weer wintersch koud en ging de groene tint weer verloren. Kortom de natuur is nog vrij achterlijk en laat mild lenteweer nog op zich wachten.