Wenken voor beginnende kastimkers.

Vooral voor de beginners was het dit voorjaar een buitenkansje, dat het weer zoo prachtig meewerkte om tot een resultaat te komen en menigeen zal wel gedacht hebben, dat hij wondergauw het klappen van de zweep te pakken had. Alles ging van een leien dakje en geen vuiltje aan de lucht.

Maar daar komen onverwacht de gure regenachtige dagen en gooien het heele spelletje in elkaar. Te koud en te guur om eens te zien wat er verder in het bijenvolk plaats heeft en een plots eindigen van de honigdracht, die hier en daar al van tamelijk groote beteekenis begon te worden. Wat nu ....?

Ja, nu zullen zeker verschillende volken zich op zwermen gaan toeleggen. Het zijn net kinderen, die niets nuttigs meer te doen vinden en dan kattekwaad gaan uithalen. Dat kattekwaad demonstreert zich in onze bijenvolken door het aanzetten van moerdoppen en het zich toeleggen op zwermen en o schrik, het weghalen van opgezamelde honig uit de honigkamer.

Dan maar geen vroege honigoogst, dan de bakens maar weer verzetten.
Feitelijk ben ik er voor onze beginners blij om, dat het zoo geloopen is en dat klinkt misschien wel erg wreed, doch dat is het inderdaad niet.
Ik heb wel eens hooren vertellen, dat de beste zeelui gekweekt worden in stormachtig weer. Of dit zoo is durf ik niet te beoordeelen, want al heb ik mijn jeugdjaren vlak aan zee doorgebracht en al ben ik dol op een zeiltochtje en lig ik zomers bijna dagelijks in het water, van zeemanskunst heb ik geen jota verstand doch wel weet ik, dat de beste imkers gevormd worden in jaren van tegenspoed. Er valt dan meer te beleven en dientengevolge meer te leeren.

Zoo zullen vele volken, welke eerst op weg waren de honigkamers te vullen thans zwermneigingen gaan vertoonen en zooals wij in het Mei-nummer reeds zeiden, de beginner zal goed doen, die niet tegen te werken.

Wil hij een nieuwe kast bevolken, dan kan hij dat op verschillende manieren doen. Eerstens het volk op een voor de kast gelegden plank welke goed aan het vlieggat aansluit uit de zwermkieps slaan en de bijen met een stokje in de richting van het vlieggat drijven. Spoedig zullen ze allen wel den weg weten en de kast, welke tevoren voorzien is van raampjes met volle bladen kunstraat bevolken. Vergeet niet tevoren de bovenkant van de raampjes af te dekken met een kleedje of i.d. De beschreven manier kost vaak nogal wat tijd en men moet deze methode vooral niet te laat in den avond toepassen, zoodat het donker ons niet kan overvallen. Een uur voordat de duisternis invalt is wel de beste tijd, doch liever iets eerder, dan later.



Een andere wijze is de zwerm direct boven in de kast te slaan. Men zet daartoe een leege honigkamer boven op de van de kunstraat voorziene kast; vlieggat open. Nu neemt men de zwermkieps, doet den doek er af en legt deze voor de kast. Vervolgens slaat men de bijen uit de kieps in de opgezette honigkamer er zorg voor dragende, dat geen bijtjes er naast vallen. De bijen zullen spoedig willen oploopen, doch men drijft ze door middel van een carbollap of desnoods met war rook en een vegertje naar beneden. Zoodra alle bijtjes in de broedkamer zijn aangeland legt men het kleedje op de raamjes en men neemt de honigkamer af — men kan die ook nog wel een dagje laten staan. —

Den volgenden dag mogen we even kijken of het volk wel in het midden hangt. Hangt het te ver aan den kant, dan van den anderen kant de noodige raampjes wegnemen, de raampjes waarop bijen wat opschuiven en de uitgenomen raampjes — aan den anderen kant dus — weer inhangen. Zonder veel stoornis hangt het volk nu goed.
Is er geen dracht, dan dienen we na den 3en dag regelmatig wat voedsel te geven, want de kunstraten moeten snel en goed worden uitgebouwd. Geef echter niet teveel voeder in een keer. lederen dag zoo ongeveer een liter oplossing is voldoende. Is er dracht, dan kan men met voederen ophouden.

Het afgezwermde volk behoort ook te worden nagezien. Dat is voor een beginner een moeielijk werkje, want het komt er op aan het goed te doen. Vraag dus aan een gevorderd imker U te helpen bij het afschudden van de raampjes en het wegbreken van de moerdoppen op één na. Of wilt ge wachten totdat de nazwerm is afgekomen, dan gaat dat ook. Hang dien zwerm dan zoolang weg en maak Uw kast open, neem raampje voor raampje uit, stoot of veeg de bijen er af en breek alle moerdoppen uit. Doe dit vooral secuur en goed. Hang ieder raampje terstond weer in.

Zijn alle raampjes van moerdoppen bevrijd, dan laat ge die kast in dien toestand tot des avonds en laat de zwerm inloopen of slaat hem op de kast zooals straks gezegd is. De laatst genoemde manier is het best.

Mochten soms honigkamers reeds gevuld zijn en het volk nog niet hebben gezwermd dan kan men beginnen met het slingeren van honig, zoodra de cellen voor plm. 2/3 raatoppervlakte verzegeld zijn en geen losse honig zich meer in de cellen bevindt.
Dat honigslingeren is een aardig werkje. Lees daarover eens in een goed bijenboek of nog beter, laat U daarin even helpen door iemand, die dit reeds meer bij de hand gehad heeft. Wellicht zullen Uw volken in Juni nog niet zoover zijn, doch nu alles nogal vroeg is, is het ook niet uitgesloten, dat enkele van onze beginners tot de gelukkigen behooren. Wij wenschen hun een goede oogst en een hartelijk "goed slingeren" toe.
J. A. J.

N.B. De teekenaar gaf van het inslaan v.d. zwerm een eenigszins afwijkende teekening. Echter kan het volgens die teekening óók. Denk er aan de raampjes aan te schuiven.