ONZE VEREENIGING 16.000 LEDEN !


Ik wed geachte lezer(es) dat Ge bij het lezen van dit opschrift Uwe oogen uitwrijft en Uwe ooren niet gelooven kunt . . . . 16.000 leden? Nu, laat ik U maar niet langer in spanning houden, we hebben dit aantal nog lang niet en we zijn al een paar jaar bezig om de helft te halen, welke helft we met een beetje goeden wil best bereiken kunnen.
Maar met niet veel meer goeden wil kunnen we ook wel de 16.000 leden bereiken en ik denk, dat dit niet eens zoo'n heel groote kunst is.

Als ieder zijn eigen buurman eens tot bijenhouder maakte, dan wordt hij wis en zeker ook lid onzer organisatie en het 16.000tal is bereikt. En welk een voordeel kan zoo'n imker-buurmanschap niet opleveren. Heeft U daar wel eens over nagedacht? Niet? Welnu dan zal ik U helpen denken en Ge zult zien, dat er voordeelen aanzitten.

Ten eerste bereikt ge dan het ideaal, n.l. een goede nabuurschap, welke altijd beter is, dan een verre vriend. Ge hebt eens een aanknoopingspunt en Uw buurman begint anders te staan tegenover Uwe bijtjes, dan wanneer Ge U in een geheimzinnigheid hult.
Dan . . . ge verkoopt hem wellicht een volkje . . . . tweede voordeel.
Ten derde kunt Ge U in den zwermtijd eens van huis begeven, want er woont een deskundige naast U, die evenveel belangstelling heeft voor Uwe, als voor zijne eigen bijtjes.
Ten vierde . . . o zalige slingertijd . . . . Ge behoeft Uw huisgenooten niet meer te smeeken U te helpen slingeren want Uw buurman staat U zeer gaarne bij.
Ten vijfde hij leert van U en later U weer van hem en Uw beider imkerij vaart er wel bij, want Ge wilt U door zoo'n nieuweling toch niet laten overtreffen.
Ten zesde, Ge leent elkanders tijdschriften en komt zoo beter op de hoogte en Uw kennis wordt heel wat vergroot.
Ten zevende . . . . Ge behoeft niet alléén meer naar de vergadering, lezing of practische les te gaan, want Uw buurman is óók imker en Ge gaat samen . . . . of . . . . Ge helpt elkander herinneren, dat er eene lezing, eene vergadering enz. is en daardoor worden deze beter bezocht.
Ten achtste . . . . een heel groot voordeel n.l. er zal geen sprake meer van zijn dat men Uwe contributie gaat verhoogen. Immers er komt dubbel zooveel geld in het laadje en de uitgaven zijn zeker niet dubbel zoo groot. Uw Maandschrift . . . . ach Heere . . . . ik watertand al om dat Orgaan eens te zien. Welk een keurig tijdschrift zouden we dan niet kunnen uitgeven en voor Uw zelfde contributie . . . . 16.000 leden . . . .!!!

Zullen we eens probeeren of we onze buurman (of vrouw) bewegen kunnen bijen te gaan houden, of al woont Hij of Zij maar in onze straat, of in onze buurt . . . . 16.000 leden . . . . Zouden we dat aantal niet kunnen bereiken? Neen? Als jongens zeiden we vroeger tegen elkaar dat „kan niet" allang dood was en waarde lezer(es) hij is zeker nog niet in het land der levenden teruggekeerd. Op dus naar de 16.000!

JOH.A. JOUSTRA.