Vragen te richten aan dhr A. Oonk, Warnsveld.


Vraag 209. Ik heb 3 Simplex- en 2 reiskasten (achterbehandeling). Midden Aug. heb ik hierop afgejaagde volken gedaan. De broedkamer is al bijna half uitgebouwd, Hoe moet ik nu tewerk gaan om hiervan sterke volken te krijgen? Kan ik hierop in 't voorjaar de eerste zwermen uit korven bij opslaan? Zoo ja, op welke wijze? Maken de bijen zelf dan de moer dood? Is het ook mogelijk om afgejaagde volken te koopen? Deze afzonderlijk dan door den winter te brengen en dan in't voorjaar bij elkaar te voegen en zoo ja op welke wijze?
G. J. O. te L. gem. A. (Gld.)
Antwoord: U schrijft, dat midden Aug. de broedkamer al bijna half is uitgebouwd. Als U met voeren nog wat is doorgegaan, kunnen Uw volken voor den winter al flink sterk zijn geworden.
Om deze kasten nog verder te versterken, kunt U er in 't voorjaar de voor-zwermen der korven wel bij opslaan. Zit echter de oude moer nog in de kast, dan moet U bij dit samenvoegen zoowel het kastvolk als den voorzwerm uit den korf vooraf met suikerwater flink natmaken. Daarna kunt U den voorzwerm op het kastvolk stooten. De moer behoeft U niet uit te zoeken, dat zal bij de vereeniging in de kast wel worden uitgemaakt.
Heeft Uw kastvolk echter al gezwermd en is de zwerm zonder moer op de kast teruggevlogen en wilt U dit kastvolk nu nog met een voorzwerm uit een korf versterken, dan stoot U den korf voorzwerm in een wan, zoekt de moer uit en laat nu de bijen op de kast loopen. Deze vereeniging kan zonder natmaken geschieden, omdat de bijen zich vanzelf vereenigen, omdat beide in zwermtoestand verkeeren.
Ook kunt U in 't najaar afgejaagde volken koopen, deze opvoeren en afzonderlijk den winter doorbrengen. U kunt dan bovenop elke Simplexkast een volk plaatsen door een plank met vlieggat van het onderste volk gescheiden. In 't voorjaar kunt U elk volk voorloopig zijn gang laten gaan. Einde April, begin Mei, in elk geval vóór den zwermtijd moet U van deze beide volken één volk maken. U neemt dan de scheidingsplank weg, legt een koninginnerooster tusschen de beide volken en verwijdert de moer uit het bovenste volk. Na een dag of zes kijkt U de bovenste bak na op moerdoppen, welke U wegbreekt. U krijgt nu zeer sterke volken, waarmee U naar verkiezing slinger- of raathoning kan winnen. De reiskasten met achterbehandeling leenen zich voor deze doeleinden minder gemakkelijk dan de Simplex.

Vraag 210. Ik heb eenige bevruchtingskastjes en "zou gaarne weten hoe ik met de minst mogelijke risico een jonge bevruchte moer aan een bestaand volk kan toevoegen ter vervanging van de oude moer. Kan men dit van April tot en met September doen?
C. J. v. d. L. te H. (Z.)
Antwoord: U neemt de oude moer uit het volk. Gebeurt dit in den zomer tijdens een dracht en heeft het volk geen zwermplannen, dan kunt U direct een andere moer in een kluisje toevoegen en dit in den regel na 24 uur openen en de moer tusschen het volk laten loopen.
Zitten de bijen echter verdacht om het kluisje en maken zij een sissend geluid, dan moet U nog een 24 uur wachten en kijken hoe dan de toestand zich laat aanzien. In den regel is de zaak in de eerste 24 uur al in orde.
In tijden met geen gewin gaat de toevoeging van een nieuwe koningin wat moeilijker. U kunt op dezelfde wijze als bovengenoemd te werk gaan en de dracht nabootsen door het volk wat suikeroplossing toe te dienen. De gedachten worden afgeleid en de kolonie geraakt door de voedering in een behaaglijken toestand. Ook laat men de moer wel — vooral als het een duur exemplaar is — een week lang op het volk tusschen de broedramen liggen. Na een week breekt men de aangezette moerdoppen weg, steekt een propje was voor het moerhuisje, voert het volk een weinig en kijkt den volgenden dag eens, of de koningin uit het het kluisje geslopen is. Na een week kan men de kast dan eens nazien op larven en eitjes.
In den regel bevalt de eerstgenoemde methode goed en zij gaat vlugger dan de tweede. Hoofdzaak is de gedachten van de bijen af te leiden en deze in een toestand te brengen, dat zij goed geluimd zijn en dit is bij gewin of een nabootsing hiervan het geval.

Vraag 211. Ik heb last van rupsen in mijn korven en kasten, welke in een soort spinrag leven en die de geheele kast op den duur verteren. Het is een witte rups 2 a 3 cm. lang. Is hier iets tegen te doen?
S. de J. te K. (Fr.)
Antwoord : De door U beschreven rupsen zijn niets anders dan de beruchte wasmotlarven, die de bijenraten opvreten en zich daarna inspinnen. Later komen uit de cocons wasmotvlinders, welke weer eitjes in de raten leggen, waaruit opnieuw wasmotlarven en vlinders ontstaan. U moet die wasmotlarven zoo spoedig mogelijk dooden door Uw kast of korf flink uit te zwavelen, waardoor de wasmotlarven en vlindertjes gedood worden.

Vraag 212. Is zwermverhindring mogelijk op de volgende wijze: indien het volk zwermrijp is, de moer er uit halen en 5 dagen later de moerdoppen wegsnijden op één na, of acht U dergelijke behandeling te riskant?
J. H. R. te K. bij W. (Qld.)
Antwoord: U kunt deze methode toepassen. Beter is echter ca, 8 dagen met het uitsnijden der doppen te wachten nadat U de moer afgenomen hebt. Eenig risico blijft er aan verbonden, indien die eene dop eens mocht verloren gaan. Verstandiger zou het zijn jonge moeren in kleine kastjes te laten bevruchten en deze dan 16 dagen na het afnemen van de moer, in het moerlooze volk in te voeren.

Vraag 213. Hierbij zend ik U een insect, veel gelijkend op een bij. Vele menschen hier denken ook, dat het een bij is. Dit is echter volgens mij niet zoo. Zij komt hier voor in den gevel van een oud huis, waar zij in de voegen een massa gaatjes gemaakt heeft en waar zij dan ook onophoudelijk in- en uitvliegen bij gunstig weer. Zoudt U mij in 't Groentje s.v.p. willen antwoorden wat voor een insect dit is en of het ook schadelijk is. Verleden jaar kwamen zij, volgens zeggen, in denzelfden gevel voor, doch- niet in zoo'n groot aantal als nu.
W. de R. te D. (Z.H.)
Antwoord: Ik heb het insect aan den Rijksbijenteeltconsulent dr. ir. A. Minderhoud opgezonden.
Deze schreef mij: "Dit is een zoogenaamde Solitaire bij", die niet in kolonies leeft, maar geheel op zichzelf.
Dit soort huist veel in muren, leemwanden, enz., heele troepen bij elkaar, doch allemaal in afzonderlijke celletjes.
De naam is "Anthophora parietina F.".
A. OONK.