Wenken voor beginnende kastimkers.

Mei is de bouwmaand bij uitnemendheid en wie geen voldoend uitgebouwde raten heeft, kan zijn volken nu eens recht aan het werk zetten. Zorg er voor, dat de raten goed zijn bevestigd aan het bovenlatje en zoo mogelijk van draad voorzien. Maak er wat in voorraad. Kunstraat is nu niet duur en op nieuwe raten broeden de bijen liever, dan op oud werk. Zorg dus voor een voldoende voorraad.
Menig beginner zal niet precies weten waar hij die kunstraten moet inhangen. Laten we vooraf afspreken, dat we alleen kunstraten ter uitbouwing geven aan volken waar bouwlust aanwezig is. Dat zal in Mei wel bij alle volken die niet te klein zijn het geval wezen. Hang zoo'n kunstraat tegen de afsluitende stuifmeelraat aan, d.i. een raat voorbij die, waarop ge geen broed vindt. Ge kunt twee raten inhangen d.w.z. één links van het broednest en een rechts. En nu zult ge eens wat zien, tenminste als er gehaald kan worden. Is dit niet het geval, dàn voeren, waarmee ge misschien toch nog bezig zijt. Spoedig zullen de raten keurig zijn uitgebouwd en weldra door de moer met eieren worden belegd. Ge kunt ook nog wat anders doen, n.l. het broednest kunstmatig grooter maken.
Ge zoekt een raat op waar het broed aan het uitloopen is. Wellicht zit die raat juist midden in het broednest. Neem nu een kantraat geheel weg en als die nog goed is (niet beschimmeld of dor) ontzegel dan de eventueel daarin zittende honig en hang die naast de raat met uitloopend broed. Natuurlijk moet ge tevoren de raten even op zij geschoven hebben, wat gemakkelijk gaat, omdat ge aan de kant er een hebt weggenomen. Ge kunt dit nog wel eens herhalen, doch voorzichtig!
Niet te spoedig na elkaar en nooit meer dan één tegelijk. Later als ge al wat meer vertrouwd zijt met Uw volkjes, dan kunt ge zelf oordeelen, of ge meer dan één raat kunt tusschenhangen, doch dan nimmer twee naast elkaar.
Denk er aan iedere dag dat er geen dracht is, Uwe bijen wat voedsel te geven. Het groeiende broednest vergt heel wat honig en het gebeurt maar al te vaak helaas dat in dezen tijd van het jaar volken, welke ge in goeden doen waandet, broed beginnen te trekken en spoedig het tijdelijke met het eeuwige hebben verwisseld.
Misschien zullen enkele van Uw volken zwermneigingen gaan vertoonen. Wilt ge zwermen hebben, dan kunt ge alles aan zijn beloop overlaten. Als de zwerm komt deze in een nieuwe kast brengen. In het Juninummer hopen we dit aanschouwelijk voor te stellen. Als de zwerm er af is, dan moet ge terstond alle moerdoppen op één na wegbreken en ge loopt geen gevaar dat er nog een tweede zwerm zal afkomen. Ge begrijpt natuurlijk wel, dat dit een secuur werkje is en vraag daarvoor eens de hulp van een ander, die dit zaakje al meer bij de hand gehad heeft.
Wilt ge niet laten zwermen, dan zijn daarvoor verschillende methoden, die ge beter eens in een bijenboek kunt nalezen, doch waarvoor ge ook liever de hulp moet inroepen van een ander.
Voor beginners lijkt het me nog het beste, om de zwerm toch maar te laten afkomen en dezen in een leegen broedkamer op kunstraten te slaan. Die broedkamer komt op dezelfde plaats als het oude volk gestaan heeft, dat dus weggenomen moet worden. Op de nieuwe broedkamer komt een scheidingsplank (separator) en daarop het afgezwermde volk. Den volgenden dag zult ge misschien wel bevreesd zijn, dat ge het verkeerd gedaan hebt, want geen enkel bijtje verlaat de bovenste wonig meer, maar daar trekt ge U maar niets van aan. Geef dat volk echter wel wat water in een voederflesch. Na 8 dagen kijkt ge eens of er nog meer dan één moerdop aanwezig is en als dat zoo is, breekt ge alle die ge vinden kunt, op die ééne na uit. Of ge wacht tot ge een moer hoort roepen en breekt alle uit. Laat u echter daarbij helpen, want het is een secuur werkje.
Als de jonge moer bevrucht is, dan kan het onderste met het bovenste volk worden vereenigd, doch dan zijn we wel een maand verder en tot zoolang veel succes!
J.A.J.