A

(Vragen te richten aan dhr. A. Oonk, Warnsveld)


Vraag 101.
Hoe zijn de ervaringen der laatste jaren met de "Alley's trap" (koninginneval)? Liefst uitvoerige verklaring tevens met foto. Voor korven zag ik ze nooit. Dat kan toch ook?
G. J. te N.
Antwoord: De "Alley trap" wordt door sommige imkers in den zwermtijd gebruikt om koninginnen te vangen, waardoor het wegvliegen van zwermen verhinderd wordt. Ook kan het toestel dienst doen als darrenval. Ik geloof echter niet, dat veel imkers van dit toestel gebruik maken, vooral niet nu de laatste jaren het knippen van de vleugel(s) der koningin hoe langer hoe meer wordt toegepast, waardoor de aanschaffing van de "Alley trap" als overbodig kan worden beschouwd. U kunt van de "Alley trap" een vrij uitvoerige beschrijving vinden in de "Practische Imker" (uitgave de Meza, Santpoort) in het Maart-nummer Jrg. 1933 van de hand van dhr. Chr. H. J. Raad. Een foto van dit toestel is in dat nummer afgedrukt, dat echter op zijn kop is terechtgekomen en staat de rectificatie van het cliché in het April-nummer van dat blad. Verder komt in het Maart-nummer een foto voor op welke manier de "Alley trap" voor de vlieggaten der kasten moeten worden bevestigd.
Ik weet niet of zij ook voor korven passen. De mogelijkheid is misschien niet uitgesloten. Kan een onzer lezers hieromtrent inlichtingen geven?

Vraag 102.
Heb dit jaar ook nog een lichtkast gekocht. Staat nu klaar in afwachting nieuwe bewoners. In de volle zon zal toch wel te warm zijn? Hoe scherm ik die het beste af om toch de lichtvoordeelen niet te missen? Hoe is de practijk in ons land over de lichtkast te spreken?
G. J. te N.
Antwoord: Er is in de laatste jaren veel over de lichtkast geschreven. Zij zou in Rusland zijn uitgevonden en de resultaten zouden veel beter zijn dan in de gewone donkere houten kasten.
De glazen bijenkast is geen uitvinding van de laatste jaren; zij worden in ons land al verschillende jaren gebruikt. Een Nederlandschen imker, dhr. G. Kamphuis te Eefde bij Zutphen, komt feitelijk de eer toe getracht te hebben de lichtkast in den handel te brengen. Reeds in 1922 heeft hij met deze kasten eenige malen in ons Maandschrift geadverteerd. Als men moeite wil doen het October-nummer Jrg. 1922 van ons Maandblad, dat een feestnummer is, even op te slaan, dan vindt men in dat nummer een uitvoerige advertentie van dhr. Kamphuis, alsmede op blz. 169 een artikel van wijlen dhr. Hootsen over de bijententoonstelling en Honingmarkt te Zutphen op 22 Sept. van dat jaar, waarin o.a. te lezen staat: "De glazen kasten van dhr. Kamphuis te Eefde trokken zeer de aandacht. Voor waarnemingskast zijn zij niet direct geschikt. Wel kan men uit het midden een raampje nemen en dit aan den zijkant hangen (dus als eindraat) waar men de bijen dan kan waarnemen bij het verzorgen van 't broed, 't eitjes leggen der koningin enz. Volgens dhr. Kamphuis overwinteren de bijen in zoo'n kast uitstekend".
Het is wel aardig een enkele kast te hebben om de bijen eens te zien werken, doch er zijn ook schaduwzijden aan zoo'n kast verbonden b.v. bij het reizen, waardoor breuk van het glas kan ontstaan; kwajongens kunnen de glazen ingooien, als de kasten onbeheerd in de hei staan. Ook moeten de kasten steeds op een schaduwrijke plek geplaatst worden. Staat de kast in de volle zon, dan kan op heete zomerdagen het zóó warm in die kast worden, dat de bijen er door benauwdheid soms uitvliegen, of de raten smelten, hetgeen bij een onoordeelkundige plaatsing wel is voorgekomen.
Moet men veel met de bijen reizen, dan zal de lichtkast wel niet zoo populair worden, als de gewone kast, welke beter tegen een duwtje kan. Als men over de lichtkast wat meer wil weten, moet men de "Practische Imker" Jrg. 1930 maar eens aanvragen. Hierin komen uitvoerige artikels voor in het April-, Juni- en Juli-nummer van dien jaargang. In onze bibliotheek verkrijgbaar (zie vraag 57).
Ook is deze jaargang 1930 nog wel verkrijgbaar bij den uitgever de Meza te Santpoort tegen f 1.25 franco per post.
Voor eenige jaren is er een groote reclame voor de lichtkast gemaakt, doch of men veel gunstiger resultaten verkregen heeft, dan in de gewone kast heeft men in de vakbladen nog weinig vernomen. Laten daarom degenen, die de lichtkast reeds enkele jaren in gebruik hebben, hun bevindingen in het "Groentje" eens meedeelen.

Vraag 103.
Heeft de lichtkast ook invloed op de wasmot? Ik heb vorig jaar na de Meidracht een lichtkast met bijen gekocht en het is mij opgevallen, dat er niets aanwezig is, dat tot de mot behoort. Er zijn imkers die beweren, dat de bijen in een gewone kast beter overwinteren, doch dat is voor mij nog niet zeker, daar de bijen zoowel uit de gewone- als de lichtkast op denzelfden dag haar reinigings-vlucht hielden.
M. S. te P. (Gld.)
Antwoord: Volgens de beschrijvingen zou de wasmot in de lichtkast veel minder voorkomen, dan in de gewone kast. Hierover zullen wij eerst nadere nauwkeurige gegevens van vaklieden moeten hebben.
De wasmot komt het meest voor in arm bevolkte bijenkasten, welke slecht onderhouden zijn. Als de imker zorgt voor sterk bevolkte kasten, schoone bodemplanken en iets naar voren overhellende bijenkasten b.v. 1 c.M., zoodat de bijen zeer gemakkelijk gevallen mul naar buiten kunnen werken, dan zal men ook in de gewone kast zeer weinig hinder van de wasmot ondervinden. In kasten, welke naar achter overhellen, verzamelt zich gevallen mul achter op de bodemplank, waar het de bijen onmogelijk kunnen verwijderen. Het vormt hier een laag en is een beste kweekplaats voor de mot. Ook hier hangt dus weer veel van de zorgzaamheid van den imker af.

Vraag 104.
Onze honing, in hoofdzaak klaverhoning, heeft de eigenschap zeer spoedig te versuikeren (Sept.) ook in de raat. Is zulke raathoning ongeschikt voor den handel?
J. K. te S.
Antwoord: Versuikerde raathoning is nog wel te gebruiken, doch voor den handel is hij dan feitelijk ongeschikt geworden, vooral als die versuikering van beteekenis is.

Vraag 105.
Is er een manier om die versuikering te voorkomen?
J. K. te S.
Antwoord: Als U raathoning geoogst heb, moet U hem op een droge en niet al te koele plaats bewaren; het beste is op den zolder. Koolzaadhoning versuikert zeer spoedig; dit is ook met paardenbloemenhoning het geval. Nu gebeurt het vaak in den zomer, als de honingkamer geplaatst wordt, dat de bijen al den honing uit de broedkamer in de honingkamer overbrengen. Deze broedkamer bevat dan vaak resten van voorjaarshoning (koolzaad, paardenbloem), die nog niet verbruikt waren. Men ziet dan vaak in raampjes raathoning, als men deze tegen het licht houdt, plekken, welke versuikerde stukken honing bevatten, dat in den regel voorjaarshoning is.
Nu weet ik niet, of raten, welke geheel met klaverhoning gevuld zijn, spoedig tot versuikering overgaan. Hebt U er dus veel last van, dat Uw raathoning spoedig tot versuikering overgaat, dan zal de aangewezen weg voor U zijn, U meer op slingerhoning te moeten toeleggen.

Vraag 106.
Hoe worden de secties verhandeld? Moeten de houten latjes er om blijven of niet?
J. K. te S.
Antwoord: Sectiehoning worden met de houten latjes erom in den handel gebracht. Dit is ook veel oogelijker en gemakkelijker en men voorkomt lekkage.

Vraag 107.
Kunt U mij een recept geven voor het bereiden van honingmede?
J. K. te S.
Antwoord: Als U belang stelt in het maken van mede, lees dan eens het uitvoerige artikel in de "Practische Imker", uitgave de Meza te Santpoort, dat voorkomt in het Sept.-nummer Jrg. 1930. Beschreven wordt het maken van gewone en likeurachtige mede. Het maken van alcohol bevattende mede, kan U in aanraking brengen met den strafrechter. Daarom geven wij geen recepten voor het maken van mede (zie ook vragen 63 en 64).

Vraag 108.
Mijn volk zwermde begin Mei. Daar de koningin geknipt was vloog de zwerm terug. Na ca. een week keek ik de kolonie eens na, vond moerdoppen en weer volop eitjes. Hoe is dit mogelijk?
D. te V.
Antwoord: Toen de bijen, nadat zij uitgezwermd waren, na eenigen tijd op de kast terugvlogen, moet de koningin ook weer in de kast zijn gekropen. Dit gebeurt wel eens vaker, vooral als de kasten op den grond, of dicht bij den grond staan. Daarom is het gewenscht, dat de kasten op een houten stellage ca. 20 c.M. boven den grond geplaatst worden. Door het slechte weer, dat wij na eenige mooie, zeer sterke drachtdagen in het begin van Mei, hebben gekregen, hadden de bijen geen gelegenheid meer om uitvluchten van eenige beteekenis te kunnen houden en zijn verdere zwermen uitgebleven. Daarom is de koningin weer aan het leggen gegaan. Zoodra het gunstig vliegweer wordt, zal de zwerm weer voor den dag komen. Als U de kast intusschen hebt nagezien, zult U de geknipte moer wel hebben gevonden.

A. OONK.