NOSEMA-NIEUWS.


Nauwgezette lezers van ons Maandschrift zullen zich herinneren, dat in het Januari-nummer van dit jaar een verslag heeft gestaan van de Rotterdamsche Rijksseruminrichting over 1931, betreffende in hoofdzaak de bijenziekte "nosema". Dr. Winkel deed daarin het verzoek, om van eventueele ziekte-gevallen monsters bijen naar hem op te zenden ter onderzoek, en bood aan ook andere monsters van normale volken gratis op nosema te onderzoeken.
Ond. get. had in dien tijd juist de leiding van een cursus in bijenteelt te Soest en vond in een der cursusavonden een mooie gelegenheid dit actueele punt in onze bijenteelt te bespreken, en aan de cursisten voor te stellen, een collectieve inzending bijenmateriaal naar Rotterdam te dirigeeren. De volgende weken werden honderden bijenlijkjes in doozen en doosjes aangebracht, voorzien van imkersnaam en nummer der volken. Wegens het mooie vliegweer in Maart waren er onder de kasten bijna geen dooden meer te vinden geweest. De monsters werden dus hoofdzakelijk van korfvolken genomen en wel in de maand Maart. Ze bestonden uit alle doode bijen, die op de bodemplank lagen, waren afkomstig van kleine bijenstalletjes uit drie gemeenten, n.l. Baarn, Soest en Amersfoort.
Van het dertigtal monsters (het juiste aantal is me ontschoten) werd bij onderzoek één gevonden, afkomstig uit Amersfoort, dat positief op Nosema reageerde. Alle overige waren gezond, voor zoover het althans nosema betreft. Op verzoek van Dr. Winkel werd nu in Mei en Juni een keer of wat een monster van het aangetaste volk opgezonden ter nadere observatie. Het is mogelijk, dat het zieke volk de nosema overwint, zich zelf reinigt en gezond wordt.
Te gelegener tijd hopen we hierover een korte mededeeling naar het maandschrift op te zenden. De deelnemers aan de bijen-inzending, voorzoover ze de uitslag nog niet gehoord hebben, gelieven dit tevens als een persoonlijke mededeeling te beschouwen.
Soest.
W. A. VAN ELMPT.