OFFICIËELE MEDEDEELINGEN.


Hoofdbestuur.

Voorzitter Dr.Mr. A. v.d. Flier, Zeeweg 287, IJmuiden; Secretaris Joh.A. Joustra, Jan v.d. Heijdenstraat 35, Amersfoort; Leden: Johs Schaafsma, Westerzand; H. Thiel, Oosterhesselen; Joh. v.d. Berg, Kampen; J.B. Loonen, Benteloo; Hendr.Chr. Versteeg, Sprengen Apeldoorn; Mr. F.A. Ebbinge Wubben, Lent; G. v.d. Brink, Wildekamp Bennekom; C. Jansen, Emmalaan 87, Oegstgeest; S.A. de Visser, Nisseweg Kruiningen.
Directeur afd. Handel: J. v.d. Bend, Bijenhuis Wageningen;
Bibliothecaris: L.J. van Rhijn, Bijenhuis Wageningen.


Practische lessen 1934.

Afdeelingen, welke in aanmerking wenschen te komen voor subsidie voor een in dezen zomer te houden practische les of excursie (behoudens nadere goedkeuring van de Regeering) worden verzocht een formulier aan te vragen bij den alg. secr. vóór 15 Februari a.s.


De Hoograam-Versteegkast (H.R.V.)

Naar aanleiding van het artikeltje in het Dec.no. verzocht men ons te melden op hoeveel de kurkplaten komen en de ijzeren onderdeelen.
Wij hebben ons met dhr. Versteeg hierover in verbinding gesteld en deze deelde mede, dat de kurkplaten bewerkt met sponning voor de raamdragers per 4 stuks (voldoende voor 1 kast) ƒ 0.96 kosten. De kosten van de ijzeren onderdeelen (voerbak en drijver, sluitstangen enz. plm. ƒ 3.—) De juiste prijs zal in het Febr.no. bekend worden gemaakt. Men kan zich voor deze deelen (kurkplaten en ijzeren onderdeelen) tot dhr. Versteeg wenden.


Voorstellen voor de Algemeene Vergadering 1934.


1e Voorstel der Afd. Arnhem en Omstreken.

In het belang van een meer rationeele bijenteelt, waarvan het oogmerk is een grootere honingopbrengst per kolonie, wordt door het Hoofdbestuur besloten:
1. Tot oprichting, c.q. subsidieering van een proefstation, dat onder wetenschappelijke contrôle, vergelijkende experimenten houdt met verschillende bijenrassen, o.a. met het Krainer-ras, het Italiaansche en het door jarenlange selectie in Amerika verbeterde Italiaansche ras;
2. Deze niet-inheemsche rassen onder voor alle proefvolken nauwkeurig gelijke voorwaarden te vergelijken met een contrôle-kolonie van inheemsche afkomst.
3. De proefkolonies onder te brengen in V.S.-kasten en gegevens te verzamelen betreffende winterhardheid, voorjaarsontwikkeling, zwermneiging en honingopbrengst.

Toelichting.

De afdeeling voornoemd is van oordeel, dat de bijenteelt in ons land door de overgroote meerderheid der korfimkers gedurende lange reeksen van jaren op anti-selectieve wijze is uitgeoefend, eensdeels doordat als regel de kolonies met den grootsten voorraad werden geslacht en de zwakkere volken met juist voldoende winterprovisie opgezet en voor de teelt bestemd werden, anderdeels omdat bij de korfteelt de zwermdrift op kunstmatige wijze werd aangewakkerd.
Hierdoor is gaandeweg een sterk gedegenereerd bijenras ontstaan, dat eerst na jarenlange selectieproeven weer eenigermate op peil zou kunnen worden gebracht.
Het ligt dus voor de hand, dat het rationeeler is, een cultuurverbetering te doen aanvangen bij eenige reeds sterk geselecteerde en veredelde rassen, dan voort te gaan met selectieve verbetering van degeneratieproducten.
Het proefstation in kwestie vergt geen belangrijke uitgaven. Het bestaat uit vier of vijf V.S.-kasten van gelijke volkssterkte, waarin op hetzelfde tijdstip zuiver gekweekte koninginnen van het te onderzoeken ras worden geïntroduceerd.
Wordt deze proef in het vroege voorjaar genomen, dan geeft reeds de zomerdracht inzicht omtrent de kwaliteit der volken. Hoofdzaak is echter dat de kolonies onder wetenschappelijke contrôle blijven, waardoor een betrouwbaar inzicht wordt verkregen omtrent de resultaten der proef.


Voorstel der Afd. Arnhem en Omstreken.

Op de jaarlijksche Algemeene Vergadering worden in den voormiddag (voor de pauze) de huishoudelijke punten der agenda alle afgehandeld.
In den namiddag (na de pauze) worden andere belangrijke punten ingeleid of behandeld, die in de eerste plaats niet de huishouding der vereeniging betreffen en die vooraf langs reglementairen weg op de agenda zijn geplaatst.

Toelichting der Afdeeling Arnhem en Omstreken.

De behandeling der huishoudelijke punten der agenda is zoodanig ontaard, dat er amper of in 't geheel geen tijd beschikbaar is om belangrijke zaken te bespreken ter bereiking van het doel der vereeniging. Door verschillende afgevaardigden wordt bij begrooting, rekening en verantwoording, jaarverslag, beleid van het bestuur, enz., zooveel tijd gebruikt voor bespreking van kwesties, die feitelijk niet op de algemeene vergadering thuis behooren, of waaraan slechts terloops eenige aandacht mag worden geschonken, dat behandeling van belangrijke punten, die ter bereiking van het doel der vereeniging noodig zijn, achterwege moeten blijven. Bij aanneming van het voorstel onzer afdeeling wordt het den voorzitter gemakkelijker gemaakt om den spreektijd der afgevaardigden belangrijk te beperken, doordat hij het recht heeft aan elke afdeeling, afgevaardigde van kring of bestuurslid, een bepaalden tijd toe te staan voor bespreking van een punt der agenda.
Het is niet de bedoeling onzer afdeeling, het vrije woord te ontnemen aan de afgevaardigden of kritiek niet tot uiting te doen komen, doch de afdeeling wenscht een einde te maken aan het verspillen van tijd. Indien men een belangrijk punt, de huishoudelijke zaken betreffende, wenscht te bespreken, zal men bovendien een voorstel op de agenda kunnen plaatsen langs reglementairen weg, opdat het na de pauze kan worden besproken. Deze regeling heeft dit voor, dat de afdeelingen en afgevaardigden vooraf weten wat er behandeld zal worden en dat ook het bestuur er vooraf kennis van kan nemen, terwijl voorkomen wordt, dat allerlei punten onder de aandacht van de vergadering worden gebracht, welke die aandacht niet waard zijn.
De Afd. Arnhem en Omstreken meent, dat bij aanneming van het voorstel, de alg. vergaderingen vruchtdragender zullen kunnen werken.


3e Voorstel der Afdeeling Arnhem en Omstreken.

De Algemeene Vergadering drage aan het Hoofdbestuur op, te bevorderen:
1e. Dat een onderzoek wordt ingesteld naar de waarde van groote heidevelden voor de bijenteelt en voor andere takken van bodemcultuur, welke bij deze teelt belang hebben;
2. dat aan de hand van de resultaten van het onderzoek eventueel maatregelen worden genomen om voor de toekomst het behoud van voldoend groote heidevelden als bijenweide te verzekeren.

Toelichting der Afdeeling Arnhem.

Waar als vaststaand moet worden aangenomen, dat de bijenteelt in ons land niet alleen voor de honing- en waswinning, doch ook in hoogere en steeds toenemende mate voor de bestuiving der bloemen onzer cultuurgewassen, een groote economische beteekenis heeft, daar is de afdeeling van meening dat niets onbeproefd mag worden gelaten om de bestaansmogelijkheid van het bijenteeltbedrijf zoo goed mogelijk te verzekeren. Nu is het een feit, dat juist door de intensiveering om uitbreiding van de cultuur de bijenteelt steeds meer in de knel geraakt. Het moet dan ook van groot belang worden geacht, dat de organisatie bijtijds het gevaar onder de oogen ziet, dat door een gebrek aan bijenweide in den nazomer ontstaat.
De afdeeling acht het mitsdien gewenscht, dat onze vereeniging dit punt in studie neemt en dat door haar event. in samenwerking met de Regeerings-ambtenaren en andere belanghebbende of -stellende vereenigingen een onderzoek naar dit punt wordt ingesteld, opdat kome vast te staan, welke waarde aan de heide als bijenweide moet worden toegewezen en welke maatregelen eventueel kunnen worden genomen, vooraleer het voor het geheele land te laat is.


Voorstel Afd. Velp.

Het Hoofdbestuur stelle zich in verbinding met de andere Imkersvereenigingen, teneinde er gezamelijk bij de Regeering op aan te dringen opheffing van een invoerrecht op buitenlandschen honig tot een bedrag minstens gelijk aan de accijns op consumptiesuiker.

Toelichting (door het D.B. eenigszins bekort).

Afgezien van de vraag: vrijhandel of protectie, vereischt het groote nut der bijenteelt voor de fruitteelt, dat ter bevordering der bijenteelt zulke maatregelen worden genomen, dat het aantal volken voor de bestuiving voldoende is.
Volgens mededeeling van den Heer Ir. v.d. Plassche in zijn boek: „De fruitteelt in Amerika", wordt daar 1 volk per acre (4050 m2) minstens noodig geacht. Nu bestaat verreweg het meerendeel der Ned. imkers uit liefhebbers, die slechts weinige volken hebben en hiermede zeker niet naar de boomgaarden reizen, zoodat deze voor de fruitteelt van weinig of geen belang zijn.
Noodig is dus een voldoend aantal bedrijfsimkers, die dit wel zullen doen. Maar hun aantal is te gering om de fruittelers afdoende te kunnen helpen. Dat er niet meer zijn is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de groote hoeveelheden buitenlandschen honing, die hier ingevoerd worden en waartegen niet valt te concureeren.
Terwijl suiker voor consumptie met een hoogen accijns belast is, wordt voor invoer van buitenlandschen honing niet meer betaald dan het gewone recht van 10%. Zoodoende zijn er al velen, die in plaats van suiker met goedkooperen buitenlandschen honing verzoeten. Wij achten dit een ongezonden toestand. Billijk zou zijn, op invoer van buitenlandschen honing een invoerrecht te laten betalen even hoog als de suikeraccijns bedraagt. En dan alleen kan de Ned. honing verkocht worden voor een prijs die het bedrijf loonend maakt. Het Rijksmerk echter kan de moordende concurrentie met den buitenlandschen honing niet tegenhouden. Het publiek vraagt er niet naar, als het goeden buitenlandschen honing kan koopen voor veel lageren prijs dan Nederlandschen. En de winkelier, met veel hoogere winstmarge heeft ook veel meer belang bij verkoop van den buitenlandschen honing.
Van contingenteering verwachten wij geen heil. Wel zou dan het verzoeten met buitenl. honing i.p.v. van met suiker wellicht minder worden, maar de zware concurrentie met het inlandsche product bleef bestaan.
N.B. Aangezien een voorstel door minstens 5 afdeelingen ondersteund moet worden om op de agenda der Alg. Vergadering te worden geplaatst, verzoeken wij allen afdeelingen die met ons voorstel het eens zijn, dit vóór 15 Febr. a.s. aan den alg. Secr. den Heer Joustra te Amersfoort te berichten. Wij zenden geen circulaires en verzoeken dringend op het bovenstaand te willen letten.


Vereeniging van Rijksmerkimkers.

Heeren Leden van deze Vereeniging worden verzocht hunne contributie voor het jaar 1934 ad. ƒ 2.50 (Zeemerijen ƒ 5.—) te willen storten op postrekening No. 216947 van den Penningmeester, den Heer F. Frijlink, Kroostweg 19h. te Zeist. Indien 1 Febr. a.s. nog niet is gegireerd, zal per postkwitantie over dit bedrag, verhoogd met de incassokosten, gedisponeerd worden.
Den Afdeelingen, die jaarlijksche subsidie hebben toegezegd, wordt verzocht dit eveneens vóór 1 Februari a.s. te willen doen.
De Penningmeester, F. FRIJLINK.


Honingbeurs der Ver. van R.M.Imkers.

Bij de beurs staan momenteel ingeschreven 5 partijen R.M.honing, totaal groot 850 K.G. tegen een prijs van 60 tot 80 cent per K.G.
Het bestuur heeft besloten, in verband met de tijdsomstandigheden, dat alleen honing van de leden der Ver. v. R.M.Imkers bij de beurs kan worden ingeschreven, zoodat de leden alleen profijt van de beurs hebben. Koopers, ook niet-leden, kunnen monsters gratis aanvragen, onder vermelding van soort en hoeveelheid die zij wenschen te koopen, aan de Honingbeurs der Ver van R.M.Imkers, Soesterberg.


Kort verslag van de jaarvergadering van Ring „Amersfoort en Omstreken",
gehouden op 16 Dec. 1933,
in Hotel-Café-Restaurant De Waag te Hilversum.

Aanwezig, behalve vier leden van het Bestuur, en den alg. Secr. 16 leden der verschillende aangesloten afdeelingen, waarvoor vijf vertegenwoordigers hadden afgevaardigd.
Omstreeks kwart voor acht opende de voorzitter de vergadering met een hartelijk welkom en wees op de goede gewoonte om voor het eindigen van het jaar nog eens samen te komen om de verschillende belangen van den Ring te bespreken en al was de agenda voor dit keer niet zoo belangrijk, toch hoopte hij dat de verschillende werkzaamheden een aangenaam en vlot verloop zoude hebben.

Vervolgens werden de Notulen gelezen en goedgekeurd. Ingekomen waren:
a. een schrijven van Afd. Amersfoort met candidaatstellingen voor de verkiezingen en een voorstel tot herziening van het Reglement der Centr. Marktcommissie, en
b. 2 brieven van Afd. Prov. Utrecht der Pomologische Vereeniging, waarin de verwachting werd gekoesterd, dat in het volgende jaar een aanvang zoude kunnen worden gemaakt met de samenwerking ter uitbreiding van de Bijenweide. Een en ander werd nader toegelicht.

Alsnu werd overgegaan tot het uitbrengen der Jaarverslagen van Secr., Pennm. en Centrale Marktcommissie, welke zonder op- of aanmerkingen werden goedgekeurd. Bij de verkiezing van een Voorzitter, deelde de oude functionaris mede, met den Secretaris een onderonsje te hebben gehad, waarbij besloten werd, dat als deze laatste nog zitting bleef houden, voor zoolang dit mogelijk was, hij dit ook zou doen, daar men ondanks alle moeite geen geschikte personen voor die beide functies had kunnen vinden. Dit besluit werd met groote instemming aangehoord. De Voorzitter werd derhalve herkozen en nadat Afd. Amersfoort haar candidaatstelling voor Secretaris had ingetrokken, werd ook de Secr. herkozen, voor den tijd, dat hij nog in het Ringverband zoude blijven vertoeven.
De Commissaris van den Broek werd evenals de Secretaris der Centr. Markt-commissie, die vanwege groote drukte had bedankt, wederom herkozen, terwijl eerstgenoemde werd verkozen ter aanvulling van de vacature Heittman in de Centr. Marktcomm.. Zoowel de Heer v. d. Broek als de Hr. Frijlink namen deze benoeming aan.

Bij het volgende punt der agenda werd in overweging gegeven, dit jaar geen aflossing van de schuld aan Afd. Amersfoort door de Marktcomm. te doen plaats hebben, doch de vergadering achtte het beter, dat, al was het kassaldo dan ook vrij klein, de bestaande schuld ten deele gedelgd zoude worden.
Het quotum voor 1934 werd evenals voor het afgeloopen jaar gesteld op ƒ 0.15.

Alsnu kwam het voorstel Amersfoort om op de honingmarkten naast R.M.-honing ook gegarandeerd Nederlandschen honing te koop aan te bieden in behandeling en deed een levendige discussie ontstaan. Waar dit voorstel echter niet tijdig in de afdeelingen besproken had kunnen worden, werd besloten het aan te houden tot de Voorjaarsvergadering, terwijl het van tevoren in de afdeelingen ter nadere bespreking zoude worden voorgebracht.

Bij de Rondvraag bracht Afd. Amersfoort de wenschelijkheid naar voren dat het Ringbestuur zoo mogelijk de afdeelingen zoude opwekken plaatselijk in de winkels honingetalages te doen inrichten, opdat de leden gemakkelijker en beter hun honing zouden kunnen verkoopen.
De Voorzitter had reeds meerdere malen overdacht, of het niet goed zoude zijn een Ringcentrale te stichten voor op- en verkoop van den honing der leden doch zag tenvolle de groote bezwaren hiervan in. Het Bestuur zal op een volgende vergadering dit onderwerp nader in studie nemen.
Bussum brengt naar voren, waarom bij de bijenmarktkastjes niet tegelijkertijd Engelsche ramen waren geleverd, waarop wordt medegedeeld, dat deze afzonderlijk er bij moeten worden besteld.
Soest brengt onder de aandacht van het Bestuur of het niet raadzaam zou zijn gezamenlijke Ringpraatavonden te houden, waarop van tevoren ingezonden vragen door deskundigen worden ingeleid en nader besproken, zooals dat bij de Pluimveevereeniging het geval is. Ook dit zal nader door het Bestuur overwogen worden.
Vervolgens brengt de Voorz. „Ons Ringnieuws" ter sprake en vraagt om het oordeel der aanwezigen. Over het algemeen wordt voorgesteld ermede voort te gaan. De Secretaris wijst op de advertenties, die goedkoop zijn en toch een groot deel der kosten kunnen dekken. Ieder heeft wel eens iets te verkoopen.
Verder niets meer aan de orde zijnde, sloot de Voorzitter omstreeks half elf de Vergadering met een woord van dank voor de goede opkomst en belangstelling.
De Ringsecretaris, W.E. ASBEEK BRUSSE.