Jaarverslag van den Secretaris over 1931.


Ontwikkeling der volken.

De overwintering kan goed genoemd worden; een enkele Afdeeling maakt melding van roerverschijnselen, zij het in lichten graad. De Generale reinigingsuitvlucht kon eerst laat gehouden worden wegens de zeer koude maand Maart. Niettegenstaande den langen winterzit der bijen, winterden zij zeer goed uit. Overigens was het voorjaar tamelijk guur, zoodat eerst in Mei de volken tot flinke ontwikkeling kwamen. Zomerhoning van beteekenis is slechts in sommige streken gewonnen De heide had zich buitengewoon schitterend ontwikkeld, doch de dracht hield slechts een dag of 5 aan, zoodat, enkele streken uitgezonderd, de heideoogst evenmin veel te beteekenen had, welke bovendien nog voor het meerendeel in de broedruimte werd opgelegd.

Onderwijs en middelen tot bevordering der bijenteelt.
Verschillende Afdeelingen maakten gebruik van de gelegenheid door de Regeering geboden, om het onderwijs in hunne Afdeelingen te bevorderen. Het is onbegrijpelijk, dat nog niet veel meer van deze gelegenheid gebruik wordt gemaakt en het onderwijs in verschillende Afdeelingen geheel verwaarloosd wordt. Men schijnt hoe langer hoe meer het nut te gaan inzien van het houden van praatavondjes, waar de toon ongedwongen is en vooral de jonge imkers veel nuttige kennis vergaren. Ook maken de verslagen melding van gemeenschappelijk stalbezoeken bezoek aan bijenstanden in andere streken en cursus korfvlechten.

Radiolezing.
Voor het eerst kon eene radiolezing worden uitgezonden, welke van onze Vereeniging uitging en door den Secretaris gehouden werd. Deze lezing werd uitgezonden door de V.A.R.A. Pogingen om door middel van de A.V.R.O. eene lezing te doen uitzenden faalden. Waar de lezing in den zomer gehouden moest worden werd het nuttig effect zeer bekort.

Markten.
Er werden verschillende bijen- en honingmarkten gehouden o.a. te Deventer Beilen, Vaassen, de Klomp, Amersfoort en Zeist. Alle markten konden succes boeken. De zwermmarkt te de Klomp had te lijden van de algemeene malaise zoodat men niet veel voor volken wilde besteden en de prijzen buitengewoon laag waren, (f 2,75-3,50) zelfs voor prima volken. De aanvoer was geringer dan gewoonlijk. De bijenmarkten te Amersfoort in het voorjaar kan als zeer goed geslaagd heeten. De aanvoer was bevredigend en boven verwachting, terwijl goede prijzen besteed werden. Ten aanzien van de honingmarkten te Amersfoort en Zeist kan medegedeeld worden dat deze in het teeken stonden van het rijksmerk. Honing zonder rijksmerk werd niet toegelaten. Het aantal bezoekers(sters) was op beide markten zeer goed; de verkoop bevredigend. Door dergelijke markten wordt het publiek gewonnen voor het Rijksmerk en ook de wederverkoopers (winkels) die het Rijksmerk voerden konden dit aan hun verkoop merken.

Rijksmerk.
Hoewel het aantal aansluitingen geleidelijk toeneemt, is het nog niet van dien aard, dat we tevreden kunnen zijn. Ongetwijfeld heeft daartoe veel bijgedragen het gemis aan een behoorlijk zomergewin, doch ook schijnen nog heel wat imkers-honingverkoopers het nut van het voeren van het Rijksmerk niet voldoende in te zien.

Diversen.
Het Amsterdamsche bijenpark had te kampen met moeilijkheden van buitenaf. Het schitterende bijenpark, eerst kort geleden verplaatst, moest nl. wederom worden verplaatst, omdat de eigenaar van een naastgelegen kweekerij beweerde schade van de bijen te hebben. Het resultaat van besprekingen is geweest, dat het bijenpark wel mocht blijven bestaan.....echter de bijenvolken verwijderd moesten worden.
Enkele afdeelingen in het Westen van het land maakten melding van een te verwachten verbod van bijenhouden met het oog op beweerde schade aan de komkomrnerteelt. De Rijksbijenteeltconculent L. van Giersbergen stelde een onderzoek in, dat echter nog voortgezet wordt.

Imkersdag.
Met bizondere vreugde maken wij melding van den schitterend geslaagden Imkersdag in Drente. Waren de verwachtingen aanvankelijk niet hoog gespannen, wat de deelname betreft, Drente heeft bewezen, dat ook in het Noorden van ons land buitengewoon groot animo bestaat voor deze dagen. Niet minder dan 900 deelnemers (steis) namen aan dien dag deel en de organisatie was van dien aard, dat alles vlot en keurig verliep. Moeite noch kosten waren gespaard, om het den deelnemers aangenaam te maken. Waar op slechts een 100-tal deelnemers gerekend was, spreekt het vanzelf dat de kosten vrij hoog werden en belangrijk stegen boven het op de begrooting toegestane bedrag. Het Hoofdbestuur bepaalde echter, dat het restant uit het reservefonds zou worden betaald. Waar de afrekening nog niet geheel heeft plaats gehad, kan over de totale kosten nog niets worden medegedeeld.

Examen.
Voor dit examen slaagden de heeren B.H. Lammerink te Enschede, en A. van Someren te Velp (Gld.) Afgewezen werden 2 candidaten terwijl 1 zich terugtrok. Het examen werd te Wageningen afgenomen op 2, 3 en 9 Juni en de examencommissie bestond uit de heeren: Dr. Ir. A. Minderhoud, L. van Giersbergen, S. Frankenhuis, R. ter Brugge en Joh. A. Joustra.

Waarnemingsstations.
Het officieele waarnemingsstation bleef te Warnsveld gevestigd en het privéstation te Soesterberg, van beide stations werd geregeld een verslag in het Maandschrift opgenomen.

Maandschrift.
Zeer veel werk werd besteed aan het Maandschrift en getracht voor elk wat wils te geven, rekening houdende met de uiteenloopende verlangens nooden en ontwikkelingspeil onzer leden. In het Februarinummer werd een belangrijke publicatie opgenomen van Dr. Minderhoud, nl. Onderzoekingen over het gedrag der honingbij als bestuivend insekt, dat ook in het buitenland de aandacht getrokken heeft van fruitkweekers en bijenhouders. De rubriek Esperanto werd kort na de invoering opgeheven, wegens plaatsgebrek. Verschillende onzer lezers gevoelden behoefte hunne meening over het Orgaan kenbaar te maken.
Bijna zonder uitzondering waren ze gunstig.
Het aantal pagina's bedroeg in 1931 228. Veel copie moest blijven wachten lot er plaats vrij kwam, waardoor sommige artikelen geheel moesten komen te vervallen, aangezien zij niet meer urgent genoemd konden worden.

Honingprijzen.
Ook dit jaar waren de prijzen van honing aan den lagen kant. De prijzen worden beheerscht door den invoer van het buitenlandsch product, dat ook door Nederlandsche Imkers in den handel wordt gebracht en aldus de schijnt wekt van Hollandsche herkomst te zijn. Ruwe honing werd verkocht tegen plm. 16 ct per pond in den groothandel. Pershoning deed 20 ct. Was (gezuiverd) tot f 1.80 per K.G. in den kleinhandel. In den groothandel plm f 1.— per K.G. De meeste verslagen maken melding, dat het gezuiverde, was aan den groothandel onverkoopbaar was. Raathoning wordt verkocht van 50 ct. tot f 1.25 per pond. Slinger-honing van 75 ct tot f 1.— per flacon. Waar honing onder Rijksmerk verkocht werd, was de handel vrij vlot.

Hoofdbestuur.
Het Hoofdbestuur vergaderde 2 maal. Een kort verslag van deze vergaderingen werd in het Maandschrift opgenomen. De aftredende H.B. leden Ebbinge Wubben, van den Brink en Thiel werden, bij enkele candidaatstelling, herkozen verklaard.

Algemeene vergadering.
Er werd een algemeene vergadering gehouden te Utrecht. Van deze vergadering werd een kort verslag in het Maandschrift opgenomen.

Apis Club.
Het congres van de Apis Club werd dit jaar in Schotland gehouden.
Dr. de Boer, die onze Vereeniging daar vertegenwoordigde, leidde een onderwerp in, dat waarschijnlijk geheel in het Maandschrift zal worden opgenomen.

Algemeene toestand Vereeniging.
Deze is zonder eenigen twijfel goed te noemen, ondanks de heerschende malaise, die vooral ook haar slachtoffers zoekt onder vele onzer leden. Het ledental steeg zelfs tot 7750, welke in afdeelingen vereenigd zijn en 283 Verspreide Leden, zoodat het totaal aantal leden per 31 December 8033 bedroeg, dat is 223 leden meer dan in 1930.
De financieele positie van onze Vereeniging is mede gunstig te noemen. Er is over 1931 een saldo groot f 551,21½ Wij zijn er van overtuigd, indien er eens een rijk honingjaar komt, dat het aantal leden nog meer zal toenemen. Het aantal afdeelingen bedroeg in 1931 172 benevens een Afdeeling verspreide Leden. Nieuwe Afdeelingen Siddeburen, Zuilichem en Ameide.
Het is mij aangenaam dit jaarverslag te kunnen uitbrengen. Onze Vereeniging staat er frisch en krachtig voor en er is in verschillende Afdeelingen een hernieuwd leven te bespeuren. Er is een hartelijke vertrouwelijke omgang hetgeen zich weerspiegelt in gevoerde correspondentie, op bijeenkomsten ed.. Mogen zich in de een of andere afdeeling nogal eens moeilijkheden voordoen, deze zijn er om overwonnen te worden en dat zal gelukken, indien de goede wil maar voorzit in het belang der Bijenteelt elkaar te begrijpen en te waardeeren. Meteen woord van dank aan allen die mij mijn taak hielpen verlichten eindig ik dit jaarverslag.
JOH. A. JOUSTRA. alg. secr.