AAN ALLE LEDEN.


Van onze vereeniging heb ik een paar woorden te zeggen. Voor het eerst heb ik een algemeene vergadering van onze vereeniging meegemaakt. En laat ik U nu maar direct vertellen dat het een lust voor me was, telkens weer aan te voelen hoe er in verschillende afdeelingen gewerkt wordt om het bijenhouden voor den iemker loonender te maken. Met hoeveel vuur en overtuiging de afgevaardigden voor hun denkbeelden en plannen ijveren. Er dan mag ik niet vergeten de belangstelling en aandacht, die ik van de gezichten der werkelijke iemkers las. En het verwonderde me in 't geheel niet, dat bij menigeen de behoefte opkwam, om ook nog eens te getuigen of onder de aandacht te brengen van wat al gezegd was. Natuurlijk, waar hart en hoofd vol van zijn, dat welt ze naar de tong.
Maar dan treden de kwaliteiten van onzen voorzitter aan den dag. Hij weet precies welke onderwerpen de levendige belangstelling hebben van onze leden. Ik zag hem glunder kijken naar elken spreker, die opkwam voor onze belangen, of bewijzen gaf, de vereeniging te willen dienen. En met spijt in zijn stem, maar toch krachtig moest hij onnoodigde herhalingen afsnijden; — met spijt, omdat het hem een vreugde was te ondervinden dat er in de leden zoo'n vurige belangstelling leeft dat ze zich moeten uiten, — krachtig, omdat hij wel den stroom der woorden moet tegen houden of leiden, terwijl hij niets vermag tegen den gestadigen gang van de wijzers der klok.
En dan het vertrouwen, dat er is tusschen het H. B, en zijn leden. Spontaan gevoelden enkelen het, te moeten getuigen met enkele gevoelige woorden, hoe ze hun hoofdbestuurders waardeeren en vertrouwen en op hen rekenen in 't bepleiten en verzorgen van hunne belangen. — En telkens beaamde een gul en hartelijk applaus zulke woorden. In vroeger jaren is dat wel eens anders geweest, vertelde men mij.
Zorgt gij dan allen, die het wel meent met het werken en streven van onze vereeniging, dat onze algemeene vergadering een weerspiegeling moge blijven van een krachtigen, eensgezinden bond, — en bedenk ook wel, dat de afgevaardigden van een kameraadschappelijke maar toch pittige algemeene vergadering in opgewekte stemming naar hun afdeelingen terugkeeren en vol hoop op zege met hun kameraden verder iemkeren.
G. P.
H.