DE TWEEDE VOORJAARSBIJENMARKT TE AMERSFOORT.



Zoo behoort deze tweede Amersfoortsche bijenmarkt wederom tot het verleden. Was het weder de laatste dagen verre van gunstig geweest, thans was de natuur met de organisatoren van deze markt,want een vroolijk zonnetje scheen heel helder en deed de beste verwachtingen voor een goeden aanvoer koesteren. Al heel spoedig na zevenen kwamen dan ook van verschillende kanten de imkers aanzetten met meer of minder groote hoeveelheden volken. Zoo werden uit Nijkerk 38 volken aangevoerd, uit Ysselstein een twintigtal en uit Wageningen een tiental; het zou ons te ver voeren, wanneer wij precies vermeldden, hoeveel volken uit iedere plaats aangevoerd werden, doch willen volstaan met mede te deelen, dat in het geheel omstreeks 200 korven en kasten in twee lange rijen in den tuin van het Volksgebouw gerangschikt waren, wat ongetwijfeld boven verwachting van de Marktcommissie was.

Als groote merkwaardigheid moge hier nog vermeld worden, dat een der aanvoerders, de heer van de Pol te Nijkerk, een bijenwoning in den vorm van een leeuw had aangevoerd. Dit was een voorstelling van den gedooden leeuw van Simson, die in den tijd van 1 dag versteend was en waarin zich weldra een bijenvolk had gehuisvest. De eigenaar van deze bijenwoning heeft tijd noch moeite gespaard, om dit prachtstuk te vervaardigen. Om te voorkomen, dat hij fouten zou maken, heeft hij zich om inlichtingen gewend tot den Rabbi van Utrecht en Vrije Theologische Universiteit.

Toen wij hem vroegen, wat hij eventueel voor dezen bijenwoning vroeg, deelde hij ons mede, dat hoewel zijn arbeid en tijd zeer zeker niet betaald zou kunnen worden, hij met een bedrag van ƒ 50,— tevreden zoude zijn. Zou dit niet iets zijn voor het Museum van de Vereeniging tot Bevordering der Bijenteelt?



Omstreeks 10 uur werd de markt geopend door den Voorzitter der Marktcommissie, waarbij tegenwoordig waren een Wethouder en de Secretaris der Gemeente Amersfoort, een paar vertegenwoordigers van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de Geldersche Vallei, een afgevaardigde van de Ned. Natuurhistorische Vereeniging, een Lid van het Hoofdbestuur der Vereeniging voor de Bijenteelt, terwijl later nog ter markt verschenen een tweede Hoofdbestuurslid en de Algemeene Secretaris, de heer Jonstra, terwijl groote belangstelling voor deze opening betoond werd door verschillende personen uit de omliggende plaatsen en Amersfoorters zelf.

De tijdsomstandigheden in aanmerking nemende mag de Centrale Marktcommissie ongetwijfeld wederom op succes bogen, want er werden goede prijzen besteed; al was de verkoop nu niet zoo bijzonder groot, toch stemde deze tot tevredenheid.
Zoo gingen de korven voor f 3,50 tot f 7,— van de hand, de kasten \ oor f 15,—, terwijl volken op Engelsche ramen verkocht werden voor f 7,50 het volk.

Vooral de verkoop van volken op ramen (zoogenaamde Engelsche ramen) ging zeer vlot en wanneer de aanvoerder, de heer van den Broek uit Soesterberg een grooter aantal had aangevoerd, dan waren deze ook ongetwijfeld alle in andere handen overgegaan. Het groote voordeel van deze volken is, dat men zoo'n kastje uiterst gemakkelijk onder den arm kan medenemen, wat met een kast of korf heel wat meer bezwaren oplevert.
Deze aanvoer bewijst, dat dergelijke volken een gewild artikel zullen worden op de toekomstige markten, vooral wanneer dan door de Marktcommissie ook in Engeland propaganda voor de Amerfoortsche bijenmarkten zal worden gemaakt, waar groote navraag voor zulke volken op Engelsche ramen bestaat.

De op deze markt georganiseerde tombola met honingprijzen onder Rijksmerk liep aardig van stapel en het publiek bleef in opgewekte stemming bijeen, tot een uur of vier, toen de Voorzitter van de Marktcommissie het oogenblik gekomen achtte, om de markt wederom te sluiten. Spreker was van oordeel, dat ai was de verkoop niet geweest als op de eerste Bijenmarkt van verleden jaar, de resultaten toch van dien aard waren, dat de commissie met nieuwen moed de voorbereidingen voor de 3de bijenmarkt zal aanpakken, waarbij er dan op gerekend wordt, dat de imkers zelf. ook hun zoo zeer gewaardeerde medewerking zouden verleenen. Over de belangstelling kon niet geklaagd worden en na een woord van oprechten dank aan allen, die hadden medegeholpen bij het doen welslagen van deze markt, ging ieder weder zijns weegs.
W.E. ASBEEK BRUSSE,
Secr. Centr. Marktcommissie.