Een donkere toekomst voor de bijen en imkers in Duitschland. Bijna in alle Duitsche bijentijdschriften treffen wij sombere voorspellingen voor de toekomst der Duitsche bijenteelt aan. De Duitsche imkers, die als Duitschers toch reeds zoo moeilijke tijden beleven, worden dit jaar wel zeer getroffen. Niet alleen is ook daar dit jaar de oogst zeer tegengevallen, maar bovendien wordt dit jaar aan de imkers geen accijnsvrije suiker meer verstrekt. „Accijnsvrije suiker is daar wèl voor diervoeding toegestaan, uitgezonderd voor de bijen". En dat in een land, waar 2 millioen bijenvolken jaarlijks voor ± 40 millioen R.M. aan honing verzamelen en de bestuiving der gewassen door het genoemde aantal volken van zoo groote waarde is. Vele volken zijn reeds den hongerdood gestorven en duizenden volken zullen in den a.s. winter den hongerdood moeten sterven, omdat bij den bovendien verhoogden suikeraccijns, het aan de imkers financieel onmogelijk wordt, hun volken te kunnen opvoeren.
In de „Praktischer Wegweiser" zegt Wilhelm, dat hij vast overtuigd is, dat dit jaar voor de Duitsche bijenteelt den ondergang beteekent en de handel in buitenlandschen honing in Duitschland weer zal floreeren. Dit is des te meer betreurenswaardig, omdat gebleken is, dat in 1930 niet slechts een stilstand, maar zelfs een belangrijke achteruitgang van invoer van buitenlandschen honing in Duitschland te constateeren viel.

(Pract. W.W. Sept. '31.) Van de honinginvoerende landen naar Duitschland staat
Cuba bovenaan met 12041 d. z.
de Ver. Staten v. Noord-Amerika met 11198 d.z.
Van de Europeesche Staten komt eerst Rusland met 4731 d. z.
Hongarije met 745 d.z.
en als derde Nederland met 226 d. z.*)
*) 1 d. z. = 100 K.G.

(Leipz. Bienen-Zeitung Sept. '31). De invoerprijzen zonder invoerrecht waren o.a. als volgt:
Voor honing uit Rusland 42 R. M, per 50 K.G.
Voor honing uit Ver. Staten 32 R. M, per 50 K.G.
Voor honing uit Cuba 27,1 R. M, per 50 K.G.
en het laagst voor honing uit de Dominikaansche Republiek 22.9 R. M, per 50 K.G.

.-.-.-.-.-.-.-.

(Leipziger Bienen-Zeitung Sept. '31)
Prof. Dr. Zander geeft hierin een beschrijving van de bijen gedurende den loop van het jaar, waarvan ik enkele regels aanhaal:
1) Begin September houdt de dracht meestal zeer spoedig op. De koningin vermindert het aantal der dagelijks gelegde eieren sterk en houdt gewoonlijk einde September geheel en al met het leggen op.
2) In den winter 1928/29 moesten de bijen het kot 4½ maand in de kot-blaas ophouden. Bij gering voedselgebruik gelukt hen dit ook zonder moeilijkheden. Ziekten, storingen enz. kunnen daarentegen aan de bijen hun wil over hun darm ontnemen en tot bevuiling in de woning aanleiding geven.
3) In het bijeninstituut te Erlangen bleek het gemiddelde voedselverbruik gedurende 5 jaar (1925-'29) tijdens den winter te zijn als volgt:
In October 790 Gram, November 500 Gram, December 790 Gram, Januari 800 Gram, Februari 1850 Gram en Maart 2800 Gram.
4) Bij 25° Celsius zouden 10.000 bijen (1 K.G.) 3541 c.M.3 koolzuur uitademen en bij 20° C. slechts 729 c.M.3

.-.-.-.-.-.-.-.

Honingschaafmachine (Neue Bienen-Zeitung Sept. '31) Gekristalliseerde en hard geworden honing laat zich door dit apparaat zonder uitsteken en zeer gemakkelijk verwerken en wel zóó, dat na de bewerking de mooie weeke en breiachtige honing direct in de flacons kan worden gedaan. De gevulde honingbus met hard geworden honing wordt onder het toestel geplaatst en hierop centraal bevestigd. Als bij een copieerpers wordt nu van boven gedraaid, waarin de honing in de flacons en de bussen kan worden overgedaan. Door deze behandeling wordt het lastige uitsteken en vloeibaarmaken van den honing, alsmede het afschuimen dus overbodig. De zoo verkregen fijne, nog gekristalliseerde honing lokt koopers en zij zullen geen vloeibaren honing meer wenschen.
Na het vloeibaar maken van den honing vertoonen de flacons dikwijls, niettegenstaande allerlei voorzorgen, nog het witte schuim aan den rand, wat onprettig aandoet.
Verder wordt nog opgemerkt, dat door vele imkers de honing met een stok wordt geroerd, waardoor hij een vetachtig aanzien krijgt. De samenstelling zou hierdoor eigenaardig worden beïnvloed. Door dit roeren zou de honing niet meer den gekristalliseerden vorm vertoonen, waardoor hij er op het oog zoo lekker uitziet. Geroerde honing zou meer geneigd zijn om water aan te trekken, omdat de kristallisatie gestoord is, vooral als hij niet goed droog staat.
Bovengenoemd apparaat kost 30 R. M. en is te koop bij: Schmidt's Imkerei, Rothenburg a. d. (Könnern-Land)
Opmerking: In tegenstelling met Duitschland wordt m.i. hier honing meer in vloeibaren toestand verkocht. Meer en meer schijnt men ook hier den gekristalliseerden honing te gaan waardeeren. Het genoemde apparaat geeft tijdbesparing en het product wordt er bij de bewerking niet minder op, omdat er geen verlies is aan diastatische fermenten.

.-.-.-.-.-.-.-.

(Leipziger Bienen-Zeitung Sept, '31)
Medegedeeld wordt, dat 1 Nov. aan de Landbouw-Hoogeschool te Hohenheim in Württemberg een Bijeninstituut voor onderzoek en onderwijs zal worden geopend. De leiding hiervan is opgedragen aan Dr. G.A. Rösch.

.-.-.-.-.-.-.-.

(Leipziger Bienen-Zeitung Sept. '31)
Dr. K. deelt hierin mede, waarom de buitenlandsche honing in de landen van herkomst niet gewild is.
Brazilië: In dit gebied werden de bijen vroeger vanuit Europa ingevoerd en hebben zich dan sterk vermeerderd. De honingoogst in het Braziliaansche oerwoud gaat, volgens de beschrijving van een geëmigreerde aldaar, ongeveer als volgt toe:
De geëmigreerde in het oerwoud van Uruguay, in dit geval met 20 bijenvolken in kasten, kan als regel honingslingeren, maar honingslingers niet aanschaffen, daar zij te duur zijn. Hij moet de honingraten dan uit de kasten breken; de raten worden dan in een bus gelegd en nu is het de taak van de familieleden, om deze raten uit te drukken. Dit uitdrukken gebeurt met de handen. De reinheid van de daarwonende persoon, alsmede van het gereedschap, is in het oerwoud natuurlijk maar tot op zekere hoogte mogelijk. Deze geëmigreerden hebben een moeilijk bestaan en de gereedschappen zijn tengevolge van de ververwijderde markten en de zeer hooge transportkosten buitengewoon duur. Het gevolg daarvan is, dat op alles wordt bespaard. Pakken, hemden, onderkleeding, schoenen, zeep, lucifers enz. zijn bijna niet te krijgen. Zakdoeken ontbreken geheel en handenwasschen is door gebrek aan zeep onvoldoende.

.-.-.-.-.-.-.-.

(Leipziger Bienen-Zeitung Sept. '31)
Achter-Indië. De Europeanen in Achter-Indië hebben weer een ander motief, waarom zij afkeerig zijn van den daar geoogsten honing. Religieuze gebruiken bij de Boeddhisten aldaar zijn hiervan de oorzaak. Toen de schrijver (Dr. K.) in Achter-Indië kwam, vroeg hij eens aan zijn medebewoners, waarom er nooit honing op tafel kwam. Hem werd daarop lachend geantwoord, dat dit door de Boeddhisten kwam. Dat zij gewoon zijn volgens de lange voorbereiding van de groote religieuze feesten der priester-verbranding, de dooden in honing te leggen, waardoor het vergaan van het lichaam niettegenstaande de groote tropische hitte wordt tegengegaan.
Deze gedachte was voor de Europeanen daar verschrikkelijk, om daar nu nog honing te kunnen aanraken.

G. VELDKAMP.