(Vragen te richten aan dhr. A. Oonk, Warnsveld)


Vraag 36.
„Betreft alarmtoestellen bij het zwermen".
Antwoord:
De firma Heinrich Thie te Wolfenbüttel berichtte mij op mijn antwoord op bovengestelde vraag, dat zij deze toestellen ook thans nog kan leveren, omdat deze toestellen bewezen hebben goed te voldoen. De prijs ervan is f 1,60. Zij, die dus zulk een toestel wenschen aan te schaffen, kunnen zich tot deze firma wenden. Dit is alleen de prijs van het toestel; er komen dan nog verdere aanlegkosten bij.

Verder ontving ik nog een schrijven van den heer H. Mehauden-De Gucht, mecaniciën, Bontehondstraat A 127 te Hulst (Zeeland), die ook gaarne bereid is inlichtingen te verstrekken, zelfs met aanleg en teekeningen. Hij heeft ze zelf gelegd. Hij wil den heer J. B. te A. gaarne inlichtingen geven.

De heer C.H. K. te S. las mijn maandoverzicht over Juni in de Practische Imker (dit overzicht zal ook wel spoedig in ons „Groentje" verschijnen). Daar genoemde heer ook lid is van de Ver. tot Bev. der Bijenteelt in Nederland stelde hij mij eenige vragen over de behandeling van mijn waarnemingsvolk, welke ik hieronder zal beantwoorden.

Vraag 44.
Wanneer U nu een tutende moer uitvangt waar laat U die dan?
Antwoord:
Die tutende moer doe ik in een koninginnekluisje en leg haar dan zoolang boven in de broedkamer van het volk, waaruit ik haar ving, of leg haar op een ander volk, dat in zwermtoestand is en reeds gezwermd heeft. De bijen houden deze jonge moer in leven, welke men later kan laten bevruchten, als zij van goede afstamming is.

Vraag 45.
En als onder het uitbreken der doppen nu eens meer moeren uitloopen waar blijven die dan ?
Antwoord:
Als ik doppen wegbreek. gebeurt het mij hoogstzelden, dat onder dit werk jonge koninginnen uitloopen! Mocht dit bij toeval geschieden, dan loopen die in het broednest rond en zou men dus een zwerm kunnen verwachten. In den regel beluister ik dezelfde kast, die ik behandelde, den volgenden avond nog eens, of ik soms nog kwaken of tuten hoor. Is dit het geval, dan wordt de kast nogmaals uit elkaar genomen en dit euvel verholpen. Als men echter alles grondig naziet, dan behoeft men bijna nooit nawerk te verrichten.

Vraag 46.
Waarom schudt U op 12 Juni pas de ramen af en breekt de doppen uit, die over zijn?
Antwoord:
Om het zwermen zooveel mogelijk te beperken, moet men eenige kennis hebben van de ontwikkeling van ei tot werkbij. Deze is 3 dagen ei, 6 dagen larf, 12 dagen pop (gesloten broed); totale duur der ontwikkeling 21 dag-en. Voor een koningin is de ontwikkeling 17 dagen. Na 9 dagen is al het broed gedekseld. De voorzwerm kwam 2 Juni af, dus al liet broed was 11 Juni verzegeld. Van 11 Juni af konden dus geen noodkoninginnen meer worden gekweekt en konden dus de ramen worden afgeschud. Ik deed zulks op den 12en, omdat ik er niet vroeger gelegenheid toe had en het kwam er in dit geval niet op een dag op aan, omdat ik op 3 Juni alle gesloten doppen had weggebroken en alleen de open had laten staan.

Vraag 47.
Hoe komt U aan een bevruchte moer en waarom geeft U deze pas op 17 Juni en niet op 12 en 13 Juni?
Antwoord:
Ik fok steeds van de beste volken voort en laat de koninginnen bevruchten in Qraze kastjes of kastjes met drie broedramen (lees hierover de antwoorden op vragen no. 14, 15 en 16, Aprilnummer).

Vervolgens weer even een stukje theorie. Op 2 Juni kwam de voorzwerm, welke terug vloog. Na 21 dagen, dus op 23 Juni is al het werkbijenbroed uitgeloopen. Ik geef pas op 17 Juni een bevruchte koningin, omdat ik zooveel mogelijk de natuur wil nabootsen. 15 dagen na den voorzwerm is hier 17 Juni. Dan is het meeste broed al uitgeloopen en in dit geval wordt een jonge bevruchte moer gaarne door het moerlooze volk aangenomen Deed ik de koningin er reeds 12 Juni in, dan zitten in den regel nog te veel zwermgedachten in het volk. De kans is dan nog dikwijls vrij groot, dat zulk een jonge bevruchte koningin er binnenkort nog wel eens uit wil zwermen. Daarom wacht ik liever wat langer met het invoeren eener bevruchte koningin in zulk een moerloos volk.

Vraag 48.
Naar mijn (zeer bescheiden) meening is het toch zeer goed mogelijk, dat er een bevruchte moer in het volk achter blijft, zonder dat U het merkt. Wanneer U dan op 17 Juni een bevruchte moer bijvoegt, hebt U toch veel kans op een zwerm.
Antwoord:
Ik leg eerst de moer, welke ik wil toevoegen 24 uur in een kluisje bovenop de ramen der broedkamer en laat haar pas den volgenden avond los, tenminste als de bijen haar goedgunstig gezind zijn, anders wacht ik nog 24 uur langer. Mocht er bij toeval reeds een moer in de kast rondloopen, dan is dit niet zoo bezwaarlijk, omdat de koninginnen het zelf wel zullen uitmaken, wie als heerscheres zal overblijven. In dit geval behoeft men niet voor een zwerm bevreesd te zijn.

Vraag 49.
Ik gaf dit jaar een onbevruchte moer in een volk, waaruit tevoren de doppen waren gebroken en dat beslist moerloos was. Tot mijn niet geringe verbazing trok den volgenden dag een zeer groote zwerm af, die de kast moerloos achter liet. Weet U daarvoor een verklaring? Ik ben nog slechts een paar jaar imker (of bijenhouder!).
Antwoord:
Dit volk verkeerde nog in een sterken zwermtoestand, niettegenstaande U alle doppen had weggebroken. Wij zouden kunnen zeggen, dat dit volk nog „te heet" was. Nu voegde U een jonge onbevruchte koningin toe, welke nog bevrucht moest worden. Nu moet U goed begrijpen, dat het ons om honing-volken te doen is, niet om zwermvolken. In het laatste geval zouden wij den voorzwerm afzonderlijk hebben opgezet, terwijl in ons geval wij den voorzwerm weer op de kast lieten terugvliegen, Wij werken dus de natuur tegen om de kasten zoo sterk mogelijk te houden. De bijen mogen zich niet splitsen door zwermen.

Zulk een jonge onbevruchte koningin moet dan nog bevrucht worden en zij zal dus tijdens de middaguren de kast verlaten om ter bevruchting uit te vliegen. En nu gebeurt het zoo vaak bij zoo'n sterk volk — dat zich niet heeft kunnen splitsen, omdat wij het verhinderen — in wel acht van de tien gevallen, dat bij het uitvliegen der jonge koningin een zeer groot deel der bijen mee uittrekken en in een zwerm gaan hangen. Soms gebeurt het na een kleine tien minuten, dat de zwerm weer op de kast terug trekt. Dit is een teeken, dat de koningin niet in den zwerm heeft gehangen, doch direct hoog de lucht is ingegaan. Hangt de zwerm er na 10 minuten nog en is hij rustig, dan is dit een teeken, dat de koningin wel in den zwerm zit en men hem zoo spoedig mogelijk moet scheppen. Men kan hem dan 's avonds weer in de kast laten loopen, van waaruit hij is gekomen. Heeft men den zwerm 's avonds weer in de kast gedaan, dan blijft hij er in den regel wel in, doch het is ook gebeurd bij sommige imkers, dat hij er 2 of 3 maal uitzwermde en weer opgeslagen moest worden. Daarom kweek ik moeren in die afzonderlijke kastjes, waardoor ik veel minder werk met uitzwermen heb en voeg altijd bevruchte moeren toe.

Als U den voorzwerm niet op de kast had terug laten loopen, dus alleen de jonge bijen in de kast had gehouden, dan hadt U rustig een jonge onbevruchte moer kunnen toevoegen, dan zou er bij de bevruchting geen zwerm zijn gekomen, omdat de oude zwermbijen afwezig waren.

Vraag 50.
Kan honing bewaard worden in glazen, waarin ingemaakte mosselen zijn geweest, of in jamflacons? Ik heb wel gehoord, dat het nieuwe glazen moeten zijn, doch er is toch wel een middel om ze schoon te maken?
A. V. te N.
Antwoord:
Als de glazen zeer goed schoon worden gemaakt, kan men hierin wel honing bewaren en vooral als het voor eigen gebruik is. Brengt men honing in den handel, dan is het natuurlijk gewenscht éénzelfde soort glazen te gebruiken.

Vraag 51.
Ik heb twee goed bevolkte korven, waarvan ik de volken bij het afslachten wil overbrengen op twee Simplexkasten, teneinde die volken te versterken. Hoe het beste te handelen en met welk recept?
J. K. te B.
Antwoord:
De beste tijd om korven af te slachten is in de tweede helft van September, omdat er dan niet zooveel broed meer inzit. Het beste middel is de bijen te bedwelmen met salpeter, die bij den drogist verkrijgbaar is. U lost wat salpeter op in lauw water en trekt er dunne strooken linnen of katoen doorheen. Daarna droogt U de strooken weer. Ook kunt U salpeterlappen koopen bij de handelaren in imkersartikelen. Een linnen of katoenen strook van 8 bij 15 c.M. is al wel voldoende voor één korf.
Nu maakt U een schuin gat in den grond. In dat schuine gat steekt U een houtje, waarin U een gleufje hebt gemaakt, waarin U het strookje doet, dat dan wordt aangestoken.

Vervolgens legt U zoo spoedig mogelijk b.v. een koninginnerooster boven het gat en zet daarop den korf, nadat U vooraf het vlieggat gesloten hebt. De randen van den korf vult U b.v. aan met zand, opdat geen salpeterdampen kunnen ontwijken.

Zit de korf tot aan den rand vol met werk, dan plaatst U er een rand onder, opdat de bijen ruimte hebben om te vallen. U laat den korf nu b.v. drie minuten boven den salpeterdamp staan. Nu en dan klopt U er nog eens tegen aan, zoodat de bijen naar beneden kunnen vallen. De bijen, welke op het rooster liggen, kunt U aan de kast toevoegen. Dit gaat gemakkelijk door een ledige honigkamer op de broedkamer te zetten. U stort dan de afgesalpeterde bijen op de broedramen en bevochtigt de bijen met wat suikerwater. De honingkamer dekt U af met een reisraam of dekkleedje en dan gaan de bijen zich spoedig vereenigen. U behoeft naar de koningin niet te zoeken. Dat zal in de kast wel worden uitgemaakt.

Als de bijen na een tijdje in de broedkamer zijn getrokken, dan kunt U de ledige honingkamer wegnemen en de broedkamer afdekken. Hangen de bijen nog tegen het reisraam, dan schudt U de bijen in de broedkamer.

Dit is een gemakkelijke methode, welke in den regel beter gaat dan uitkloppen, omdat afgesalpeterde bijen haar vorige standplaats niet meer herkennen.
A. OONK.

Bijschrift Red.

Dit is een veel gebruikte methode, doch er is er een, die misschien minder bekend, nochthans beter is.

Door het onder den korf plaatsen van een salpeterlap vallen spoedig bijen op den doek, die de openingen verstoppen en het salpeter nog moeielijker dan gewoonlijk doorlaten, zoodat vaak herhaald salpeteren noodzakelijk is en de eerst gevallenen teveel van het goede (?) krijgen.

Red. past de volgende methode toe. Een stuk slap karton wordt op een kist of op den grond gelegd en daarop komt de korf te staan. In een Dathepijp of berooker komt eene hoeveelheid tabak vermengd met salpeterpoeder. Pijp of berooker wordt aangestoken en de mond er van in het vlieggat gestoken.

Spoedig, veel spoediger dan bij de eerstvermelde methode, zullen de bijen door den damp verrast worden en schielijk naar beneden vallen op het karton. Eene herhaling is gewoonlijk uitgesloten en de bijen worden maar even bedwelmd.

De bijen op het slappe karton kunnen nu zeer gemakkelijk in de nieuwe woning worden overgebracht. Probeer het eens !!!
J.A. J.