Wenken voor beginnende kastimkers.

Afdeling Handel van onze vereniging voert in haar advertentie op de eerste omslagpagina van het Maartnummer de leus: „Voorjaarstijd is vernieuwingstijd", en dit is het voor onze bijen wel zeer in het bijzonder. Niet alleen van de zijde van den imker, doch ook voor de bijenvolken zelf. De bijen, waarmede het volk uit de winter komt, zijn geboren in September en October, ze hebben dus in het voorjaar vooral in April door het vele werk, dat gedaan moest worden, veel van hun levenskracht ingeboet. Vele van deze winterbijen verlaten de kast om er niet weer terug te keren. Ze worden echter vervangen door de jonge uitkomende bijen. We zien dus, dat in het voorjaar als het ware het gehele volk vernieuwd wordt. Maar ook de huishouding wordt geheel opnieuw opgezet.

Begin Maart is er b.v. zo goed als geen stuifmeel in de kast aanwezig. In de tweede helft van Maart en in April echter worden hiervan grote hoeveelheden door de haalbijen aangedragen en opgeborgen in ledige cellen, die zich rondom het broednest bevinden, zodat we op ieder raam een cirkelvormige strook van stuifmeelcellen aantreffen, terwijl de raten, die links en rechts naast het broednest hangen dikwijls voor het grootste gedeelte met stuifmeel gevuld zijn. Zodra het in begin April een mooie zonnige dag is, kan de grote voorjaarsinspectie plaats vinden. Raam voor raam wordt nagezien. De oude donkergekleurde raten en die met veel darrenwerk worden aan de buitenzijde van de kast geplaatst, om ze in Mei door andere met gehele vellen kunstraat te vervangen. Eigelijk behoort dit sorteren der raten reeds in het najaar bij het inwinteren te geschieden. Aan de volgorde der ramen van het broednest moet echter niets veranderd worden, wel kan het soms nodig zijn, het broednest als geheel te verschuiven, wanneer het volk zich niet in het midden van de kast bevindt.

De bodems van de kasten moeten gereinigd worden, daar zich hierop meestal dode bijen, wasresten, afgeknaagde deksels en stukjes voorwas bevinden. Bij de Simplex of W.B.C. kast gaat dat reinigen het eenvoudigst, wanneer we in het bezit zijn van een reservebodem. We vervangen dan de bodem van de eerste kast door deze reserve, maken de eerste schoon en plaatsen deze onder de tweede kast; de derde kast krijgt dan weer de schoongemaakte bodem van de tweede kast enz. Bij het opstellen der kasten moet er vooral op gelet worden, dat ze zuiver horizontaal staan, zodat de ramen zuiver verticaal komen te hangen. Dit is nodig, omdat een bouwende bijentros steeds verticaal hangt, waardoor ook de door hen gebouwde raten een zuiver verticale stand innemen (denk aan het schietlood).
Hangen nu de ramen niet verticaal, dan zullen raat en raam niet samenvallen. Dikwijls wordt de raat dan aan onder- en zijkant vastgebouwd aan een der naast liggende ramen; hierdoor geeft dan het uitnemen der ramen, vooral bij honingkamers, grote moeilijkheden en wordt soms wel geheel onmogelijk.

Daar er begin April nog niet zoveel bijen in de kast zijn, is de moer gemakkelijk te vinden; we nemen daarom dadelijk deze eerste gelegenheid te baat, haar aan een zijde beide vleugels weg te knippen. Wanneer dan straks de zwermtijd aanbreekt, zal deze geknipte moer wel de kast verlaten, echter niet met de zwerm de lucht ingaan, maar voor de kast op de grond vallen. De bijen, die zich meestal eerst nog wel gedeeltelijk als zwerm aan een tak of iets dergelijks neerzetten, bemerken spoedig, dat de koningin er niet bij is en vliegen dan op de kast terug. Vooral voor hen, die door hun werkzaamheden overdag niet bij hun bijen kunnen zijn is, dit knippen zeer aan te bevelen.

Het beste is het de koningin bij het knippen met de linkerhand bij het borststuk te vatten en met een scherp schaartje in de rechterhand de vleugels aan één zijde weg te knippen. Door sommige imkers wordt het gedaan, terwijl de koningin vrij op de raat loopt; deze manier is echter vrij gevaarlijk, ze vereist een vaste hand en vooral wanneer de koningen bij de eerste poging min of meer verontrust wordt, hebben we grote kans haar poten of zelfs haar achterlijf te beschadigen.
Nemen we een koningin in de hand, dan moeten we er in het bijzonder op letten, dat onze handen vrij zijn van vreemde geuren, daar de bijen hiervoor zeer gevoelig zijn, zodat ze de koningin misschien zouden afsteken. Was daarom uw handen van te voren en gebruik hiervoor geen geparfumeerde zeep.

Wanneer het weer gunstig is, kunnen we na half April het volk door speculatief voeren tot grotere broedaanzet prikkelen. We voeren dan om de andere avond kleine hoeveelheden van een niet te dikke suikeroplossing (b.v. 2 suiker op 3 water). Soms wordt er aan dit drijfvoer een ei of ook melk toegevoegd. Van dit mengsel mag echter niet te veel worden toegediend, daar het in de raten opgeborgen spoedig tot bederf overgaat. Het beste is het daarom hoogstens iedere avond een eetlepel ervan tussen de raten te gieten. Voor streken, waar de bijen voldoende stuifmeel kunnen halen, is dit toevoegen van eiwit overigens overbodig, daar het stuifmeel voor de bijen de natuurlijke eiwitbron is. Een zeer goed drijfvoer is ook stamphonig, dat wil zeggen afvalstukken honig met zoveel mogelijk stuifmeel uit ronde korven of ramen, die we in het najaar in een bus hebben samengestampt. We kunnen deze in het voorjaar verdunnen met wat warm water.
Indien nog zeer veel verzegeld voedsel in een volk aanwezig is, behoeven we niet speculatief te gaan voeren. Het ontregelen van dit voedsel, waardoor de bijen het gaan verplaatsen, geeft hetzelfde effect. Ook kunnen we een dergelijk volk een of twee ramen met voer afnemen en deze geven aan een dat minder ruim voorzien is.
Daar de bijen in het voorjaar, wanneer er nog niet veel te halen is, zeer gemakkelijk gaan roven, moet ge zeer voorzichtig zijn geen voer te morsen of onbedekt binnen het bereik der bijen te laten staan. Bovendien is het goed de vlieggaten wat klein te houden, zodat de bijen ze goed kunnen verdedigen.

Om de volken goed te kunnen beoordelen, is het nodig van ieder volk zoveel mogelijk aantekeningen te maken. Zeer goed gaat dit in een cahier, waarin we voor elk volk één of meer bladzijden reserveren en hierop het gehele jaar door onze notities maken b.v. betreffende volkssterkte, aantal ramen broed, voedselvoorraad, veel of weinig darrenbroed, zwermen, jonge of oude koninginnen, voeren, versterken met ramen broed of bijen, honigopbrengst, enz. We hebben dan op elk ogenblik de gehele geschiedenis van het volk voor ons, terwijl we vooral de koninginnen met elkaar kunnen vergelijken.

Daar de bijen in het voorjaar nog zeer weinig steeklustig zijn, moet ge trachten ze zoveel mogelijk zonder kap of sluier en in elk geval zonder handschoenen te behandelen. Alle overmatige en vooral snelle handbewegingen boven een geopende kast moeten vermeden worden. Ook het gebruik van de carbollap of van veel rook is in het voorjaar geheel overbodig. De rook ontwikkeld met behulp van een gewone pijp of een sigaar is ruim voldoende.

L. te E.