De bezuigingsplannen van de regering
en de bijenteelt.


Het Rijkswerk spoedig tot het verleden?

Aardappelstroop als honing!

Wederoptreden van de „Waterfrits".

Tot de bezuinigingsplannen van de Regering behoort o.a. het buiten werking stellen van de Warenwet. Misschien is het nog niet tot allen doorgedrongen wat dit zeggen wil en vooral zeggen wil t.a.v. onze imkers. Wordt de Warenwet buiten werking gesteld, dan worden ook al de besluiten, die op die Wet steunen uitgeschakeld.

Zo zal dan b.v. het Honingbesluit buiten werking komen. Dit besluit is nog geen 10 jaar oud nl. van 7 Aug. 1925 en bevat de wettelijke voorschriften voor honing. In dat besluit zijn de wettelijke benamingen van honing vastgelegd en heeft de kunsthoning de plaats gekregen, die hem toekwam. Dat besluit geeft ook de bepalingen weer, waaraan honing moet voldoen, zodat, om maar eens één geval te noemen, honing welke geen diastatische fermenten bevat — welkedus de voornaamste eigenschappen van honing verloren heeft — slechts als „verhitte honing" in de handel mag worden gebracht.

Vóór het in werking treden van die Wet hebben we vaak „honing" aangetroffen welke bestond uit een aardappelstroopje met een honinggeurtje, welke onder de veelzeggende benaming „gemengde bloemenhoning" in de handel werd gebracht. Het publiek kreeg de indruk, dat het een mengsel was van honing van verschillende bloemen, doch inderdaad was het een greintje honing vermengd met veel, zéér veel aardappelstroop.....en de prijs was f 1,45 per pondspot!

Aan dergelijke minderwaardige praktijken werd door het Honingbesluit een einde gemaakt en het is wel merkwaardig, dat van dat ogenblik af het publiek werkelijk honing ging lusten. Vóór die tijd had menigeen een afschuw van honing..... wij ook.....van zulke „honing".

Maar nu zal alles weer anders worden. Het publiek krijgt weer zijn aardappel-stroopje en, dank zij het optreden van de „Waterfrits" zal men ook en vooral zijn „vloeibare".....vooral vloeibaar.....honing krijgen.

De imker zal niet angstvallig meer met zijn thermometertje behoeven te werken, want of de honing 40 of 100 graden C. verhit wordt, wie doet je wat? Maar het publiek zal het gelag moeten betalen. Het zal zich wel geen knollen voor citroenen laten verkopen, doch om te onderscheiden of men met honing, verhitte of „gemengde" bloemenhoning te doen heeft, daar is een fijner onderscheidingsvermogen voor nodig.

Maar er is meer! Met heel veel moeite en kosten hebben we eindelijk het Ned. honingcontrólestation gekregen. Het begon zo'n beetje te lopen. Ja „lts a long way to Tipperary", doch de weg is toch niet eindeloos en zo zoetjes aan zouden we wel bij het eindpunt zijn gekomen De bezuinigingsplannen van de Regering maken ook aan het Rijksmerk een einde. Niet slechts omdat we onze f2000.— subsidie niet meer krijgen, doch omdat het Rijksmerk een voortvloeisel is uit het Honingbesluit en dit weer steunt op de Warenwet, ergo, derhalve, het kind zal tegelijk met de moeder ten grave dalen.

Maar, we zullen de lijdensbeker tot de bodem moeten ledigen. Op onze laatste Alg. Verg. kregen we de indruk, dat er wel kans bestond dat zgn. declaratiedwang zou worden ingevoerd. Onze lezers weten wat dit zeggen wil. Als b.v. importeur A. honing importeert, dan zal hij bij het in de handel brengen op zijn potje moeten zetten „buitenlandse honing". Niemand zal dit onbillijk vinden en wij verbazen ons er al sedert lang over, dat dit niet bij alle niet in ons land gewonnen producten, voorzover dit mogelijk is, imperatief is voorgeschreven. Hoe het ook zij, importeur A. kan zijn Amerikaanse honing onder zulke etiketten in de handel brengen, dat de inhoud Nederl. waar doet vermoeden.

Meneer A. kan echter gerust zijn, want als de bezuinigingsplannen van de Regering doorgaan, dan is het uitgesloten, dat er declaratiedwang komt en hij kan zijn wie weet — waar — gewonnen honing in een flaconnetje doen en er een keurig etiketje op plakken met een grote Nederl. bijenstand en een klinkende Nederl. naam; wie doe je wat??!!

Het ziet er dus voor den bonafide imker niet rooskleurig uit.
Maar we zullen niet met de handen in de schoot mogen blijven zitten. Men zou al geen imker zijn, om geen uitweg meer te weten. De toestand is echter zeer moeilijk, doch misschien is er nog wat te redden en zo niet.....welnu,
we hebben wel meer moeilijke karweitjes opgeknapt en stellig zijn er reeds denkende imkers aan het werk om zich in de eventueel nieuwe situatie in te werken. De komende tijden stellen ons echter voor schier onoverkomelijke problemen.
JOH. A. JOUSTRA.