LUIDT DE NOODKLOK?
Mijnheer de Redacteur,
In het Groentje van Februari las ik een artikel waarin iemand tracht de noodklok te luiden over gansch imkerend Nederland, als zouden alle imkers door de tijdsomstandigheden in nood verkeeren.
Dat het den slingeraars, de leveranciers van potjeshoning, tegenwoordig allesbehalve naar den vleeze gaat, kan ik me voorstellen. Als men, wanneer het getij verloopt, niet op tijd de bakens verzet, geen rekening houdt met de omstandigheden van het heden; blijft doorimkeren op eenzelfde wijze als in tijden van hoogconjunctuur; men zijn bedrijf niet instelt op- of aanpast aan de gewijzigde verhoudingen, dan is het heusch geen wonder, dat men door de tijdsomstandigheden „wordt opgegeten", inplaats, dat het omgekeerde het geval zou kunnen zijn, men het hoofd boven water houdt.
Als laatste redmiddel (in werkelijkheid is het geen redmiddel!) en alsof er geen beter middel zou bestaan, wordt dan door dergelijke kortzichtige menschen, een middel aanbevolen, de pest voor Maatschappij en samenleving, en wel: de invoer van buitenl. honing te verbieden of het invoerrecht op deze honing zoodanig te verhoogen, dat deze honing practisch onverkoopbaar wordt. Gelukkig gaat onze Regeering, indien dergelijke verzoekschriften binnenkomen zeer diplomatiek tewerk en kijkt Zij verder dan de noodklokluiders.
Hebben H H. voorstanders van het protectionistische stelsel, der beschermende rechten en, zooals hier op honing, zich wel eens afgevraagd, wat het zeggen wil een artikel als buitenl. honing onschadelijk te willen maken? met name wat de gevolgen daarvan kunnen zijn?
De grondstof, honing, wordt b.v. voor de koekfabrikanten enz. hooger in prijs, de koek, en verdere fabrikaten worden duurder; kunnen zelfs te duur worden voor de consumenten. Koekfabrikanten en verdere Grootverbruikers beginnen te klagen! En wat kan verder het gevolg hiervan zijn? Geen voldoende afzet meer, honderden arbeiders op straat, honderden stempelaars meer! En wie geeft dezen menschen de kost? De belastingbetalers waaronder ook de imker die de klok luidde. Steeds hooger stijgt de nood der fabrikanten; meer arbeiders komen op straat, steeds hooger wordt . . . . de belasting! En wat hebben de klokluidende imkers thans met hun beschermend recht bereikt??? (Ik haalde slechts de koekfabrikanten als voorbeeld aan.)
Het deed me daarom werkelijk goed, dat er gelukkig óók onder de imkers menschen met frissche koppen zijn, waarin een nuchter verstand schuilt. Imkers, die de tijdsomstandigheden grimmig in de oogen durven te zien en zich weten aan te passen. Ik bedoel het kleine, frissche en zakelijke stukje, voorkomende onder de jerimiades van den klokkeluider. Een klein artikeltje, handelende over het winnen van raathoning en waarover de klokkenluiders in hun vaart, heen gegleden zullen zijn.
Imker uit Dw.; jonge, Ge hebt het bij het rechte end! Ga zoo door! Ik ben het zoo roerend met Je eens. Gij hanteert inderdaad een zeer machtig wapen; machtiger dan een beschermend recht of wat dan ook! Een goed stuk raathoning zal steeds aftrek vinden onder goede cliëntèle. Zeker, daarvoor moet nog méér reclame gemaakt worden! Reclame voor Nederlandsche Raathoning!!!
En zoolang we een dergelijk wapen in de hand hebben, hebben we geen regeeringssteun noodig! Dan wenschen we niet „bedeeld te worden!"
Misschien zullen H.H. protectionisten onder de imkers denken, dat ik tracht stemming te maken tegen zeker Voorstel ? Dit is niet het geval. Ik wensch hier mijn meening weer te geven! In 't belang der Nederlandsche imkers! Dat is mijn doel. Anderen die met mij van meening verschillen; laten deze gerust vóór dat bewuste Voorstel stemmen. We leven gelukkig nog in een vrij Holland, doch een meening zooals die des klokkenluiders, laten we ons zoo maar niet opdringen. Immers: wie zwijgt stemt toe.
Met dank voor de plaatsing.
E. te B.