Wenken voor beginnende kastimkers.


Rust, absolute rust voor onze bijen; dit moet het wachtwoord zijn voor de imker in de wintermaanden, waarvan we Nov. als de eerste kunnen beschouwen. We moeten echter deze rust niet in dien zin opvatten, dat de bijen in 't geheel niet mogen uitvliegen, juist zoo nu en dan een vliegdag met niet te lange tusschenpoozen bevordert een goede overwintering. Rust!! hebben we op te vatten als: geen verontrusting van buitenaf!!

Zeer belangrijk zijn in dit opzicht de ervaringen en uitspraken van ervaren imkers verzameld door Dr. Winkel en opgenomen in de maandschriften van Sept. en Oct. 1934. Hoewel aanvanklijk als bijna iedere opsomming van feiten eenigszins saai en dor lijkend, zou ik iederen imker willen aanraden: “Lees deze artikelen niet alleen, doch bestudeer ze, vergelijk de verschillende uitspraken", en ge zult ondervinden, dat ze in staat zijn u een levend beeld van de overwintering der bijen te schilderen, waardoor ge u des te beter zult kunnen indenken in de eischen, waaraan onze wintervolken moeten voldoen om zoo voorspoedig mogelijk door de winter te komen.

Daar er dus op de stand geen werkzaamheden meer te verrichten zijn, kunnen we onze gereedschappen en hulpmiddelen opbergen. Voedertoestellen, koninginne-roosters, honigzolders, leege ramen, reisramen, seperators, enz., worden grondig gereinigd, ontdaan van voorwas en op een droge plaats opgeborgen.

De wasresten, die we gedurende het geheele jaar verzameld hebben, worden gesmolten en uitgeperst. Het afkoelen en stollen van deze was moet zoo langzaam mogelijk geschieden, waardoor verontreinigingen kunnen bezinken en zich zullen afzetten aan de onderzijde van de wasbodem (wasvoet). Bovendien zal een niet langzaam afgekoelde wasbodem meestal één of meerdere scheuren yertoonen.

Gedurende de lange winteravonden heeft de imker gelegenheid zijn theoretische kennis op het gebied der bijenteelt uit te breiden door het lezen en bestudeeren van boeken en oude jaargangen van tijdschriften. Deze zijn tegen vergoeding der portokosten te verkrijgen bij de bibliotheek onzer Vereeniging, waartoe aanvragen kunnen worden gedaan bij de bibliothecaris, dhr. L. J. van Rhijn, Bijenhuis te Wageningen, waar tevens een catalogus te verkrijgen is a 35 cts. Bij deze studie moet het ons doel zijn, ons zooveel mogelijk te verdiepen in de natuurlijke levensgewoonten en de natuurlijke ontwikkeling van het bijenvolk.

Laat u daarom aanvankelijk niet verwarren door ingewikkelde bedrijfswijzen en methodes als het ware uit het hoofd te leeren, daar u hierdoor het eigenlijke doel van deze bedrijfswijzen ontgaan zal. Zeer aan te bevelen b.v. is het (ook als kastimker) de oudere bedrijfswijzen der korfimkers te bestudeeren, daar deze meestal minder van de natuur afwijken. Ge krijgt hierdoor een zeker gevoel voor de bijenteelt, waardoor ge later in de practijk zult kunnen beoordeelen in hoeverre ge de bijen hun gang kunt laten gaan of wel wanneer en op welke wijze ge zult moeten ingrijpen. Ge zijt dan tevens in staat het doel en de strekking van de verschillende bedrijfswijzen te doorzien en deze daardoor op het juiste oogenblik en de juiste manier toe te passen.

Amateurs, die het bijenhouden meer als sport of als onderdeel van hun natuurliefhebberij beschouwen, zou ik willen aanraden bovendien eens boeken te lezen, die de natuurwetenschappelijke kant van het insectenleven beschrijven, b.v.
de dissertatie van Dr. Minderhoud over de wijze, waarop de honigbij haar voedsel verzamelt.



Tenslotte kan de imker, die over voldoende handigheid beschikt, gedurende de winter tal van hulpmiddelen zelf timmeren. Zoo kunnen b.v. als voederinrichting zeer goed houten bakjes gebruikt worden die veel eenvoudiger zijn dan de bekende voederflesschen. In het bijenboek van Joustra staat hiervan een zeer goed model. Ook het maken van enkele bevruchtingskastjes (bij voorkeur voor drie simplex-broedramen, zoodat deze ramen ook in de standvolken gebruikt kunnen worden) is zeer aan te bevelen.
E. L.