Verslag Afd. Handel over 1931.


Toen op de Hoofdbest. vergadering van 25 Maart '31 werden vastgesteld de bedragen welke uit de winst 1930 alsnog moesten worden afgeschreven, was het Maandschrift, waarin Balansen enz. waren opgenomen, reeds lang in bezit der leden. Daarom dient hier eenige toelichting. Van het winstsaldo 1930 werd bestemd voor meerdere afschijving en voor gratificatiën, een totaalbedrag groot f 375,50 terwijl het restant werd bestemd voor reclame afd. Handel.

De afschrijvingen, vorig jaar vastgesteld, zijn ook thans alle toegepast tot een totaal van f 361,— en werden bovendien de goederenvoorraden voorzichtig gewaardeerd. Desniettemin mogen we een voordeelig saldo boeken van f 827,59½. Wij mogen dus tevreden zijn, na de reorganisatie in ‘24 nog slechts een jaar waarin een klein verlies moest worden geboekt, overigens alle jaren een matig winstje bij een juiste waardeering van voorraden. Geen voorraden meer voor jaren, doch voorraden welke volkomen zijn gebaseerd op geregelden verkoop.

Onze totaalverkoop was hooger dan vorig jaar, niettegenstaande verlaging van prijzen vnl. voor was en kunstraat. Vooral deze prijzen toch liepen geregeld terug en werd de verkoop van was zeer beïnvloed door de zeer lage aanbiedingen van buitenlandsche was. Onze totaal omzet in was werd hierdoor dan ook aardig gedrukt. De kunstraatverwerking nam nog weer toe en maakten wij in 1931 niet minder dan ruim 1900 K.G.aan. Het daarvoor benoodigde was werd ook dit jaar weer uitsluitend van den imker en van zemerijen gekocht, das niet van den handel. Wij meenden hierdoor het meest zeker te zijn van aankoop van zuiver Inlandsche Bijenwas.

De honingverkoop verliep in dit jaar gunstig, alleen na Jan. '32 zien we eenige vermindering, waarschijnlijk in verband met de tijdsomstandigheden. De door ons besteedde inkoopprijzen bleven gelijk aan die van '30. De verkoop van raathoning liep eerst goed, later evenwel trad al spoedig hierin terugslag op en zijn nog heden partijen onverkocht. Voor honigverkoop hebben zich dit jaar vooral ook enkele Afdeelingen geinteresseerd en wel door aanbieding op honigmarkten, dus verkoop direct aan particulieren. Ook Afd. Handel deed dit jaar wat meer voor honigreclame en verkoop, dank zij de daarvoor toegestane middelen, en wel speciaal in den Haag. Van deze reclame was wel de ziel onze Heer Frankenhuis. Om niet in herhaling te vervallen verwijs ik hiervoor naar het artikel over deze reclame opgenomen in het Nov. nummer.

De totale verkoop in den Haag bedroeg 1168 K.G. en de kosten, na aftrek van elke bate, f 775,02. Helaas staat tegenover dezen verkoop het verlies van een ijverig agent die reeds jaren voor Afd. Handel werkte. Wij zullen hopen dat de naresultaten van de gevoerde reclame dit verlies alsnog zullen vergoeden. Onder de post ad. f 775,02 zijn ook begrepen de kosten der artikelen welke voor reclame hebben gediend en welke ook later in Amersfoort en Zeist werden gebruikt.

Hieruit worde niet de conclusie getrokken dat Afd. Handel zou zijn tegen dergelijke reclame, integendeel, men doet ondervinding op ook inzake het honigvraagstuk, laten wij maar zeggen honigpuzzel. Maar voor elke puzzel is een oplossing te vinden, mogelijk komt deze ook nog eens voor het honigvraagstuk. Daarvoor is geen reclame te duur, mits zakelijk besteed. Intusschen zijn nu de laatste jaren proeven genomen, mede door de daartoe benoemde commissies, we noemen slechts:
A. Verkoop aan groothandel door agenten aangesteld door genoemde Commissiën.
B. Verkoop aan winkeliers door agenten met reclame Damesbeurs.
C. Verkoop via veilingen.
D. Particuliere verkoop door middel van venten.
De laatste methode is wel de meest succesvolle ook voor meerdere bekendheid van het R.M. hetgeen ook wel de gehouden honingmarkten bewijzen.

Voor het verdere verwijzen wij naar de in dit No. voorkomende rekeningen, welke wel een trouw beeld geven van het verloop der zaken in 1931. Moge ook dit jaar voor Afd. Handel even gunstig verloopen, een rijken oogst den vlijtigen imker beloonen, en de organisatiegeest van vele gunstig gelegen Afdeelingen worden aangewend ten gunste van den voor verkoop minder gunstig gelegen Afdeelingen.

Voor honig toch geldt niet in de eerste plaats de vraag „waar moet de mosterd worden gehaald" doch waar moet ze worden gebracht tegen een eenigszins behoorlijken prijs.
Dir. Afd. Handel,
J. v. d. BEND.