VAN DARRENEI TOT KONINGIN.


Zooals door mij is waargenomen zet een volk dat overwinterd heeft met een onbevruchte of darrenbroedig geworden moer, op het voortgebrachte a.s zoogenaamd bultbroed, in sommige gevallen moerdoppen aan, hetzelfde komt voor bij een nog vrij sterk langdurig moerloos gebleven volk met eierleggende werkbijen, vooral in een nog wat gunstige tijd van 't jaar (voorjaar), op het broed uit die onbevruchte eieren. Bij het lezen van de artikelen in het Groentje over bovengenoemd onderwerp bevreemd het mij, dat geen der schrijvers dit blijkbaar bekend was. De bijen geven dus zelf reeds antwoord op de vraag. Het lukt hen met de beste wil niet uit een onbevrucht ei een koningin te telen. Ik nam beide gevallen waar en vond het volkomen in de lijn van hun gedragingen in die omstandigheden, feitelijk de volmaking van hun nutteloos pogen. Ik heb de zaak alleen van de voor mij practische kant bekeken, 't Waren darren die voortgebracht werden, doch ik heb geen aandacht geschonken aan mogelijke kleine afwijkingen in lichaamsbouw. Mocht ik weer eens zoo'n geval te zien krijgen dan hoop ik ook daar aandacht aan te schenken. Evenwel, ook mijn belangstelling voor nog te nemen proeven.
Velp 17 April 1933.
H.J. SUTHERLAND.