(Vragen te richten aan dhr. A. Oonk, Warnsveld).


Vraag 263.
Ik heb enige oude kasten gekocht, welke ik van binnen en buiten geschilderd heb, doch ook weer van binnen met witkalk bestreken. Is dit de juiste behandeling? Broed- en honigkamer uitgewassen met kokend soda-water, niet geschilderd of gewit.
S. S. te A. (U.)
Antwoord: Ik zou een kast niet aan de binnenkant schilderen, alleen met witkalk bestrijken lijkt mij beter. Uw gevolgde werkwijze is uit een gezond-heids-oogpunt bezien wel aan te bevelen, als men oude kasten met broed- en honigkamers overneemt.

Vraag 264.
Ik wilde zelf een kast maken van Triplex. Kan ik deze nu van binnen en van buiten eerst met blanke lak doen om het vocht te weren ? Daarna van binnen witkalken en van buiten gewoon groen schilderen ? Broed- en honingkamer wilde ik van Triplex maken. Kan dat?
S. S. te A. (U.)
Antwoord: Kasten maakt men in de regel niet van triplex. Of dit zal voldoen, kan ik U niet zeggen. Is triplex wel bestand tegen vocht?? Geschilderde kasten duren langer, doch ik denk, dat ongeschilderde kasten beter voor de bijen zijn, vooral des winters, omdat deze laatste het vocht gemakkelijker doorlaten. Carbolineum is beter dan verf, mits men de kasten vroegtijdig carbolineert, zodat de lucht er geheel af is, als men ze met een zwerm bevolkt. Men heeft carbolineum in kleuren. Bij het schilderen, schildert men
alleen de buitenranden, soms oliet men de binnenwand wel. Broed- en honingkamer schildert men echter niet. Hoe gemakkelijker het vocht naar buiten kan, hoe beter. In het voorjaar ziet men op de buitenrand vaak verfblaren, waaronder water zit. Sluit men alles te secuur af, dan kan schimmelvorming in de kast optreden.

Vraag 265. Hoe kan ik het beste handelen om een korf met bijen in een kast over te brengen ?
L. E.te M.(L.)
Antwoord: Deze vraag is reeds meermalen uitvoerig in ons „Groentje" beantwoord. Zie vragen 87 en 109 Jrg. 1933 blz. 90 en 160. Ook dit jaar kunt U deze vraag beantwoord vinden in vraag 238, Mei-nummer blz. 116. Indien U in 1935 abonné op ons Maandblad is geworden, moet dit nummer toch zeker in Uw bezit zijn.

Vraag 266.
Het is zeer druk op de vliegplank van gaande en komende bijen. Plotseling ziet men, dat één of meer bijen een collega beetpakken en deze van alle kanten betasten. Na enkele ogenblikken laten ze de bij gewoon liggen, waarna de aangevallene zich wat oppoetst en wegvliegt. Ook zag ik er enkele weer in de kast kruipen. Het is geen gevecht, want de aangevallene blijft kalm liggen.
L. E. te M. (L.)
Antwoord: De bijen, die betast worden, zullen zeer waarschijnlijk vreemde bijen zijn. U moet overdag geen voer onderin de kast zetten, anders zoudt U roverij kunnen uitlokken. Voeren doet men bij voorkeur 's avonds. Het voeren van boven in de kast in ballons is overdag minder gevaarlijk, toch verdient het de voorkeur dit 's avonds te doen.

Vraag 267.
Tot nog toe gebruikte ik steeds de bekende Simplexkasten. Hoewel zeer mooi, vind ik deze echter niet eenvoudig en te groot. Zijn er kasten in de handel, die wat kleiner zijn en enkelwandig? Kunnen bijen in enkelwandige kasten goed overwinteren zonder enige risico? Kunnen er ook honig-kamers op geplaatst worden ? Mochten er kasten zijn, die aan bovengenoemde eisen voldoen, kunt U mij dan een adres opgeven?
N. S. te L. (Gld.)
Antwoord: Er zijn wel kasten in de handel, die wat kleiner zijn b.v. 7 of 5 ramen. In de advertentie-kolommen van ons „Groentje" vindt men wel kleinere kasten aangeboden, doch die zijn meest dubbelwandig.
Bijen kunnen evengoed in enkelwandige kasten overwinteren. Ik zelf heb ook enige enkelwandige kasten op 5 ramen ; hierop kan men een enkelwandige kast laten maken, waarin de honingramen passen.
Ik heb echter weinig voordeel gezien in kleine kasten, of op 10 ramen. In een kast met 10 ramen kan men veel meer bijen fokken. In streken met een behoorlijk gewin zal men toch de voorkeur geven aan de gewone Simplexkast, als men hiermede gewerkt heeft.

Vraag 268.
Gelieve mij, indien mogelijk, tekening met de maten erbij te zenden van de Tweevolkskast, waarin ik Simplexramen kan plaatsen.
E. J. K. te D.(Gld.)
Antwoord: De tweevolkskast bestaat uit 2 broedkamers, welke van elkaar door een tussenschot zijn gescheiden. Deze 2 broedkamers hebben een gemeenschappelijke honingkamer, gescheiden door een koninginnerooster. Wenselijk is, dat de broedkamers eenzelfde raammaat hebben, zo mogelijk ook de honingkamer.
De kast heeft 2 vlieggaten aan de voorzijde gescheiden door een vooruitstekend tussenschot (neus) om 't vervliegen der bijen te voorkomen. U kunt de afmeting der kast zelf bepalen. Als U de Simplexramen gebruikt, zijn het feitelijk 2 Simplexkasten aaneen getimmerd, als U tenminste 10 broedramen in elke broedruimte gebruikt.
De kast is uitvoerig beschreven in Joustra's Bijenboek en met afbeeldingen voorzien. Ik kan u dus verder naar dit boek verwijzen.

Vraag 269.
Gaarne zou ik bestek en tekening hebben voor een bijenstand van
8 kasten om deze in de komende winter hieronder zo doelmatig mogelijk te kunnen plaatsen.
E. M. te B. (Gr.)
Antwoord: Men zet de kasten liefst 10 a 15 c.M. van elkaar op 2 regels, welke op paaltjes in de grond worden bevestigd. Deze regels plaatst men zo, dat de kasten ca. 30 c.M. van de grond staan. Hierom bouwt men een houten loodsje. De dakbedekking kunt U b.v. nemen van golfplaten en liefst, dat de afwatering naar achteren plaats vindt. De kasten zet U bij voorkeur met het gezicht op het Oosten. Regels en bijenstand kunt U met carbolineum bestrijken. Dit is doelmatig en kunt U elk jaar even herhalen, als de bijen b.v. naar de hei zijn. Bijenkasten boven elkaar plaatsen is niet aan te bevelen, als de behandeling van boven geschiedt.

Vraag 270.
Kan ik mijn bijen, die dit jaar in korven zijn, na de heidracht zonder bezwaar overbrengen in kasten en zo ja op welke wijze gebeurt dat?
E. M. te B. (Gr.)
Antwoord: U kunt de bijen afsalpeteren of afkloppen en dan in de kasten doen. De broedruimte voorziet U van hele vellen kunstraat. U kunt daarna de bijen met suiker opvoeren. Het is wenselijk, dat U deze bewerking niet al te laat doet, opdat de bijen nog wat stuifmeel kunnen verzamelen.
A. OONK.