DE BIJENWOLF.
Eenige weken geleden ging hier in Z.Limburg het gerucht rond, dat de bijenwolf (Philanthus Triangulum) op verschillende plaatsen was aangetroffen. Het gerucht bleek spoedig werkelijkheid en men was al spoedig in 't bezit van verschillende exemplaren. Of dit soort wesp dan zooveel schade doet? Wij kunnen hierop antwoorden: dat het bij veelvuldig voorkomen een reuze vernieling en achteruitgang der volken kan veroorzaken. Wij willen over de levenswijze het volgende vertellen.
Het wijfje houdt zich in hoofdzaak bezig met het graven van + 30 c.M. diepe gangen in steen- wand- of kiezelbergen vandaar den naam graafwesp. Het legt aan het uiteinde van iederen gang één eitje. Dit eitje ontwikkelt zxh spoedig tot larfjes.
Het mannetje houdt zich in hoofdzaak bezig met het vangen van bijen in het vliegveld. (Is dat wel juist? Red.) Zit een bijtje op eene bloem honing te zuigen dan wordt het meedoogenloos overvallen en lam gestoken, daarna ontneemt deze wolf de honing voor zichzelf en brengt de bij naar het larfje. Zoo worden vijf tot zes stuks bij ieder larfje gedeponeerd om tot opfokvoedsel daarvan te dienen. Dit aansleepen duurt zoo den ganschen dag. Dus geen klein verlies voor den bijenhouder. Het larfje spint zich in en blijft zoo in den grond om 't volgend jaar als volwassen insect te voorschijn te komen en 't vernielingswerk voort te zetten.
Ook vernam ik van ooggetuigen, dat het mannetje wel honing uit de bloem neemt, echter op ruwe wijze, door nl. met zijn scherpe kaken de bloem aan het benedenpunt open te scheuren om zoo den honig te nemen. Dit onder voorbehoud. Men kan den bijenwolf met de hand vangen zonder gestoken te worden, alleen steekt hij wanneer hij tusschen twee vingers bekneld raakt. Ook heeft men kans dat hij zich wel eens aan den vinger vastbijt. Wat we kunnen doen ter bestrijding? We kunnen de broedgangen inspuiten met zwavelzuur, of ook wel op andere wijze zooveel mogelijk storen, meestal bevinden zich de gangen niet al te ver van elkaar.
Jaren geleden kwam in Duitschland deze plaag ook voor, de schoolkinderen gingen ze vangen tegen een kleine vergoeding; heel wat van die plaaggeesten werden zoodoende opgeruimd en verbrand. Hopen we spoedig van dit gespuis verlost te worden.
Hoensbroek, C. DE JONG.
Naschrift Red.
Over de bijenwolf hopen we binnenkort eens een artikeltje te schrijven. (Red)