EXAMEN BIJENTEELT TE WAGENINGEN.


Op Maandag 23 tot en met Donderdag 26 Mei jl. werd te Wageningen het examen ter verkrijging van het Getuigschrift van bekwaamheid tot het geven van onderricht in de bijenteelt afgenomen.
De examencommissie bestond uit de Heeren Dr. Ir. A. Minderhoud, L. van Giersbergen, S. Frankenhuis, R. ter Brugge en Joh. A. Joustra; eerst-en laatstgenoemde resp. als voorzitter en secretaris.

Aan het examen namen 10 candidaten deel. Geslaagd zijn de Heeren (alph.) H. de Bie te Borger, W. H Broekhuizen te Balkbrug, A. Harkema te Zevenhuizen (gem. Leek) A. Mulder te Zuidlaren. A. S. Planting te Paterswolde, D. H. W. Ploegman te Pieterburen, K. Smit te Westerbork, J. Vlietstra te Hoogeveen en J. van der Werf te Oldekerk. Afgewezen werd 1 candidaat. De geslaagden hadden deelgenomen aan den door Dr. Minderhoud in 1931 en 1932 gehouden opleidingscursus.

De examencommissie had de werkzaamheden als volgt verdeeld;
Vak A. (Hulpwetenschappen) Exmaninator Minderhoud, assessor Frankenhuis.
Vak B. (Levensverschijnselen der Bijenvolken) Examinator van Giersbergen, assessor Minderhoud.
Vak C. (Bijenwoningen gereedschappen enz.) Examinator van Giersbergen, asssesor Frankenhuis.
Vak D. (De Producten, handelsgedeelte) Examinator Frankenhuis, assessor vanGiersbergen.
Practijk (Vaste bouw) Examinator Joustra, assessor ter Brugge.
Practijk (losse bouw) Examinator ter Brugge, assessor Joustra.

Het schriftelijk werk werd gemaakt den avond voor het mondeling gedeelte en de practijk en wel van 7 tot 9 uur, waarbij een lid van de examencommissie tegenwoordig was. Het examen werd afgenomen in het Bijenhuis waarvoor lokalen, bijenvolken enz. welwillend waren afgestaan. De candidaten werden door de commissie in 3 groepen verdeeld en wel zoodanig, dat de eerste dag 4 en de beide volgende dagen telkens 3 candidaten konden worden geëxamineerd.

Voor de eerste groep werden de volgende schriftelijke vragen gesteld, waarvan men één kon uitkiezen.
1e. Beschrijf het overbrengen van een volk uit vastenbouw in lossen bouw.
2e. De invloed van het weer op de ontwikkeling der bijenvolken in Uw streek
3e. Waarom bijenteelt?
De tweede groep had keuze uit de volgende vragen:
1e. Beschrijf de ontwikkeling van ei tot volkomen insect van koningin, werkbij en dar.
2e. Geef eene beschrijving van de eerste behandeling der bijen in het voorjaar na de reinigingsvlucht.
3e. Het zwermen, de oorzaken en de vóór-en nadeelen ervan voor een rendabele bijenteelt.
De derde groep kreeg te kiezen uit.
1e. De beteekenis van het stuifmeel voor de bijen en voor den imker.
2e. Als 3 van Groep 2.
3e. Als 2 van Groep 1.

De indeeling van het examenrooster bleek geen moeilijkheden op te leveren. Begonnen werd des morgens om 8 uur, pauze van 12½ tot 1½, terwijl het examen eindigde de eerste twee dagen om 4½ uur en de laatste dag om 3 uur. De uitslag kon reeds aan iederen candidaat plm. een half uur na afloop van het examen bekend gemaakt worden.

De volgende cijfers werden behaald:
Vak A. 2 - 5 - 2 keer 6 - 2 keer 7 - 3 keer 8 en 9.
Vak B. 2 keer 4 - 2 keer 5 - 2 keer 6 -3 keer 7 en 8.
Vak C. 2 keer 4 -5 - 2 keer 6 - 3 keer 7 - 8 en 9
Vak D. 4 - 2 keer 5 -6 - 4 keer 7 - 8 en 9.
Schriftelijk werk. 4 -2 keer 5 -3 keer 6 -3 keer 7 en 8.
Practijk (vaste en losse bouw) één cijfer: 4 keer 5 -2 keer 6 -3 keer 7 en 8.

Uit het behaalde cijfermateriaal is duidelijk te zien, dat de practijk het grootste struikelblok is. Vooral het beoordeelen van bijenvolken en de in verband met de toestand dier volken te volgen bedrijfswijze baart menig candidaat moeielijkheden; het vooruitzien schijnt dan ook in de bijenteelt nog niet eens ieders eigendom te zijn. Niettemin kunnen de behaalde cijfers voor het practisch gedeelte redelijk genoemd worden.
Nog zij medegedeeld, dat voor de mondelinge vakken een half uur en voor de practijk 2 keer 3 kwartier gegeven werd.

Tot slot de dank van de commissie aan dhr. v.d. Bend met zijn personeel voor de welwillende wijze waarop hij ons van dienst was en den geslaagden onze hartelijke gelukwenschen. Hopen wij, dat het behaalde succes tot voordeel van de bijenteelt in het algemeen en voor onze Vereeniging in het bizonder mag zijn.
De Secretaris,
JOH. A. JOUSTRA.