PRACTISCHE ERVARINGEN.


1. Aan mijn waarden Imkervriend Dhr. S. Frankenhuis Rijswijk Z.H.
Uw zelfvervaardigd bevruchtingkastje, vind ik in zooverre goed, indien de 2 of 3 latjes, (voorzien van zaagspleet) waaraan de kunstraat en moerdop bevestigd moeten worden, niet vastzitten aan deksel, doch in een inkeeping liggen van voorkant en voederruimte afsluiting, ter gemakkelijke inspectie van ieder gedeelte afzonderlijk (zie model Graze).
H.C. B. te H.

2. Aan mijn Collega J. de Kok. Hengelo (O.)
Zeer leerzaam en interessant is het, door middel van het Groentje, wanneer het steeds geraadpleegd wordt, dat wij, Imkers, onze werkwijze en bevindingen daarin vermelden, opdat zij kunnen goedgekeurd, nagevolgd of becritiseerd worden, zoo ga ik dan met uwe methode van kunstraat inzetten geheel niet accoord, doch wel met uwe draadbespanning. Aan te bevelen is het ook nog een 4e draad overdwars in te brengen, ± 2.5 à 3 c.M. boven onderlat. Zoodoende is er goede gelegenheid de kunstraat niet alleen stevig vast te zetten, doch bovendien juist in 't midden der lat te houden en steeds zuiver recht, wat bij behandeling van het volk, zeer ten goede komt.
Ik gebruik Dadant BI. en Simplexkasten ieder op een stand, doch ondervind steeds voordeel in gemak van inzetten kunstraat bij het Simplexraam met zijn zaagspleet. Het inbrengen hierin gebeurt bij mij met een schroevendraaier waarmede ik de spleet een weinig open maak, om de kunstraat er, na de hoeken een weinig te hebben afgesneden (spleet is niet zoolang als kunstraat) in te schuiven; dit gaat als voor den wind. Kunstraat komt ± ½ c.M. boven de lat uit, om later, met den sterk verwarmden bol van het spoorwieltje (boven spirituslampje) te doen smelten en de zaagspleet geheel dicht te maken (geen schuilhoek meer over voor wasmot.) Dan komt het plankje, passend in het raam, onder de kunstraat en met het half warme spoorwieltje worden de draden in de wasplaten gedrukt tot bodem der cellen. Het is beslist noodzakelijk (inplaats van overbodig) dat de plaat zoo in de spleet bevestigd wordt, teneinde bij het inbrengen van een zwerm of anderszins, door het warm worden van het was, de plaat uitzakt en op de onderlat ombuigt, wat zich later wreekt bij behandeling. De kunstraat mag ± 2,5 c.M. van onderlat afblijven.
Wat bouwen de bijen gaarne bij met werkstercellen, zelden met veel darrenraat, waarvan een gedeelte niet schaadt. Van een zoo geplaatste kunstraat en zoo vast gezet, zal ieder Imker beslist genoegen beleven, en zichzelf dankbaar zijn. Een inzetten der kunstraat als door U bedoeld, heb ik ook reeds betreurd in een Dadantraam, waarin ook geen zaagspleet is, doch ik heb er genoeg van.
Ik wil hierbij ook bevestigen, dat ik, bij meerdere genomen proeven met uw kunstraat, tot de overtuiging kom, dat aan deze, bijna geen darrencellen gebouwd worden, waarom ik ze een ieder durf aan te bevelen. Wat de afdekking met doek of zeiltje betreft, daarover in een volgend Groentje, bij beschrijving eigenmaak kasten.
Verder Imkergroeten uit Zeeland aan alle lezers.
H.C. B. te H.

Naschrift Red. Zooals dhr. B. terecht opmerkt komt men door uitwisseling van gedachten tot een goede handeling. Red. staat echter aan de zijde van dhr. Kok wat betreft het inzetten van kunstraat. De zaagspleet in het Simplexraam heeft inderdaad eenige bezwaren, o.a. het zwakker worden van het bovenlatje, dat gewoonlijk toch niet al te dik is en waardoor soms een gedeelte ervan naar beneden buigt en bij gebruik van niet volkomen noestvrij hout soms breekt.
Bij verticale wijze van draadinzetten is de kans op ombuigen van de kunstraat zoo goed als uitgesloten, mits — en daar komt het vooral op aan — de draden goed in de raat zijn gesmolten. In dit verband voeg ik hier de opmerking bij van een Imker uit Duitschland, lezer van ons Groentje, die zich er over verwondert, dat niet gesproken werd van een electrisch insmeltapparaat. Hij veronderstelt, dat dit niet bij ons bekend is. Dat is het wel, doch wordt helaas niet overal gebruikt. In een van de volgende nummers zullen wij daar eens over berichten. Een voordeel van de zaagspleet is zeker, dat men de raten muurvast kan zetten. En kruisdraad vindt Red. verwerpelijk.
Vervolgens meent Red. te weten, dat de latjes aan het bevruchtingskastje van dhr. Frankenhuis draaibaar zijn bevestigd, zooals bij de Zwitsersche kastjes, zoodat dus hierbij het bezwaar van dhr. B. is opgelost.

Mijnheer de redacteur.

Vergun mij s.v.p. nog eene kleine plaatsruimte voor onderstaande, omreden ik uit vraag en antwoord, dat ik getrouw lees, b.v. vraag 70 in het Decembernummer. Hoe kan ik het beste half uitgeslingerde raten bewaren? iets wilde toelichten. Het antwoord wil ik niet becritiseeren, doch een weg aanwijzen, die ieder ratenbewaarder ten goede komt. De vrager, was niet erg duidelijk, want als het raat is, die alleen voor voerhoning dient, dan moet hij ze bewaren, gelijk het antwoord doch moet hij ze ook stampen, omreden hij nu verschimmeld stuifmeel krijgt en met 't stampen niet.
Wil men ramen of raat bewaren, om die het volgend jaar de bijen weer bij te zetten, of om slingerhoning in te winnen, dan moet men de ramen met stuifmeel even bestuiven met wat poedersuiker b.v. Men neme een hol stuk goed (of zak) en doe daar wat poedersuiker in. De ramen of raat legt men op een stuk papier en men bestuift nu de raat met stuifmeel. Dus al de raat, of ramen, geslingerd of ongeslingerd, waar stuifmeel inzit even bestuiven men hangt of legt ze weg. Als men ze in 't voorjaar, aan de bijen wil geven, besprenkelt men deze ramen even met wat warm water en geef ze nat aan de bijen, die zulke ramen gaarne aannemen en het stuifmeel is nog piek fijn. Suikerpoeder is bij alle banketbakkers te krijgen voor zoo'n circa 60 cent de K.G. (en meteen klein beetje moeite ook wel van bijensuiker te maken Red.) waar men heel wat raten mee kan bestuiven. Imkers noteeren s.v.p.
Met imkersgroet,
J. de KOK Hengelo (O.)