1865 — VON HRUSCHKA. — 1935

In ons Julinummer gaf dhr. Gout enige beschouwingen over honigslingers. Wij hadden daar enige regels aan willen vastknopen, omdat het dit jaar juist een eeuw geleden is, dat de honigslinger werd uitgevonden, doch ons ontbrak daartoe voldoende plaatsruimte.

In dit nummer willen wij echter iets van deze uitvinding vertellen en noemen dan eerst de uivinder zelf nl. Majoor F. E. von Hruschka.

Officierszoon, koos hij de militaire loopbaan, nam op 46-jarigen leeftijd ontslag en vestigde zich in Dolo bij Venetië. Hij legde zich met zeer veel energie op de bijenteelt toe en beschikte al spoedig over een stand van ver over de 100 volken, welke later aangroeide tot 400 stuks.

Zeer veel proeven nam hij en hij bestudeerde vele vragen op bijenteelt gebied en zo kwam hij door een toeval tot de uitvinding, welke wij node zouden kunnen missen en welke de pas meer bekende mobielbouw grotere vlucht zou doen nemen.

Nu was het mogelijk, zonder de raten te beschadigen zuivere honing te winnen. Nu was men niet meer verplicht de raten samen te persen, doch men verkreeg op zeer eenvoudige wijze het bijenproduct in zijn schoonste vorm.

Natuurlijk week de eerste honingslinger vrij belangrijk af van de tegenwoordige, doch zelfs die eerste slinger was technisch vrij volmaakt, hetgeen geen wonder was, omdat Majoor von Hruschka zich al eerder had bezig gehouden met het probleem om uit honing suiker te verkrijgen.

Het gelukkige slot van deze pogingen bracht ons een van de meest onmisbare imkersgereedschappen, zonder welke wij nimmer zo 'n eerste klas product zouden kunnen winnen.

Enige tijd daarvoor had Mehring de kunstraat uitgevonden en zo kwam deze uitvinding nu ook meer in het brandpunt van de belangstelling te staan.
Aan de uitvinding van Majoor von Hruschka hebben wij moderne imkers zéér, zéér veel te danken en wij juichen het plan van Prof. Armbruster om een gedenksteen op zijn graf te doen plaatsen namens alle imkers van de wereld dan ook van ganser harte toe.
RED.