Op de korfstand zullen in deze maand de zwermen vallen, voorzoover dit bij dit vroege voorjaar reeds niet het geval geweest is. Als de voorzwerm er af is, dan wordt deze elders in den stal opgezet na tevoren de korf waar hij in komt van een behoorlijk begin en de noodige spijlen te hebben voorzien. Wie raathonig wil oogsten, zal zoo min mogelijk de spijlen aan den achterkant aanbrengen en er niet teveel spijlen in steken.
Is er geen dracht, dan moet gevoerd worden (een paar dagen wachten) want het bouwen moet regelmatig voortgang hebben.
De afgezwermde korf wordt terstond na het afkomen van de zwerm onderhanden genomen. Het darrenbroed wordt verwijderd of beter nog "gekopt", waarbij men moet zorgen, dat geen moerdoppen worden weggesneden. Een weekje later zal men de moeren hooren fluiten en dat beteekent wéér zwermen. Gewoonlijk kan zoo'n tweede zwerm — de nazwerm — ook nog worden aangenomen en deze komt ook weer in een korf, op dezelfde manier als de voorzwerm.
Meer zwermen worden gewoonlijk niet aangenomen, want anders vliegt de moerstok te kaal en daar willen we ook nog wel wat honig van hebben. 3 weken na het afkomen van de voorzwerm wordt de moederstok eens duchtig onderhanden genomen en "opgesnoeid" d.w.z. men snijdt alle oude raten en darren-raten weg tot men op fijn en mooi werk stuit. Wellicht is er al wat broed van de nieuwe moer aanwezig, doch in vele gevallen is het nog niet zoover en kan men rustig doorwerken. Denk er echter aan, niet in het middaguur en ook liever niet des avonds na een dag van goede dracht, doe dit des morgens vroeg.
De bedoeling is, dat we weer frisch werk krijgen, dat zonder twijfel keurig wordt, als er wat gehaald kan worden en anders wat voeren.
Maar het kan voorkomen, dat na de eerste nazwerm nog andere willen komen; vrij zeker zal dit zelfs het geval zijn. Wat moet men nu doen?
Voor onervaren imkers is de beste methode wel de volgende. Laat de 2e nazwerm afkomen en neem nu het volk eens duchtig onderhanden. Rook het flink op, of gebruik daarbij de carbollap, zoodat ge goed tusschen de raten kunt kijken. Houdt de korf naar het zonlicht gekeerd, zoodat de zon goed tusschen de raten schijnt. Snij vervolgens alle moerdoppen uit en sla er geen enkele over. Kijk goed uit Uw oogen. Als ge twijfelt, snij weg ! ! en snij meteen eventueel darrenwerk weg, dat gaat in een moeite door.
Is dit werkje secuur verricht, dan wordt de korf weer op zijn plaats gezet en des avonds de inmiddels koel weggezette nazwerm er weer opgeslagen.
Tien tegen een, dat het zwermen is afgeloopen. Hebt ge dat uitsnijden goed gedaan dan zal zeker geen zwerm meer afkomen.
Werk nimmer in het middaguur in Uw nazwermen of afgezwermde volken. De moeren kunnen op bruidsvlucht zijn en ge zoudt er heel wat aan bederven. Daarom zetten ervaren imkers hun nazwermen op een aparte plaatsen niet naast de volken met oude moer.
Kijk bij bouwende volken iedere dag hoe de bouw verloopt. Gaat dat niet naar Uw zin, dan helpen, door b.v. een raat welke dwars gebouwd wordt even aan de kanten los te snijden, recht te buigen en met een hulpspijltje vast te zetten. Later kunt ge dit niet meer verhelpen. Denk er echter vooral aan, om in drachtlooze tijden wat te voeren. Als ge uitgetrokken broed op de bodemplank vindt, is dit een scherpe aanklacht van de bijen tegen den imker. Geen vader zal zijn kinderen laten verhongeren. Geen imker zal zijn diertjes gebrek laten lijden.
JOH. A. JOUSTRA.