PRACTISCHE ERVARINGEN.


Geachte Heer Joustra.
In het maandschrift en in het N. v. d. Dag heb ik het stukje gelezen over uw koninginnesteek en tevens dat dit een groote zeldzaamheid is. Er schijnen dit jaar meer buitengewone gevallen te zijn. Zoo trof ik bij het werken in mijn kasten in kast 19 2 beruchte moeren aan. Ik zal u dit geval nu duidelijk verklaren, misschien komen er dan nog meer buitengewone te hooren.
Verleden najaar heb ik al mijn volken dubbel ingewinterd, onder het standvolk, boven een gesalpeterd afgejaagd volk. Doel: in de Lente te vereenigen. Half April heb ik mijn volken vereenigd. Daar ik het nu een tegenstrijdig werk vind om koninginnen dood te knijpen, liet ik er hier en daar een inloopen, niet anders denkende of zij worden toch afgemaakt. Van bedoelde kast 19 heb ik het bovenvolk, dat mij nog al goed leek in een nieuwe kast gezet. Het onderste volk, dus het volk waar het nu over gaat was half April in besten staat, 9 Mei had het de honingkamer reeds volgedragen en heb ik de 2e broedkamer met uitgebouwde raat er op gezet. 15 Mei zijn de bijen weer thuisgekomen van de boomgaard en 18 Mei geslingerd. Mijn bedrijfsplan was om half Juni te separeeren doch daar de volken in goede conditie waren ben ik daar 9 Juni mee begonnen. Toen ik nu kast 19 behandelde zag ik in de bovenste broedkamer op het 8ste raam een ongemerkte bevruchte moer loopen en op het volgende raam dus het 9de de met een witte stip gemerkte. Mijn gedachte was, er zal wel een bij zijn die niet deugt, zoodoende heb ik ze gescheiden, de ongemerkte in de onderste broedkamer, daarop de rooster en honingkamer, dan de scheidingsplank en daarop de 2 broedkamers met de oude gemerkte moer.

Heden 15 Juni heb ik ze weer nagezien. De gemerkte moer had eitjes gelegd in de bovenste broedkamer dus die was goed. Nu de ongemerkte. Hoe ik ook zocht, ze was niet te vinden. Toch waren de bijen rustig en er was geen teeken van doppen te zien. Toen ik de honingkamer nakeek zag ik in de enkele leege cellen eitjes en larfjes van enkele dagen liggen en vond de moer dan al gauw en stuurde haar naar de broedkamer, waar zij thuis hoort. Deze moer is dus ook goed. Ik heb alle 20 broedramen secuur nagekeken of er ook nog iets van een oude dop te zien was, maar kon niets vinden dat er ook maar op lijkt. Nu kan het niet anders of een van die overtollige moeren is er half April ingekomen en er in gebleven en heeft samen gewerkt, er was ook niets van een gescheiden broednest te zien. Aangezien ik het vorige jaar met deze kast veel moeite heb gehad om er een bevruchte moer in te krijgen heeft zij het dit jaar zeker goed willen maken. De Heer v. d. Gein, bijenteeltleeraar in Puiflijk wien ik het geval vertelde, vond het jammer dat ik ze gescheiden had, daar dit een interessant geval voor de wetenschap was. De scheiding was evenwel al gebeurd, zoodat daar niets meer aan te veranderen was.

Mocht dit geval de moeite waard zijn om te vermelden, gaat dan gerust uw gang, misschien dat er dan nog meer buitengewone dingen ter oore komen.
Met imkersgroet,
JAC. JONKER.


Naschrift Red. Enkele jaren geleden trof ik op een en hetzelfde raam van een kast op de Eerbeeksche markt 2 bevruchte moeren aan, ze liepen n.l. naast elkaar! De kast was samengesteld uit gesalpeterde volken. Op den duur zullen de bijen er natuurlijk een uitgooien. Niettemin blijft het verblijf van 2 moeren in een en dezelfde broedkamer een zeldzaamheid. Wie heeft nog meer bizonderheden te melden? RED.