FEBRUARI 1933.

Warnsveld: -0,550; -0,700; -0,800; totaal -2,050 K.G.
Gemiddelde temperatuur 2,6° C, normaal 1,8° C. Gedurende 18 nachten kwam een stand onder het vriespunt voor, terwijl op 2 middagen de temperatuur onder 0° C. bleef. Op 5 middagen werd de 10° C. overschreden. Het zachts! 11,5° C was het op 5 en 9 Febr.; het koudst 7,2° C. onder nul in den ochtend van den 25en. Neerslag: Er viel 28,4 m.M. tegen 46,8 m.M. normaal. 't Was dus een vrij droge maand. Bewolkingscijfer: 6,1, normaal 7,1. Heldere dagen 4, betrokken 9, gemiddeld 3 en 16. Barometer 761,5; normaal 761,6 m.M. Het weer was van 1 —10 Febr. zacht, daarna kwam in iederen nacht met uitzondering van 14 Febr. lichte tot matige vorst voor; overdag heerschte dan meestal lichte tot matige dooi. De neerslag was overwegend licht. Er was vrij veel zonneschijn, vooral van 11—20 Febr. Windverdeeling: N. 10, N.O. 2, O. 14, Z.O. 10, Z. 10, Z.W. 15, W. 21, N.W. 15, stilten 1 op 100 keer. Vliegdagen 7, waarvan 1 zeer goede, 2 goede en 4 zwakke. Vooral op 8 Febr. kwam een prachtige vlucht voor bij 10,9° C, betrokken hemel en matigen Z.Z.W. wind. De overwintering blijft gunstig verloopen en kwamen er in dezen winter geen roerverschijnselen voor.

FEBRUARI 1933.

Soesterberg (Privé-station): In de eerste decade leek deze maand weder betrekkelijk mild te zullen worden, na den 10en kregen wij de keerzijde der medaille te zien en werd het eindelijk winter. We kregen van alles te kust en te keur, vorst, sneeuw, hagel, ijzel, storm enz. Voor onze immen was dat echter niet slecht en kwamen zij nu eens werkelijk rustig op wintertros. In de eerste decade konden de bijen nog 2 dagen vliegen. Tot een werkelijke reinigingsvlucht kwam het niet, dat was trouwens geheel niet noodig bij deze zachte winter, waarbij de bijen geregeld konden uitvliegen. Begin der maand werd reeds de Erica carnea bevlogen, die haar rose bloempjes ten toon spreidde, het sneeuwklokje werd echter nog niet bevlogen. Het verbruik was gering, meer dan de helft minder dan vorig jaar Februari en bedroeg thans in de eerste decade 50 gram, 2e decade 150 gram en de laatste decade 300 gram, totaal 500 gram, of per dag gemiddeld ruim 17,8 gram (vorig jaar totaal 1,100 KG. en gem. 38 gr.). Totaal werd er sinds de inwintering verbruikt 2,950 K.G., tegen 2,800 K.G. in 1932. Thermometerstand: Hoogste dagstand op 9 Febr. met 11° C. laagste op 23 Febr. met 2° C, hoogste nachtstand eveneens op 9 Febr. met 8° C. en laagste op 22 Febr. met 8° C vorst, 's Nachts daalde de temperatuur 17 maal tot of onder het vriespunt, 's daags geen enkele maal. Bewolking: Zon op 5 dagen, bewolkt 18 en bedekt 5 dagen, totaal 28 dagen, waarvan 4 met regen, 4 met hagel, 8 met sneeuw, 1 met ijzel en 2 met storm; totaal 53 m.M. neerslag, tegen 46,8 m.M. normaal. Windrichting hoofdzakelijk uit Z. richting, na den 13en Febr. N.W., vanaf de 21e weder Z. en na 24 Febr. Oost. Vochtigheid der lucht van 45 tot 85%. Barometerstand van 755 tot 774 m.M. Broednesttemperatuur: Hoogste max. stand 25° C. op 7 Febr., laagste max. 2° C. op 21 Febr.; hoogste min. stand 15° C. eveneens op 7 Febr. en laagste min. stand -1° C. op 20 Febr. Verloop der max. temp.stand op 1 Febr. 8½° C, oploopend tot 7 Febr. met 25° C, daarna langzaam verlaging van de temp. tot op 20—21 Febr. met 2°, 22 Febr. 4°, 25 Febr. 2° en tenslotte 28 Febr. 5° C.; min. temp. op 1 Febr. 5½°, 2 Febr. 7°, 3 Febr. weder 5½°, dan tot 7 Febr. oploopend tot 15°, 8 Febr. 11½°, 9 Febr. 14°, verder langzaam zakkend tot 20 Febr. -1° C. met als slot langzaam tot 3° C. op 28 Febr. Op 7 Febr. werd in tegenwoordigheid van een Zeister imker het weegvolk voorzichtig op broed of eitjes onderzocht, er bleken noch eitjes noch broed aanwezig te zijn. Dit onderzoek zal waarschijnlijk de hooge temp. op 7 Febr. tot oorzaak hebben gehad. Den 5en Febr. bloeiden hier het sneeuwklokje en de hazelaar en de 9en de Erica carnea.

MAART 1933.

Soesterberg (Privé-station): Maart heeft dit jaar eens niet zijn staart geroerd. Voor de bijenvolken op de hei is deze maand uitmuntend geweest, bijna iedere dag uitvliegen en stuifmeel van het kat- en griendhout was bij massa's te halen. De volken konden zich dan ook goed ontwikkelen en zwermen zullen dit jaar wel vroeg vallen. Wij hadden deze maand echte zomersche dagen met temperaturen tot 20° C. en volop zonneschijn. Des nachts vroor het af en toe echter nog wel iets. De natuur is dit jaar ongeveer 10 dagen vroeger dan in 1932 sommige bloemen zijn ongeveer gelijk met vorig jaar, anderen daarentegen vroeger. Het verloop van het gewicht alsvolgt: 1e decade + 0.850 K.G. 2e decade + 0.050 K.G. en laatste decade — 0.500 K.G. Totaal + 0.400 K.G. toename. Vanaf 8 Maart werd spec. gevoerd door middel van de Hohlbein drink- of voerplank. Dit is een dikke plank van 5 c,M. dik + 18 c.M. breed en 1 meter lang en is over de geheele lengte voorzien van een 12 a 15tal groeven. In het midden is een inrichting om een Thüringer ballon op te plaatsen. Plaatsen we nu een Thüringer ballon met een slappe suiker- of honingwateroplossing op deze plank dan vullen zich de groeven voor ongeveer 2/3 en vinden de bijen hier een veilige drink- en een natuur nabij komende voederplaats, immers ieder volk kan naar sterkte en ijver deze voerplaats bevliegen. Deze wijze van speculatief voederen is wel de meest natuurlijke. Het komt van buiten, gelijk als bij dracht en ieder volk haalt zooveel als het noodig heeft. Wij storen het volk niet, verliezen geen broednestwarmte, hebben geen gevaar dat het volk onrustig wordt, waardoor reeds dikwijls een koningin werd ingekneld, en rooverij is uitgesloten. Op die manier voeren is de eenvoudigste en vlugste. Dagelijks 1 of 2 ballons op de plank naar gelang het aantal volken. Ik voer ongeveer om half elf en om 2 uur. Eigenaardig is wel, dat tegen deze tijden eenige bijen bij de plank zoeken, voor dien tijd om b.v. 9 of 10 uur en om 1 uur ziet men geen bijtje, een half uur voor de voertijd verschijnen er al een paar en tegen den tijd zijn er reeds eenige tientallen aanwezig. Is de ballon geplaatst, dan is met 10 minuten de plank goed bezet. (Dressuurproeven van Dr. Minderhoud). Dit ter inleiding om even te verklaren waarom in Maart het weegvolk reeds toename aangeeft, het is natuurlijk honing- en suikerwater van de drinkplank. Gemiddelde toename per dag dus bijna 13 gram. Buitentemperatuur. Hoogste dagtemperatuur 20° C. op 27 en 29 Maart, laagste op 20 Maart met 9° C. hoogste nachttemperatuur 10° C. in de nacht van 16 op 17 Maart en laagste in de nacht van 13 op 14 Maart met 2½° vorst. Deze temperaturen zijn dus voor de hoogste 4° meer dan vorig jaar en de laagste zelfs 8° hooger, bij de nachttemperatuur is dit 1° en 6½ hooger dan in 1932. Des nachts zakte het kwik 14 maal onder het vriespunt tegen 22 maal in 1932 (normaal 14 maal). Windrichting tot 6 Maart Oostelijk, daarna tot de 14e Zuid daarna 2 dagen West en tot 25 Maart weder Oostelijk hierna Noord. Bewolking. Zon 16, bewolkt 15 totaal 31 dagen, waarvan 1 met mist, 12 met neerslag met totaal 51 m.M. regenval tegen 51.3 normaal. Sneeuw of hagel niet gevallen. Vochtigheid der lucht van 25 tot 85%. Barometerstand van 738 tot 774 m.M. Broednesttemperatuur. Hoogste max. temperatuur op 29 Maart met 24° C. laagste op 1 Maart met 10° C. Hoogste min. temperatuur op 30 Maart met 19° C. en laagste eveneens op 1 Maart met 2° C. Evenals vorige jaren werd ook thans weder de bak met tarwemeel buiten geplaatst en thans bijzonder druk bevlogen, 's morgens als de bak nog niet buiten was, vlogen vele bijen reeds zoekend rond, totdat de bak weder werd geplaatst, waarna een zwerm bijen op het meel neerstreek. Op 11 Maart werd door de bijen hier het eerste natuurstuifmeel binnen gedragen, terwijl ik 8 Maart het eerste witje (vlinder), op 13 Maart de eerste Pauwoogvlinder en op 15 Maart de eerste Reiger zag vliegen. Bloeikalender (tusschen twee haakjes die van vorig jaar). Winteraconiet 1 Maart (3/3), Crocus 4/3 (26/2). Cornus 5/3, Tuila 9/3 Chinees klokje 17/3 (2/4). Wilg (Salix Copra) 21/3 (1/4), Narcis 25/3 (30/3) Maagdepalm (Zeist) 25/3 (24/2) Prunus 27/3 (6/4) Sterhyacint 29/3 (2/4).