Wenken voor beginnende kastimkers.

In November moet op den bijenstand de winterrust zijn ingetreden, wel vlieger de bijen bij gunstig weer nog een enkele keer uit, doch werkzaamheden zij:: er op den stand niet meer te verrichten.
Gereedschappen, koninginneroosters, voedertoestellen, honigkamers en leegc raampjes gaan we reinigen en opbergen, terwijl we onze uitgebouwde ramen nazien en sorteeren. Zeer donker (dus zwart) gekleurde broedramen en vooral die met hoeken of strooken darrenwerk worden uitgesneden en met reeds gedurende het geheele jaar verzamelde wasresten gesmolten en uitgeperst. Om een mooie heldergele was te verkrijgen moet dit smelten geschieden in een geëmailleerde c; koperen bak, terwijl het afkoelen van de gesmolten was zoo langzaam mogelijk moet plaats vinden, daar hierdoor verontreinigingen kunnen bezinken en zie!: zullen afzetten aan de onderzijde vanden wasbodem, ze kunnen dan door afkrabben worden verwijderd. Bovendien zal een niet langzaam afgekoelde wasbodem meestal in het midden één of meerdere scheuren vertoonen.

Gedurende de lange winteravonden heeft de imker gelegenheid zijn theoretische kennis op het gebied der bijenteelt uit te breiden door het lezen en bestudeeren van boeken en oude jaargangen van tijdschriften. Deze zijn tegen vergoeding der portokosten te verkrijgen bij de bibliotheek onzer Vereeniging. waartoe aanvragen kunnen worden gedaan bij den bibliothecaris, den Heer L. J. van Rhijn, Bijenhuis te Wageningen, waar tevens een catalogus te verkrijgen is. (a 35 ets. Red.) Ongetwijfeld verdient het aanbeveling hierbij nog even te wijzen op een fout, die bij het bestudeeren van boeken over bijenteelt door kastimkers dikwijls gemaakt wordt, Zoodra deze n.1. in een boek een beschrijving tegenkomen over het gedrag der bijen in korven of van een bedrijfswijze der kor/teelt zijn ze geneigd bij zichzelve te denken „Och die korven zijn verouderd en ik imker in moderne kasten, dus ik behoef deze beschrijving niet meer te bestudeeren".

Ik zou U echter juist het tegendeel willen aanraden; de ronde korf is een bijenwoning, die zich het meest aansluit bij de natuurlijke levenswijze en het wezen der bijen; terwijl deze studie erop gericht moet zijn deze beide (n.l. de natuurlijke levenswijze en het wezen der bijen) zoo goed mogelijk te leeren kennen en begrijpen. Tracht daarom als beginnend kastimker niet uit boeken ingewikkelde en dikwijls min of meer tegen de natuur van het bijenvolk indruischende bedrijfswijzen of methodes te leeren, maar ga eerst na hoe de natuurlijke ontwikkeling van een bijenvolk verloopt en maak U vertrouwd met de voornaamste levensverschijnselen der bijen. Hiertoe kunnen ongetwijfeld goede beschrijvingen over korfteelt zeer veel bijdragen, terwijl ge dan later in de practijk als kastimker als het ware vanzelf zult voelen in hoeverre gij de bijen hun gang kunt laten gaan of wel wanneer en op welke wijze gij zult moeten ingrijpen. Ge zijt dan tevens in staat het doel en de strekking van de verschillende bedrijfswijzen te doorzien en te beoordeelen en deze daardoor op het juiste oogenblik en op de juiste manier toe te passen.

Voor hen, die uit hoofde van hun beroep of door liefhebberij in staat zijn zelf te timmeren, scheppen de wintermaanden de gelegenheid zelf tal van nuttige dingen te vervaardigen. Vooral zou ik willen wijzen op bevruchtingskastjes, waarin 3 Simplex-broedramen passen. De in den handel zijnde en ook dikwijls nagemaakte kastjes (b.v. Graze) geven dikwijls moeilijkheden, of de erin gehuisveste volkjes lijden honger öf ze lijden aan overbevolking en gaan de lucht in, vooral wanneer we ze gebruiken voor het bewaren van reservemoeren om in geval van moer-loosheid spoedig te kunnen helpen. Deze gebreken hebben kastjes voor drie Simplexramen niet, hierin geplaatste volkjes kunnen zichzelf redden, terwijl we ze meestal nog wel eenige keeren een raam broed kunnen afnemen om hiermede een zwakker volk op den stand te helpen. Het maken van deze kastjes is zeer eenvoudig, de inwendige lengte (van voor tot achterwand) nemen we gelijk aan die van een broedkamer, terwijl de inwendige breedte ruimte tnoet geven voor drie afstandsblikjes (dus ca. 12c.M.). Voor de constructie (voor en achter) kan ons een binnenbak van een Simplexkast als voorbeeld dienen, terwijl het deksel met een rand oni het kastje moet vallen. Bij het bepalen van de hoogte verdient het aanbeveling er rekening mede te houden, dat boven de raampjes, behalve voor de dekkleedjes nog enkele centimeters ruimte is om in staat te zijn hierop een stuk borstplaat als voedsel te kunnen toedienen.
E.
L.