DE NEGENDE NEDERLANDSCHE IMKERSDAG


Wie zijn knoopen nog zit te tellen (gaan of niet-gaan), wie zijn keus nog niet kan bepalen tusschen een tochtje naar Drente of ergens anders heen, kortom alle twijfelaars, stop !!! We gaan naar Drente en maken de Negende mede.

Om mezelf nog eens te overtuigen van Drente's schoonheid stapte ik voor dag en dauw op mijn motor en tufte Drente door. Dhr. Thiel was zoo vriendelijk om mij per auto de tocht, die gemaakt zal worden, verder te geleiden en het is een succesnummertje geworden, al was ik des avonds zoowat gaar, wat niet te verwonderen is als men bedenkt, dat ik met een uurtje pauze van des morgens 6 tot des avonds 5 in de benzinemonsters heb doorgebracht. Maar het heeft me niet berouwd en ik heb gezien, wat gij deelnemer(ster) den 5en September zult zien.

Want komen zult ge, daar ben ik zoo vast van overtuigd, dat ik niet eens meer verder behoef te vertellen van wat er te zien zal zijn, en ik heb er ook veel gehoord. Ik heb b.v. gehoord, dat de afdeeling Groningen zal trakteeren op koek (Grönneger kauk zeggen ze geloof ik) en toen ik dat hoorde (al kunnen ze mij persoonlijk met koek wel het land uit jagen) toen werd ik even stil van die groote saamhoorigheid, die groote wensch om toch vooral onze Imkersdagen te doen slagen om toch maar te willen medewerken aan de organisatie die ons allen zoo lief geworden is en waarvan ieder lid zich beijvert, om haar grooter en steviger te maken. Brave Groningers, en al schrijf ik misschien „kauk" niet volgens de regel der kunst, een eereplaatsje krijgen jullie toch in de analen van de geschiedenis van onze Imkersdagen.

De samenwerkende Drentsche afdeelingen - ik zal ze maar niet alle noemen - zorgen voor een heerlijke dag en hebben kosten noch moeite gespaard om hunne gasten koninklijk te ontvangen. Daar komt de oude Drentsche aard los . . . Wij kunnen het ook . . . en de menschen die den moed hadden om van dat onvruchtbare stukje heidegrond een moderne landbouwstaat te maken, die deinzen niet terug voor de moeilijkheden verbonden aan het organiseeren van een Imkersdag. Want dat slaat vast, dat het in elkaar zetten van zoo'n dag heel wat organisatorisch talent kost, veel durf, veel opoffering . . . . .veel teleurstelling. Vraag het den afdeelingen maar, die reeds zoo gelukkig zijn geweest de Imkersdagen voor te bereiden. Drente doet het, zooals zij zijn begonnen het schrale stukje grond te bewerken. Aanpakken,
volhouden, werken tot den avond valt, maar doorzetten en. . . . .ik heb het al begrepen, wij zullen genieten, wij zullen geen berouw hebben . . . . wij gààn naar Drente.
Maar . . . . het zal een lange dag worden en de langslapers blijven gerust maar thuis. Zij die gewend zijn des avonds nog een Kalverstraatje te maken of langs den boulevard te slenteren, kunnen we niet gebruiken, tenzij ze zich voornemen dit voor dien eenen dag eens te laten. Want het is 's morgens vroeg op en 's avonds laat naar bed. Wie niet vroeg kan opstaan, kan ook den avond tevoren komen, daar een gezellige ongedwongen begroetingsavond wordt gehouden, maar dat is nog niet alles in kannen en kruiken. Toch zullen zij 's morgens vroeg uit de veeren moeten, want op het programma staat gezamelijke wandeling in de vroege morgenuren door het schitterenda Asser Bosch. En we zullen Drentsche stoeten eten en hunnebedden zien en we zullen het nieuwe landbouwdorp Witteveen in volle glorie kunnen aanschouwen en we zullen nog veel meer.

Is het werkelijk wel noodig, dat ik alles ga vertellen? Neen immers. Ge weet wel, dat onze Imkersdagen 100% en meer geven dan hetgeen beloofd werd; welnu houdt U gereed, maak den 5en September vrij en vormt reeds nu clubjes, waardoor de reis gezelliger en de kosten geringer worden. Op naar Drente, het historisch stukje grond in het Noorden van ons land. Laat den Drentenaren zien, dat hun arbeid, óók voor onze Vereeniging, op prijs gesteld wordt. Geniet. . . . . .


JOH.A. JOUSTRA.