(Vragen te richten aan dhr. A. Oonk, Warnsveld).

Vraag 271.
Ik heb onder mijn volken veel bijen met beschadigde vleugels en zelfs die ze geheel kwijt zijn. Ik begrijp niet waar dat van komt. Kunt U rnij ook enige inlichtingen geven?
L. E. te F. (O.)
Antwoord: Als de bijen de korenbloemen in Juni en Juli bevliegen, treft men veel bijen met beschadigde vleugels aan.

Vraag 272.
Een buurman wees mij een klein hol in de grond. Hij meende hier met een wolf te doen te hebben. Gaarne ontving ik van U nadere inlichtingen wat men onder wolf verstaat. Kunt U mij een beschrijving geven en hoe kan ik dit insect vangen?
Th. A. A. T. te H. gem. d. H. (N.H.)
Antwoord: Onder wolf verstaat men de bijenwolf. Dit is een grote vijand der bijen. De werkzaamheden van de bijenwolf zijn de laatste jaren uitvoerig in de bijenteeltschriften en dagbladen beschreven, zodat ik U hier naar kan verwijzen. In Joustra's bijenboek kunt U ook een beschrijving van dit insect vinden. (1)
De bijenwolf is de laatste jaren in verschillende plaatsen van ons land waargenomen. Als U zich bij het hol opstelt, kunt U de wolf misschien met een vlindernetje vangen. Mocht U er een kunnen bemachtigen, dan zoudt U dit insect kunnen opzenden aan den rijksbijenteeltconsulent Dr. Ir. A. Minderhoud te Wageningen met verzoek U te willen medelen of het werkelijk een bijenwolf, of een gewone graaf wesp is.

Vraag 273.
Als men was zuivert, moet men dan water in de pan doen? Zo niet, bestaat er dan ook gevaar van aanbranden ?
J. W. te 's-G. (N.-H.)
Antwoord: Als men was opsmelt, doet men steeds een hoeveelheid water in de pan, bij voorkeur regenwater. Men mag nooit eerst het was opsmelten en dan er water aan toevoegen. Dit is zeer gevaarlijk en kan overkoken veroorzaken als het was reeds geheel gesmolten is en nog op het vuur staat. Dus eerst water in de pan, dit aan de kook brengen en dan het was erin doen.

Vraag 274.
Mijn bijenvolken zijn dit jaar aardig zwaar. Ik moet meest korven opzetten van 40 à 50 pond. Dit doe ik niet graag, omdat ze dan in 't voorjaar nog zoveel honig hebben en geen voldoende broednest. Kan ik er niet een gedeelte honig uithalen? Gaarne Uw oordeel hierover.
E. W. te C.(Dr.)
Antwoord: Als U de volken goed oprookt, zoudt U er een gedeelte honig uit kunnen halen. Ik zou dit karweitje dan liefst in de late namiddag doen, teneinde zoveel mogelijk roverij te voorkomen. U zoudt dan nog enige suiker kunnen bijvoeren, opdat de volken nog wat raat aanzetten, waarin de moer kan leggen.

Vraag 275.
Als ik bijv. begin Mei de oude koningin uit een kast wegneem en 21 dagen daarna een jonge bevruchte koningin inbreng, heb ik dan nog te vrezen, dat zulk een kast in die zomer nog zal zwermen?
J. S. te A. (Gld.)
Antwoord: U behoeft niet ten volle 21 dagen te wachten. U kunt een jonge bevruchte koningin reeds na 16 a 17 dagen invoeren. In de regel zal een jonge moer in diezelfde zomer niet meer zwermen.
Binnenkort zal iets meer van de bijenwolf worden gepubliceerd. Red.

Vraag 276.
Wanneer ik in 't voorjaar de koningin knip, kan ik daar dan ook nadeel van hebben b.v. voor de leg of iets dergelijks?
J. Sch. te A. (Gld.)
Antwoord: Ik heb reeds verscheidene koninginnen geknipt, doch nooit enig verschil kunnen ontdekken tussen geknipte en ongeknipte moeren. Het broednest was altijd even prachtig.

Vraag 277.
Moet ik na het slingeren de honigkamer weer op de broedkamer zetten, of is het voldoende, dat de bijen 's winters alleen in de broedkamer verblijven ?
G. K. te C. (Dr.)
Antwoord: Als de honigkamer is geslingerd, zet men deze 's avonds wel weer op de broedkamer om haar 's nachts door de bijen te laten schoonlikken. Daarna verwijdert men haar de volgende dag weer, als er geen honig meer voor de bijen te halen is. Het is voldoende, dat de bijen 's winters alleen in broedkamer verblijven.

Vraag 278.
De broedramen zitten ook vol heidehonig. Nu staat in ,,'t Groentje", dat deze ook geslingerd moeten worden met een Erica-borstel of Kolbtoestel. Ik ken deze toestellen niet. Kan ik de broedramen ook slingeren zonder deze toestellen, of komt dan het aanwezige broed in de honig?
G. K. te C. (Dr.)
Antwoord: Heihonig is taai en zeer moeilijk uit de ramen te slingeren. Daarom moet deze honig eerst een vóórbewerking ondergaan met de Ericaborstel of het Kolbtoestel, alvorens de ramen uitgeslingerd kunnen worden. De Ericaborstel en het Kolbtoestel met de afbeeldingen worden in ,,Joustra's Bijen-boek" op pag. 455 en 456 beschreven. Zonder deze toestellen kunt U de ramen niet slingeren. Ramen, waarin broed voorkomt, slingert men bij voorkeur niet. *

Vraag 279.
Het is mijn bedoeling een deel der bijen uit de korf over te brengen in de kast. Nu schrijft ,,het Groentje" dat dit kan door afsalpeteren. Wilt U mij even inlichten, wat dat is en hoe daarbij gehandeld moet worden?
G. K. te C. (Dr.)
Antwoord: Dit kan door uitkloppen of afsalpeteren geschieden. Het afsalpeteren is uitvoerig in ,,Joustra's Bijenboek" beschreven. Ik kan U dus hiernaar verwijzen.

Vraag 280.
Ik heb in de honigkamer nog nieuwe vellen kunstraat gehangen. Kunnen deze nu nog geschikt worden om eventueel in de winter te dienen voor overwintering, of moet ik er dan de geslingerde ramen met werk in-hangen? Dit met het oog op de suikervoedering.
G. K. te C. (Dr.)
Antwoord: Een honigkamer zet men in het najaar niet meer op de broedkamer. Men heeft dus alleen met de broedkamer te doen. Heeft men slechte broedramen of die te vol heihonig zitten, dan kan men er enkele uitnemen en door kunstraat vervangen. Geslingerde broedramen, mits deze nog mooi zijn, kunnen ook worden gebruikt. Voert men dan suiker, dan zullen deze ramen mooi worden uitgebouwd en met eitjes worden belegd. Vooral dit najaar, nu de kasten beneden vol heihonig zitten, is uithalen van een viertal broedramen met honig zeer gewenst. Deze worden vervangen door ramen met kunstraat. De koningin krijgt nu weer gelegenheid eitjes af te zetten. Doet men dit niet, dan heeft men in het a.s. voorjaar veel kans op zwakke volken, omdat het broednest bijna verhonigd is.
A. ONK.
*