De uitslag is bekend en ieder imker zal voor zich kunnen uitmaken, of zijn liefhebberij hem in 1931 voordeel opgeleverd heeft. Bij velen valt dit best mede, sommigen zullen een bedenkelijk gezicht zetten.
In Drente zagen wij korven van 80 pond zwaar, elders zagen we volken, die moeite hadden om in het leven te blijven. Oorzaak?
Een imkersblik is scherp en we zagen op sommige standen gebrek aan zorg, onkunde.
Op andere standen de grootste zorgvuldigheid. Maar het ligt niet uitsluitend aan onkunde of onvoldoende zorg, óók de besten onder ons boeken wel eens misjaren.

De zorg voor het volgend jaar neemt nu ieder goed imker in beslag. Na het oogsten volgt het op voederen. De beste volken zijn uitgezocht en opgevoerd. Laat ze zwaar genoeg zijn en voeder in het begin niet te snel. Laat de bijtjes nog maar een broednestje maken; nu kan het nog wel en jonge bijtjes heeft het volk noodig.
Ruim na het voederen alles op, laat geen voederbakken den geheelen winter op de volken staan, waak voor tocht en vocht. Houdt de vlieggaten ruim open, doch waak er voor, dat muizen verre blijven.
Verzamel oude raat en smelt die op, of verkoop die b.v. aan afd. Handel.
Behandel Uw geoogsten honing goed. Sluit vaten, bussen, flacons goed af en als ge honing in den Handel brengt, zorg dan voor nette verpakking en Rijksmerk.

Overweeg eens, of ge wel voldoende met kennis van zaken geïmkerd hebt en zoo niet, tracht die kennis in den komenden winter te vergrooten. Heel wat wegen staan U daarvoor open.
Bijwonen van lezingen, volgen van cursussen, lezen van boeken en bezoek van vergaderingen en bijeenkomsten van imkers.
Uwe bijtjes zullen er U volgend jaar dankbaar voor zijn en ge zult dit stellig aan de opbrengst kunnen merken.

JOH.A. JOUSTRA.