NEGEN DUIZEND.


Het oogenblik is niet ver meer, of we boeken ons 9000e lid en dat is voorwaar een feit van beteekenis.
In 1924 toch telde onze vereeniging nog geen 6500 leden en slechts een tiental jaren daarna zien we dit aantal met een kleine 2500 stijgen. Alleen in 1933 boekten we tot op heden bijna 900 nieuwe leden een getal, dat nog nimmer tevoren in dit 10-jarig tijdvak werd bereikt.

Dit feit verheugt ons, omdat daaruit blijkt, niet alleen, dat, men hoe langer hoe meer zich aangetrokken voelt tot de bijenteelt, doch ook, omdat men in onze vereeniging een organisatie ziet, die de belangen van de leden zoover dit eenigszins mogelijk is behartigt.

De groote vermeerdering van het aantal leden legt ons echter ook verplichtingen op en wel zulke, welke den beginner in staat stellen spoedig zoo volledig mogelijk met de praktijk van het imkeren op de hoogte te komen. Daarvoor zal noodig zijn imkerscholing en vooral komt daarvoor thans in aanmerking de theoretische voorbereiding tot de praktijk.
Er zijn tal van cursussen en lezingen aangevraagd en stellig zullen dezen winter overal praatavondjes en leerzame bijeenkomsten worden gehouden. Wij kunnen er niet genoeg op aandringen deze avonden te bezoeken.
Wintertijd is vergadertijd. Den besturen van afdeelingen verzoeken wij daartoe de gelegenheid te scheppen, den leden drukken wij op het hart deze bijeenkomsten niet'te verzuimen.

Zoo zullen wij dan,krijgen een schare van doorknede imkers, goed toegerust met kennis voor de behandeling van hunne bijenvolken in het komende jaar.
RED.