GROTERE AANDACHT VOOR ONZE HONING.

Wij achten het wenselijk onze lezers onder de aandacht te brengen, dat ook hier te lande vooruitgang te bespeuren is van de aandacht welke ons kostelijk natuurproduct, de honing, van verschillende zijden geschonken wordt.

In de allereerste plaats kunnen wij mededelen, dat de „Coöperatieve Groothandelsvereniging „DE HANDELSKAMER" H.K." te Rotterdam naast haar buitenlandse honing thans ook onze Nederlandse honing onder RIJKSMERK tot zich getrokken heeft en hiervoor in hare organen op krachtige wijze propaganda maakt door opname van desbetreffende artikelen. Men moet zich goed indenken, wat het zeggen wil, zulk een instelling, die eerst niets van Rijksmerkhoning wilde weten, nu zover te hebben gekregen, dat ze dergelijke artikelen nu plaatst en die honing nu verkoopt.

Voorts kunnen wij er op wijzen, dat in het "Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde" van Zaterdag 14 September j.l. een referaat van een artikel van Dr. Zaisz in het Münch. med. Wochenschrift 1934, blz. 1891 over „Der Honig in auszerlicher Anwending" van de hand van den Heer C. Knapper en onder de titel „Honing als wondantisepticum" voorkomt, terwijl in het „Geneeskundig Tijdschrift der Rijksverzekeringsbank" van September j.l., blz. 262, een artikel over „Honing in de Wondbehandeling" van Dr. H. Feikema te Nijmegen wordt aangetroffen, waarin hij de door hem verkregen resultaten met toepassing van honing bij wonden mededeelt, terwijl hij o.a. schrijft: "Ik heb nog verschillende gevallen op deze manier behandeld, maar na de eerste behandeling overgegeven aan den eigen arts.

Ik weet wel, dat het aantal gevallen niet groot is, en, hadde ik het plan gehad om ze te publiceren, dan waren mijn aantekeningen uitgebreider geweest, maar men rekent de uitslag niet, men telt het doel alleen". En verder schrijft hij zeer kenschetsend : „Gaarne zou ik collega L. verzoeken, in het vervolg inplaats van een flesje jodiumtinctuur bij een apotheker, waarover hij niet gerust is, mevrouw L. een potje bloemenhoning bij den kruidenier te laten halen en dit te gebruiken. U bevordert dan meteen het nationale product, U zult er erg veel plezier van hebben en het is zeer goedkoop, wat wil men meer".

Imkervrienden, langzamerhand begint het voor onze Nederlandse honing ook te dagen; al meer en meer begint men in te zien, dat honing inderdaad zeer goed in de geneeskunde toegepast kan worden en dat het geen "humbug" is te verklaren, dat honing naast een overheerlijk genotmiddel ook een probaat voedingsmiddel en ongetwijfeld ook een zeer goed geneesmiddel is en mogen wij Dr. Zaisz te Heiligenkreuzsteinach ten zeerste dankbaar zijn, dat hij jarenlang honing in zijn practijk op de meest uiteenlopende wijzen en in talloze ziektegevallen heeft toegepast en er zijn collega's telkens op gewezen heeft, welk een weldaad de honing de mensheid bewijst en vragen wij ons af, of het niet wenselijk zou zijn zijn geschriftje "Der Wert des Honigs" voor ons land te doen bewerken en zo mogelijk voor rekening van onze Vereniging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland te laten drukken en uitgeven, wat de schrijver ervan reeds jaren geleden verzocht heeft.

Het wil ons voorkomen, dat, nu door deskundigen niet alléén op zijn arbeid in wetenschappelijke tijdschriften wordt gewezen maar ook door onze eigen medici er de aandacht op gevestigd wordt, welke waarde honing bij wondbehandeling bezit, het voor onze Nederlandse imkers van het hoogste belang kan worden geacht als naast de telkenmale verschijnende artikelen in verschillende couranten en tijdschriften een brochuretje beschikbaar wordt gesteld, waarin een ieder lezen kan, dat wat de couranten over honing vermelden, ook inderdaad op deugdelijke gronden berust en waarheid bevat.

Maar al te weinig is er op dit gebied hier te lande geschied, laten we toch allen eendrachtig samenwerken, om onze zo prachtige honing wederom de plaats te doen innemen, die hij zo ten volle waard is, waardoor ook onze bijenteelt weer kan gaan bloeien en welke imker is er, die daar geen oren naar heeft?
W. E. ASBEEK BRUSSE.