VAN DARRENLARF TOT KONINGIN.


In vervolg op mijn schrijven in het September-nummer, moet ik melden, dat deze proef op een mislukking is uitgeloopen. Aanvankelijk werden van de 9 doppen de 3 van 1 dag en 1 van 4 dagen door de bijen in bewerking genomen en de rest uitgehaald.

Na verloop van eenige dagen constateerden wij dat van deze 4 doppen er nog maar 2 de sympathie der bijen mochten ondervinden, in de andere waren de larfjes onmeedoogenloos verwijderd. Bij verder onderzoek bleken de andere twee gesloten te zijn, doch van 1 lag het larf je dood op den bodem. Dit was schijnbaar de natuurlijke dood gestorven, want niets gaf blijk van een geweldadige dood. Het achterlijf had een blauw-zwarte kleur aangenomen, dat dus wees op een gewone afsterving. Nu was alle hoop gevestigd op de eenigst overgeblevene. Helaas na verloop van eenige dagen bleek ons dat de pop dood in den gesloten moerdop lag. Bij onderzoek kwamen we tot de volgende ontdekking.

In de eerste plaats was het achterlijf blauw-zwart dat dus meer op natuurlijke afsterving wees, echter had dit achterlijf de spitse vorm van een koningin. Hieruit zouden we dus mogen afleiden dat er werkelijk een koningin zou geboren worden, doch bij verder onderzoek constateerden wij, dat de facetoogen eender van vorm waren als bij de dar.

Uit dit alles zouden we dus mogen afleiden, dat er werkelijk een ander wezen dan een koningin zou ontstaan zijn. Wat het echter voor een diertje zou geworden zijn, kunnen we U tot onzen spijt niet mededeelen.
Ook zouden we hieruit mogen opmaken, dat de samenstelling van het voedsel wel degelijk invloed uitoefent op het te doen geboren insekt.
Het volgend jaar zal deze proef door ons herhaald worden, hopende met beter resultaat en zullen wij U gaarne op de hoogte stellen.
De redactie voor de plaatsruimte dankende,
verblijve na Imkersgroet,
F. FRIJLINK.