HOE WAS 1931 ?


Jaaroverzicht Waarnemingsstation Warnsveld.


Januari had een temperatuur, welke ongeveer met de normale overeenkwam. De vorst was van weinig beteekenis. Op den 25en kwam een zwakke vliegdag voor. Het volk verbruikte 0,95 K.G.

Februari bracht zeer veranderlijk weer. Van 1-10 was het meest droog winterweer met twee nachten onder - 10° C, daarna veranderde het weder dagelijks. De maandtemperatuur bleef 1,3° C. onder de normale waarde. De maand telde 1 goede en 2 zwakke vliegdagen, doch tot een goed doorgezette reinigingsvlucht kwam het niet.

De roerverschijnselen, die in Januari reeds bij enkele volken, welke de hei bevlogen, waren opgetreden, namen in deze maand verder toe. Het verbruik van het waarnemingsvolk bedroeg 1 K.G.

Maart was van 1 - 17 buitengewoon koud met een minimum van - 7,8° C. op den 10en, dat voor Maart een record in Nederland was. Van 1-10 Maart was de gemiddelde temperatuur niet minder dan 5,8° C. onder normaal en van 11-20 Maart nog 2,3° C. Van 19-23 Maart volgde prachtig lenteweer met middagtemperaturen boven 15° C. Na den 25en volgde weer een sterke temperatuurterugslag. De maandtemperatuur bleef 2,5° C. onder normaal. Van 1-17 Maart was er alleen een zwakke vliegdag op den 15en. De algemeene reinigingsvlucht had 19 Maart plaats bij 17,4° C, zonnig weer en meest zwakken Z.O. wind. De maand had 2 zeer goede, 5 goede en 3 zwakke vliegdagen. Op den 20en kwam het eerste stuifmeel binnen. Hoewel de bijen van 22 December tot 18 Maart geen vlucht van eenige beteekenis hadden gehouden en roerverschijnselen waren opgetreden, bleek bij de sterke uitvluchten op 19 en 20 Maart, dat nagenoeg alle volken goed in de bijen zaten, zoodat de volkssterkte zeer meeviel.

April was aan den kouden kant. Het maandgemiddelde bleef 0,5° C. onder normaal. Aaneengesloten mooie voorjaarsdagen kwamen niet voor. Door het gure weer is de natuur nog erg achterlijk en zijn er voor de bijen nog geen nektargevende bronnen; alleen de pollendracht neemt geleidelijk toe. De ontwikkeling der volken vindt langzaam voortgang. Er waren 22 vliegdagen, waarvan 4 zeer goed, 6 goed en 12 zwak. Het waarnemingsvolk teerde 4,45 K.G. in.

Mei was zacht en 1,5° C. boven normaal. Overvloedige regens, die op enkele dagen vielen, hebben in verband met de warmte zeer gunstig op den groei der planten gewerkt. De eerste toename vond op 8 Mei plaats. Door het goede gewin, dat hierop volgde, kwamen de koloniën krachtig tot ontwikkeling en werden zeer volksterk, zoodat de honingkamers geplaatst konden worden, waarin al vrij goed werd gebouwd. De eerste zwerm kwam op 23 Mei af, daarna nog enkele zwermen, doch de eigenlijke zwermtijd was van 5-15 Juni, omdat deze door het koude voorjaar vertraagd was. Er waren 29 vliegdagen, waaronder 13 zeer goede, 10 goede en 6 zwakke. Het waarnemingsvolk ging 6,55 K.G. in gewicht vooruit.

Juni was van 1-10 zeer veranderlijk meest koel met alleen op den 10en een stand boven 20° C, ongeschikt voor honinggewin. Van 11-20 Juni gunstiger weer, meer warmere dagen, af en toe nog een enkele regenbui. Van 21-30 Juni droog,
zonnig, warmer, doch de temperatuur schommelde vrij sterk, waardoor de nektar nogal eens weer uit de bloem was. De maandtemperatuur was 0,7° C. boven normaal. Doordat het niet al te heet was en de dracht niet sterk, had de zwermperiode een kalm verloop. De bevruchting der jonge moeren ging vrij voorspoedig en zeer voorspoedig in de laatste week van Juni, zoodat bijna alle volken in het laatst van Juni weer in het bezit eener bevruchte koningin waren. De koloniën zijn over het algemeen zeer sterk en er werd goed in de honingkamers gebouwd. Er waren 30 vliegdagen, waarvan 7 zeer goed, 15 goed en 8 zwak. Het waarnemingsvolk nam 5 45 K.G. in gewicht toe.

Juli had een overschot aan warmte van 0,1° C. Van 1-6 Juli was het warm en zonnig; het overige deel der maand was zeer veranderlijk met zware bewolking en vele dagen met temperaturen onder 20° C. Het honingde zeer goed van 1-6 Juli. Jammer, dat de regen er in den middag van den 6en een eind aan maakte. Van 1 tot en met 5 Juli was er een toename van 9,65 K.G. De grootste toename was 3,1 K.G. op 3 Juli. Na 14 Juli was hier voor de bijen niets meer te halen. Tijdens het mooie, droge weer van 20 Juni tot 6 Juli is het gewin goed tot zeer goed geweest. De netto toename was van 21 Juni tot 6 Juli 13,75 K.G. De volken zijn flink tot ontwikkeling gekomen. Het aantal vliegdagen was 28, waarvan 8 zeer goed, 11 goed en 9 zwak. De netto toename der maand was 5,6 K.G.

Augustus was in de eerste week zeer warm en groeizaam. Van 8-25 Aug. kwamen zware regens met koel weer voor. Na den 25en was het zonniger, droog, doch het bleef koel. De hei was prachtig ontwikkeld, doch door het koele, regenachtige weer was er weinig gewin. In de laatste dagen werd er wat beter gewonnen, doch in de honingkamers viel de oogst zeer tegen, zoodat het heidegewin hier slecht genoemd kon worden. Er waren 26 vliegdagen, hiervan waren 8 zeer goed, 13 goed, 5 zwak. Na 7 Aug. zijn, behalve op 28 en 29 Aug., geen vliegdagen van veel beteekenis voorgekomen. Het waarnemingsvolk ging thuis 2,95 K.G. in gewicht achteruit.

September was koud en 2,4° C. onder normaal. Slechts op 5 middagen kwamen standen boven 20° C. voor, terwijl op 8 dagen de middagtemperatuur onder de 15° C. bleef. Het aantal N.W. winden was zeer groot n.l. 41% tegen 6% normaal. Na den 7en nam de regenval sterk af. Midden September kwamen de bijen terug van de hei met het resultaat, dat hierboven werd vermeld. Er waren 26 vliegdagen, waarvan maar twee zeer goed, 12 goed en 12 zwak. Van 1-20 Sept. ging het waarnemingsvolk 4 K.G. in gewicht terug. Na 20 Sept. werd met de najaarsvoedering een begin gemaakt.

October bleef 0,9° C. onder normaal. Alleen op 6 Oct. werd een stand boven 20° C. waargenomen, terwijl op 11 middagen temperaturen onder 10° C. voorkwamen. Vooral van 21-31 Oct. was het zeer guur. Deze periode was 4,1° C. onder normaal; de eerste helft der maand was zacht. Van 1-13 Oct. was de vlucht goed. Het aantal vliegdagen was 14, waarvan 4 zeer goed, 6 goed en 4 zwak. De suikervoedering was 10 Oct. beëindigd en had onder vrij gunstige weersomstandigheden plaats. Het waarnemingsvolk verbruikte 1,85 K.G.

November was een zachte maand en 2° C. boven normaal; de eerste helft was zeer zacht. In de eerste week vlogen de bijen nog vrij druk. Het aantal vliegdagen bedroeg 6, waarvan 1 zeer goed, 1 goed en 4 zwak. Vooral op 2 Nov. hielden de bijen een prachtige uitvlucht. Dit was de eerste sterke vlucht na 12 October. Na 9 Nov. kwamen in deze maand geen vliegdagen meer voor. Af en toe kwam nog stuifmeel binnen; de laatste pollen werden 9 Nov. gehaald. Het verbruik van het waarnemingsvolk was 0,9 K.G.

December bracht over 't algemeen bestendig weer. In de eerste helft was het 't zachtst. De gemiddelde temperatuur was 0,1° C. boven de normale. Op den 4en hielden de bijen bij 14,4° C. een goede vlucht. Er was echter nogal vrij veel wind. Alle volken namen in meerdere of mindere mate aan deze uitvlucht deel. Verder gaf de maand nog 2 zwakke vliegdagen op 5 en 27 Dec. Het waarnemingsvolk verbruikte 0,6 K.G.

A. OONK.