Grouw




Rôlje, rôlje, wetterweagen,
Rôl je en brûs om 'tâlde Grou!
Miriaden foar ûs eagen, Fleagen,
stouwen om ûs Grou. Rôlje,
rôlje ûs foarby.
Hirde Friezen bliuwe wy.

(Dr.i.H.HALBERTSMA).


Als iemand u de naam noemt van een plaats, waarvan gij nimmer hebt gehoord, die gij niet uit eigen aanschouwing kent en waarvan gij misschien niet eens vermoedt, waar ter wereld ze ergens ligt, dan zegt zo'n plaatsnaam u niets.
Voor anderen daarentegen, die zo'n plaats wél kennen, kan ze een vertrouwde klank zijn, die gedachten en herinneringen oproept.

Zó is het met de plaatsnaam, die boven dit artikeltje is afgedrukt en die bij ons, Friezen, herinneringen oproept aan zonnige dagen vol levensblijheid, gedachten aan witte zeilen op blinkende meren, omzoomd door oeverriet, dat meer dan manshoog oprijst.

Grouw: dat is water, eindeloos water, dat onze onvolprezen wolkenluchten weerspiegelt of dat bruist en woelt en tegen de steven der schepen uiteenspat.
Grouw: ondanks de stroom van vreemdelingen die het jaar-in jaar uit trekt, heeft het z'n eigen stemming, z'n eigen sfeer gehouden.

De oude toren zag aan z'n voet geslachten opgroeien én verdwijnen. Aan de voet van die toren leefden de gebroeders Halbertsma, die in de landstaal verzen en verhalen schreven, die nog door bijna iederen Fries worden gelezen. De dichters vindt ge niet meer onder de levenden tussen de oude huizen, maar hun roem leeft voort. En geen „plezierboot" die muziek aan boord heeft, nadert 't âlde Grou ('toude Grouw) zonder het Dokter Eelisje Sankje (het Dokter Eeltsje Halbertsma lied) te spelen.

Dat lied is niet te vertalen, het Fries eigene, dat er in klinkt, de rijkdom van de Friese taal, die minstens even groot maar zo geheel anders is dan het Nederlands, laat zich niet vertalen zonder dat het resultaat stuntelig klinkt: Rol dan, rol dan, watergolven, Rol en bruis om 't oude Grouw. Myriaden voor onz' ogen Vlogen, stoven om ons Grouw. Rol dan aan ons oog voorbij. Harde Friezen blijven wij!

Er blijft niet veel van de schoonheid van zo'n lied over als het z'n rijm en z'n klankschoonheid verliest. Maar ge kunt er toch uit voelen, dat de dichter ontroerd was door de grote schoonheid van de wateren rondom het oude dorp.
Het zou heel moeilijk zijn, om dat voor u nog lege woordje Grouw" inhoud te geven en ik zal me daar ook niet aan wagen. Want als ge de Dertiende" bezoekt, zult ge Grouw en z'n omgeving immers zelf zien en dat zal u meer zeggen dan vele door mij volgeschreven bladzijden.

En (ik mag toch wel een kleinigheid verklappen, mijnheer Joustra?) als we met onze boten Grouw naderen zullen we, der traditie getrouw, óók "het Dokter Eeltsje Sankje" horen spelen om dan onder de tonen van het Friese Volkslied Grouw binnen te varen.

Huizum (Fr.) RINK GROENVELD.