Hoe zullen wij straks onze honig verkoopen ?


Nu de tijd weer nadert dat de honigoogst binnenkomt, stelt menig imker zich de vraag, welke als opschrift boven dit artikeltje geplaatst is. Wel zijn er imkers die een vaste clientèle hebben, hetzij onder particulieren, hetzij onder winkeliers, doch de meesten zien zich elk jaar opnieuw voor de vraag gesteld, wat nu te beginnen om den honing op zoo voordeelig mogelijke wijze aan den man te brengen.

De meeste imkers willen hun honig om vaak uiteenloopende redenen graag zoo spoedig mogelijk verkoopen, en het gevolg hiervan is dat men elkaar dikwijls noodeloos beconcurreert; het aanbod is soms in de herfstmaanden verbazend groot, terwijl er in de voorjaarstijd nog wel eens behoefte aan goeden Nederlandschen honig is.

Het is jammer dat onze vereeniging nog niet over een centrale verkoopsorganisatie beschikt, welke vrijwel alle goede honig kan opnemen, of tenminste eenigszins prijsregelend kan werken, want thans gebeurt het maar al te vaak dat de imkers uit eenzelfde afdeeling elkaar geweldig dwars zitten met de prijzen, zoowel bij particuliere als bij winkelverkoop.

Er behoeven in een afdeeling maar een paar "prijsbedervers" te zitten om de handel in een geheel rayon te bederven. Er zijn ons gevallen bekend dat men honig aan particulieren en aan winkels verkocht voor prijzen, die lager waren dan men bij massaverkoop had kunnen bedingen. Zulks gebeurt natuurlijk veelal uit onkunde of omdat men, door sensatieverhalen van menschen die er belang bij hebben, bang voor zijn eigen product wordt. Daarom kan het zijn nut hebben dat de imkers uit bepaalde afdeelingen eens ruggespraak hielden ten opzichte van de te bedingen prijzen; want ofschoon men van dergelijke afspraken niet te veel moet verwachten, is het toch niet onmogelijk dat men bij onderling overleg soms nog wel eens plaats heeft voor elkanders product. Ons is b.v. een geval bekend, dat van twee leden uit een afd. de één een kwantum pershoning had kunnen plaatsen tegen ± f 8 per 100 K.G. hooger, dan de ander de zijne had verkocht.

Het lijkt ons echter in het algemeen gewenscht dat de imker zooveel mogelijk zijne producten verkoopt rechtstreeks aan den consument, teneinde er nog een loonenden prijs voor te maken. Hij heeft dan echter te zorgen voor een prima gewonnen en keurig verpakt product, zal hij zichzelf niet in één seizoen er uit werken. Aan goede winkeliers kan men minderwaardige of slordige verpakte honig niet kwijt, maar als men er al eens in slaagt om het een particulier in handen te stoppen, dan is zulks toch voor één keer, en men benadeelt niet alleen den klant en zichzelf, doch de geheele honigafzet, omdat men de menschen er afkeerig van maakt. Hoe moet nu echter die verkoop worden aangepakt, zal het gros der imkers er van kunnen profiteeren?

Ons wil het voorkomen, dat één der meest doeltreffende middelen daartoe is het doen houden van honigmarkten of verkoopstentoonstellingen in zooveel mogelijk plaatsen, welke hiervoor in aanmerking komen. Proefnemingen met dergelijke markten hebben in diverse afdeelingen over het geheel genomen zeer goed voldaan; zelfs bestaat de honigmarkt te Eerbeek al meer dan dertig jaar!

Veel hangt voor het slagen van een honigmarkt echter af van de wijze waarop de zaak wordt georganiseerd; en nu wil het ons voorkomen dat het van belang zou zijn om te onderzoeken of het niet mogelijk is om in de opzet van dergelijke ondernemingen wat meer eenheid te brengen. Wanneer men b.v. ziet dat in ettelijke plaatsen van ons land door den handeldrijvenden middenstand tentoonstellingen worden georganiseerd onder leiding van een uiterst bekwamen deskundige op dit gebied, en dat deze schier overal een groot succes worden, dan vraagt men zich steeds onwillekeurig af of iets dergelijks voor onze imkers niet mogelijk zou zijn.

Als er b.v. door de vereeniging een soort reizende tentoonstelling werd samengesteld, en deze kon in de herfst- en wintermaanden van plaats tot plaats gaan, terwijl imkers uit de betrokken afdeeling hunne honig samenbrachten, terwijl een daartoe aangesteld persoon de zaak mee inrichtte, en aan den vooravond der markt een lezing hield over bijen en honig, dan was er o. i. wel iets, ja zeer waarschijnlijk zelfs zeer veel te bereiken.

Nu zal men mij tegenwerpen, "zooiets kost nog al wat geld", accoord, maar als men 20 à 30 procent aan wederverkoopers moet afstaan, of voor een luttel prijsje aan den groothandel moet verkoopen, wat blijft er dan over? Wij willen hier niet in finesses treden over de financiering van één en ander, doch ons dunkt, als er van de verkochte honig een zeker percentage werd geheven, terwijl de afdeeling zoo mogelijk ook iets bijdraagt, dan komt men al een heel eind. Men diene echter te zorgen dat overal uitsluitend prima waar wordt aangeboden, en om dit te kunnen garandeeren, en ook om het publiek te gewennen aan het vragen naar ons heerlijke Nederlandsche product, verkoope men op dergelijke markten zoo mogelijk alleen honig onder Rijksmerk.

Wij hebben met dit artikeltje slechts een richting willen aangeven waarin ons inziens de honighandel met succes kan worden geleid; om de mogelijkheid van uitvoering te overwegen zou er een commissie gevormd kunnen worden, waarin uit den aard der zaak eenige menschen met ervaring op dit gebied zitting zouden moeten hebben.
Wie neemt het initiatief?
LEO VARDENSIS.

Naschrift Redactie.
De wenk die onze medewerker hier geeft is zeker alleszins de overweging waard en strookt vrijwel geheel met de meening der Redactie. Het zij mij vergund op enkele dingen te wijzen.

Op verschillende plaatsen in ons land worden honigmarkten en verkoopstentoonstellingen gehouden. Deze wijken echter wat de opzet betreft belangrijk van elkaar af.
In sommige plaatsen worden speciale honigmarkten in lokaliteiten georganiseerd in andere plaatsen b.v. gedurende de gewone weekmarkten honig verkocht.

Het voordeel van het laatste is, dat men geen publiek behoeft te trekken, omdat dit er al is. Veel goedkooper dus in opzet en naar het mij wil voorkomen veel meer succes. Onze medewerker wil eene commissie daar voor vormen. Stellig zal zijn bedoeling zijn een plaatselijke commissie, omdat honigmarkten zich aan de streek moet aanpassen. Uniformiteit zal naar mijn meening slechts mislukking brengen.
RED.