HERINNERINGEN AAN DE EERSTE HONINGMARKT TE ZEIST.


Zooals bekend werd op 6 en 7 November j.l. te Zeist de eerste honingmarkt gehouden, waarover wij dan ook reeds in een vorige aflevering van dit Maandschrift het een en ander hebben medegedeeld. Thans schiet mij een heel eigenaardig voorval op die honingmarkt in de herinnering, dat ik meen niet aan de lezers van het Groentje te mogen onthouden, omdat het ongetwijfeld bij nader inzien veel te denken geeft en er ook tevens een leering uit te putten valt, die wij allen, naar mij wil voorkomen, met groote aandacht tot ons moeten nemen, om het noodige nut er uit te kunnen trekken.

Op die bewuste honingmarkt toch kwam op een gegeven oogenblik zich een heer als het ware beklagen, dat hij op alle stands nu niets anders dan zuivere Nederlandsche honing uitgestald zag, terwijl hij juist ter markt was gekomen om nu eens geen Nederlandsche maar beslist buitenlandsche honing te proeven. Zooals hij zeide, had hij letterlijk zijn heele leven lang niet anders dan Nederlandschen honing gegeten en daar begon hij, om de waarheid te zeggen, nu eigenlijk wel wat heel erg van te walgen. Op deze honingmarkt had hij gehoopt nu eens iets anders, nml. buitenlandschen honing te kunnen koopen en daarom vroeg hij den bezitter van dien stand om raad.

Deze was natuurlijk bereid dien persoon naar beste weten in te lichten en wees hem door het raam van de marktzaal naar een groote kruidenierszaak, daarbij zeggende: "Als U werkelijk buitenlandschen honing wilt koopen, dan raad ik U beslist aan daar dien winkel in te gaan en om een potje honing te vragen en als U dan verder door loopt in de richting van het station, dan vindt U aan Uw linkerhand eveneens een kruidenier, die U aan buitenlandschen honing kan helpen. Wij verkoopen hier niets anders dan Nederlandschen honing en nog wel alleen dien, welke voorzien is van het Rijkshoningmerk, als waarborg voor de zuiverheid en volwaardigheid van dien honing".

Verwonderd keek de aangesprokene den standhouder aan. Hoe was het mogelijk, dat de honing, die daar in die winkels verkocht werd buitenlandsche honing was en op de potjes stonden toch niet anders dan namen van Hollandsche firma's met Hollandsche plaatsnamen Was dat werkelijk dan geen Hollandsche honing, dien zij onder die Hollandsche merken verkochten? De standhouder antwoordde ontkennend en voegde er aan toe, dat het hem voorkwam, dat hij tot nu toe nooit Hollandschen honing had gegeten en bood hem aan eens een proefje te nemen van een der honingsoorten onder Rijksmerk, die hij op zijn stand had. Dit werd gedaan en de proever was er over uit, welk een groot verschil deze honing opleverde met dien, welken hij tot nog toe had gegeten. Het gevolg was, dat hij een potje kocht en voor honing onder Rijksmerk gewonnen was.

Het wil mij voorkomen, dat dit voorval boekdeelen spreekt. Maar op de flacons, die voor het meerendeel tot nog toe in de winkels te koop worden aangeboden, geenszins het land van herkomst vermeld slaat doch wel de naam van een of anderen Nederlandschen handelaar in honing alsmede de naam van de plaats, waar deze handelaar woonachtig is, daar wordt bij het groote publiek de meening verwekt, dat de inhoud van die flacons van Nederlandsche herkomst is, terwijl een zeer groot deel van dien honing daarentegen uit het buitenland wordt ingevoerd.

Nu hebben wij zeer zeker in ons Rijksmerk een probaat middel om het groote publiek een waarborg te geven, dat het zuivere, volwaardige Nederlandsche honing verkrijgt, doch hoe gering is het percentage van dezen honing in vergelijking met dien, welke men doorgaans in de winkels aantreft.

Hieruit zijn minstens twee conclusies te trekken: 1e, er moet veel meer honing onder Rijksmerk onder het groote publiek gebracht worden en 2e, er moet veel meer propaganda voor het Rijksmerk gemaakt worden. Ten aanzien van deze twee conclusies valt op te merken, dat door de Ring Amersfoort en Omstreken gehouden honingmarkten een begin in dezen is gemaakt, dat ongetwijfeld succes heeft gehad, doch die honingmarkten moeten op veel ruimeren schaal gehouden worden in alle deelen van ons land en daarop moet niet anders dan honing onder Rijksmerk verkocht worden, tegen behoorlijken prijs, welke ongetwijfeld ook gaarne betaald zal worden, als het publiek maar volledig en juist terzake wordt ingelicht. Bovendien moet het aantal handelaren van honing onder Rijksmerk aanzienlijk uitgebreid worden en daarvoor is het ten zeerste noodzakelijk, dat veel meer van onze imkers zich bij het Ned. Honingcontrôlestation aansluiten, waartoe van die zijde op de meest rationeele wijze moet worden opgetreden door het houden van voordrachten voor de imkers alsook voor het groote publiek, zoo ook op tal van andere wijzen. De groote massa van het Nederlandsche volk moet ten krachtigste ervan doordrongen worden, dat door het nuttigen van alléén honing onder Rijksmerk de Nederlandsche bijenteelt en honingwinst niet alleen gebaat doch ook ten zeerste bevorderd wordt en dat het de plicht van het Nederlandsche volk is, vooral in tijden van groote malaise als thans, het Nederlandsche product de voorkeur te schenken boven het buitenlandsche.

Bovendien moet vanuit onze Vereeniging één groote drang ontstaan, om aan den verkoop van buitenlandschen honing onder Nederlandsch etiquet paal en perk te stellen, hiermede bedoel ik niet, dat het noodig is den invoer van dien honing stop te zetten, doch wel, dat door een verplichte vermelding van het land van herkomst het publiek weet, dat het buitenlandschen honing koopt, wenscht men dien honing te nuttigen, mij wel, doch men moet niet in den waan kunnen verkeeren zuiveren Nederlandschen honing te gebruiken, terwijl men niet anders dan buitenlandschen tot zich neemt. Wij willen het publiek geenszins dwingen Nederlandschen honing te gebruiken, wanneer het buitenlandschen prefereert, doch wij wenschen wèl, dat alle onzekerheid in dezen wordt opgeheven en dat volkomen klaren wijn wordt geschonken, opdat ons edel Nederlandsch product er niet door benadeeld worde.

En nu moge men wellicht zeggen: Laten de Nederlandsche imkers dan beginnen met zich allen aan te sluiten bij het Ned. Honigcontrôlestation, doch hoe goed dit ook zoude mogen wezen en hoe uiterst gewenscht eveneens, daarmede wordt het door mij gewraakte euvel nog geenszins opgeheven, zooals de practijk van de honingmarkt te Zeist ten duidelijkste heeft bewezen. Niemand meer dan ik zal het ten zeerste toejuichen, wanneer allen zich aansluiten bij genoemde instelling en bij voortduring zal ik dan ook trachten daaraan mijne krachten te wijden, doch wat kan de eenling, wanneer anderen hem daar niet met kracht in bijstaan en wanneer ook de instelling zelf niet alles doet, om dat groote doel te bereiken binnen den kortst mogelijken tijd, doch dat is geenszins voldoende.

Het is een dringende eisch des tijds, dat handelaren in buitenlandschen honing verplicht worden door een wettelijke bepaling, op de door hen in den handel gebrachten honing te vermelden, dat deze uit het buitenland is ingevoerd. Ook daar moet met kracht voor gewerkt worden: ieder welgeaard Nederlander behoort daar het zijne toe bij te dragen in het zuiverste belang van onze eigen bijenteelt. Vandaar dan ook, dat ik allen lezers van dit Groentje met klem toeroep: Wordt lid van het Ned. Honigcontrôlestation, wekt Uw vrienden en kennissen onder de imkers op, dat eveneens te doen en verheft daarbij tevens in Uwe afdeeling Uw stem, opdat het Bestuur krachtig medewerke om de poging, die thans door Afdeeling Amersfoort en Omstreken van onze Vereeniging wordt gedaan om een declaratiedwang op buitenlandschen honing te verkrijgen, te doen slagen!

Daar moet het heen! En als wij willen en niet bij de pakken blijven neerzitten en blijven jeremieeren over de ellendige tijden, die wij thans beleven op elk gebied, dan kan dat alles ook wel degelijk zeer goed tot stand komen. Daarom niet langer gedraald! Niet langer U door tal van flauwe, nietswaardige motieven laten misleiden, om bij dit streven achter te blijven. Neen!, als één man opgestaan en de hand aan den ploeg geslagen en voor het waarachtig belang van Uw eigen bijenteelt en honingwinst gestreden!

Dat het zoo moge wezen! Dat hoop ik van ganscher harte!
W.E. ASBEEK BRUSSE,
Lid van Afd. Amersfoort en Omstr.

N.B. Het is mij gebleken, dat sommigen onder declaratiedwang verstaan verhoogd invoerrecht. Dat is onjuist. Het beteekent, dat alle buitenlandschen honing slechts verkocht mag worden onder het etiquet Buitenlandschen honing.