(Vragen te richten aan dhr. A. Oonk, Warnsveld).


Vraag 256. Wat zijn de beste kleuren voor het beschilderen van de voorkant van dicht bij elkaar staande bijenkasten met het oog op het niet vervliegen van bijen en koninginnen ?
H. G. te N.N. (Z.)
Antwoord :
Het is misschien wel mogelijk, dat de bijen er wat voordeel van hebben, als de kasten in verschillende kleuren zijn geverfd, doch noodzakelijk is dit niet. De bijen herkennen hare woning door middel van kentekens uit de omgeving. De beste kleur is zeer waarschijnlijk wit, doch geel is ook goed.

Bijen vervliegen zich meer dan men denkt. Dit valt het beste op, als men een kolonie gele bijen tussen zwarte bijen heeft staan. In de volken, die het dichtst bij de gele kolonie staan, treft men de meeste gele bijen aan, terwjjl deze gele bijen ook in andere volken voorkomen. Heeft men alleen zwarte bijen, dan bespeurt men van dit vervliegen niets.

Het beste is de volken niet al te dicht op elkaar te zetten, doch er kleine tussenruimten of plankenschuttingen tussen te maken. Een bij vliegt altijd tegen de wind op en nu kan het bij een vrij lange rij volken gebeuren, dat de middenste volken veel bijen verliezen, die op de kantvolken vervliegen. Dit gebeurt nog al eens, als men de bijen naar de hei heeft gebracht en men, vóórdat zij zich hebben ingevlogen, een winderige dag treft.
Koninginnen vervliegen zich niet zo spoedig, deze zijn zeer voorzichtig en verkennen de omgeving van haar woning met bijzondere zorg.

Vraag 257. Kan een koningin, die niet gekweekt is uit zwermdrift, doch uit nood, dus in een redcel, even goed zijn, als een koningin, die uit een natuurlijke cel is geboren ?
J. H. te E. (Gld.)
Antwoord :
Een koningin uit een redcel kan wel goed zijn, doch ik zou de voorkeur geven aan een moer, die uit een natuurlijke cel is geboren.

Vraag 258. Moet een zwerm voor of achter in de kast geplaatst worden ?
J. H. te E. (Gld.)
Antwoord :
Een zwerm dient in het midden der kast te worden geplaatst.

Vraag 259. Kan een moer ook verwisseld worden door een moercel en de koningin dan te knippen ? Zal zij dan niet gaan zwermen ?
J. H. te E. (Gld.)
Antwoord :
Een oude moer verwisselt men het gemakkelijkst door een jonge bevruchte. Men vangt de oude moer uit en doet de jonge bevruchte in een kluisje en hangt deze boven in de broedkamer. Er mogen natuurlijk geen zwermplannen in het volk aanwezig zijn, anders helpt deze methode niet. Is er geen dracht, dan zou men wat voedsel kunnen geven. De bijen komen dan in een behaaglijke stemming. In de meeste gevallen wordt de jonge moer reeds binnen 24 uur aangenomen.

Vraag 260. Is baardvorming steeds een teken, dat er spoedig een zwerm afkomt, of kan het ook door de warmte komen ? Mijn volk doet het 3 dagen achter elkaar, doch een zwerm komt niet, zeer warm weer. De kast staat in de schaduw van een seringboompje, heeft bovendien een 15 c.M. breed afdakje boven het vlieggat. Bij nakijken werd een moer gezien. Kast gaf vóór 20 dagen een bromzwerm, die ik heb opgezet en 14 dagen daarna een nazwerm, welke ik weer op de kast heb geslagen.
M. N. te O. (Z.H.)
Antwoord :
Baardmaken is wel vaak een voorteken van zwermen, doch niet altijd. Men moet hierbij steeds in het oog houden, of het volk nog zwermen moet. In Uw geval was de bromzwerm reeds afgekomen en afzonderlijk opgezet, terwijl U de nazwerm reeds vóór 14 dagen weer op de kast terugsloeg. Bij U was het baard maken alleen een gevolg van de warmte. Hadden de bijen wel voldoende ruimte ?

Vraag 261. Kan een volk gaan zwermen zonder koningin ? Mijn eerste zwerm kwam 29 Mei, ging hoog door de lucht, zette zich pas 500 M. verder. In 2 gedeelten gehaald en op nieuwe kast geslagen. Na % uur was alles leeg en op de oude kast terug gevlogen. Deze laatste bleek de oude moer nog te bevatten en enkele moerdoppen in de melk.
M. N. te O. (Z.H.)
Antwoord :
De mogelijkheid bestaat, dat de bijen reeds uittrekken en dat de moer niet meekomt. Ik heb zulk een geval ook al eens meegemaakt. Het komt echter zeer weinig voor.

Vraag 262. Hoe maak ik een broed afleggertje ? Met een raat met een gesloten moerdop, één met stuifmeel en uitlopend broed en één met honing ?
M. N. te O. (Z.H.)
Antwoord :
Dit is goed. U moet echter niet te weinig bijen bij doen, met het oog op het afvliegen van oude bijen naar de oude standplaats.
A. OONK.