Excursie naar het Gooi door de Afd. Kennemerland.


Op voorstel van een onzer uit Hilversum geboortig, organiseerde onze voorzitter een tocht naar 't Gooi om drie typische bijenstanden te bezoeken. De secr. der afd., de heer Huetinck heette ons te Hilversum hartelijk welkom en met zijn echtgenoote vergezelde hij ons naar de bijenstand van dhr. La Mark aan de Nieuw-Loosdrechtscheweg. In 't bosch, terzijde van die weg, aan de voet van dennen en eiken stonden roodbruine teeltkastjes. Daar trad door de boomen imker La Mark op ons toe en nooit nog zagen wij zulk een volmaakt type van een rasechte imker; een man in de bloei der jaren, groot en breed geschouderd, met sprekende gelaatstrekken en sterke oogen, een stoere kracht van oermensch, maar gestempeld met die verheven rust en goedmoedigheid, die de ware natuurkinderen kenmerkt. Deze man doet niet mee aan de strijd en de jacht van de „maatschappij", hij leeft voor zijn imkerij in 't bosch, verzorgt zijn bijen onder de geurige dennen en op warme zomerdagen vergast hij zich aan 't blijde immengegons. „Hoor", zegt hij ons met een gebaar om stilte — en wij luisteren; een hoog krachtig zoemen ruist boven ons, „de mooiste muziek voor een imkersoor!" Gelukkige mensch voor wie de stemmen der natuur nog welsprekend en boeiend zijn!


Nog wat dieper in 't bosch en daar staat de bijenstand: een lange, lange rij van.....ja, wat denkt ge? Korven? Ge verwacht niet anders van deze eenvoudig uitziende ouderwetsche imker. Doch, ge vergist u. Dhr. La Mark werkt uitsluitend met kasten. Is hij geen goed voorbeeld voor nog vele imkers op de hei en in de bosschen die maar geen afstand kunnen doen van korven, die hun geen zuivere slingerhoning kunnen leveren en waaruit de raathoning er met brokken en vaak nog kleverig uitkomt?

De klacht: „de kasten zijn te duur" gaat niet op. Imker La Mark vervaardigt zelf zijn kasten „Tukkermodel" uit margarinekisten, die reeds de vereischte maat hebben:

de kosten zullen niet veel meer bedragen dan die van goede korven en men behoeft waarlijk geen timmerman te zijn om de reeds op maat zijnde kisten te promoveeren tot doelmatige bijenwoningen.

In 't Hilversumsche wordt veel de Tukker-kast gebruikt; Tukker zelf was een imker uit Hilversum. Het zijn 8-raams kasten, de ramen zijn iets hooger dan die van de Simplex, die door Kelting gelanceerd is en waarmee wij Kennemerlanders, als leerlingen van Kelting, meer vertrouwd zijn. Door het 8-raams-systeem wilde Tukker de bijen dwingen spoediger de honingkamer in te trekken, hetgeen vooral op de hei, waar de dracht kort is en 't broednest reeds geringer van omvang, van belang is. De bijen van dhr. La Mark waren zeer steeklustig, maar bleken goede honinghaalsters te zijn. „Mijn vader hield niet van makke bijen", klonk zijn rustige diepe stem en ondanks 't gebruik van de carbollap bleef menig angeltje achter op des imkers forsche hand, die laconiek met een groot zakmes werden weggestreken. Prachtige verzegelde honingraampjes toonde hij ons uit de kasten met met dubbele honingkamers. Onze Alg. Voorzitter Dr. v. d. Flier moet hem er echter op wijzen, dat hij niet de goede carbol gebruikt. Het moest zijn phenolum liquefactum, waarvan de werking zooveel sterker was. Als straks de linde en de heide te Hilversum bloeien, wat zal het dan honingen op de imkerij in 't bosch!


Daar vandaan bracht de autocar ons naar de Hollandsche Rading, waar, beschut onder hooge looftboomen, de lieflijke stand van dhr. Floor was, aan den rand van een bloeiend en gelend korenveld. Een fraai perspectief vormden de witte korven (met kalk en koemest bestreken tegen bederf) de Tukker kasten (zelf vervaardigd van margarinekisten) en weer witte korven met als sluitsteen een groote korf versierd met een hooge krans van stroo, die 't geheel 't aanzien gaf van een Oostersche pagode.

Heerlijke fantasie van een bijenvader, een gepensioneerd ambtenaar, die nu zijn levenstijd wijdt aan den kostelijken zorg voor zijn korven en kasten vol edele en nijverij insecten. Ook hier evenals bij dhr. La Mark, een toewijding, een liefde, de honingbij waardig!



Ons derde bezoek gold dhr. Raad aan de Hoflaan te Hilversum, een goede bekende in de imkerswereld. We vonden in hem, niet alleen een echte bijenvader, maar ook een man van vernuft, initiatief en sterk persoonlijk karakter. Hier geen kasten van Tukker, Kelting of buitenlandsch fabrikaat, maar een kast van eigen vinding en maaksel: de Raadkast, enkel en tweelingmodel. In 't Januari- en Februarinummer 1933 van de „de Practische Imker" geeft dhr. Raad een zeer heldere beschrijving van beide modellen, van haar groote voordeelen en eenvoudige behandeling.

Men kan er alles in uitvoeren: omhangmethode, vereenigen van twee volken tot één voor groote dracht, het automatisch opvangen van zwermen met behulp van de „Alley's trap" die precies op 't vlieggat past. Over dit laatste punt wijdde dhr. Raad uit en ons aller conclusie na zijn betoog was: de zwerm wordt er absoluut mee beheerscht, doordat de moer in de val loopt en wachten moet tot de imker haar bevrijdt. Bij 't tijdig en goed plaatsen van de Alley's trap, (ongeveer een week voordat men de zwerm verwacht) is de kieps nooit noodig en kan men rustig uitgaan: de zwerm zal niet verloren gaan. Maar — ik dacht aan de groote zomerfeesten die mijn bijen onlangs gevierd hebben, aan de heerlijke zwermzang over de wei en in de boomgaard, aan de prachtige donkerglinsterende bijentros in de ligusters of wat hooger in de appelboomen, aan de spanning bij 't zoeken van de moer in de kieps! Het aanschouwen van 't hoogtepunt van 't bijenleven in zijn zwermen, dat wordt door de moerval ten eenenmale uitgesloten; mechanisch vangt men de zwerm-koningin en mechanisch wordt de zwerm in een woning gebracht! Doch voor wie een stand heeft onder hooge boomen of ver van huis of op 't dak, voor diegenen is de Alley's trap het aangewezen en onvolprezen instrument om de zwermen te beheerschen, vooral indien hij over niet voldoende handigheid beschikt in 't knippen van de moer of geen tijd heeft de kasten grondig na te zien in de zwermtijd.

Dhr. Raad toonde ons in een observatiekastje van 3 ramen boven elkaar 't intieme bijenleven: de moer deponeerde haar eitjes in schoongepoetste cellen, een bijtje voerde de werfdans uit om zijn zustertjes deelgenoot te maken van een pas gevonden drachtplaats, enz. Doch in die lange smalle kast kon 't volkje niet overwinteren. Dhr. Raad had een andere observatiekast laten bouwen voor een volk op 10 ramen, dat zeer goed overwintert. Zonder de glazen wanden te openen kon hij op vernuftige eenvoudige wijze de ramen één voor één van elkaar verwijderen en zóó de stand van 't broednest observeeren; een volledige honingkamer stond op de broedkast. Alleen reeds 't bekijken van die prachtige observatiekast in de woning van dhr. Raad zou een tocht naar 't Gooi loonend maken.

Als besluit van 't leerrijke bezoek presenteerde Mevrouw Raad ons een heerlijke verfrissing op den warmen dag en na een genoeglijk zitje in haar rustige tuin vertrokken we weer naar Kennemerland, vol herinneringen aan 't Gooi: aan bijen, natuurschoon en menschelijk vernuft.

MELLOPHILA.