BIJENTEELT IN FRIESLAND.

Inleiding van dhr. Y Stienstra te Leeuwarden op de 13e Nederlandse Imkersdag.
(Vervolg).

Zoals gezegd kan bij gunstig weer de klaverdracht hier buitengewoon goed zijn, waardoor mislukkingen bij het omhangen en separeren niet zo vaak voorkomen en zulke ongedeelde volken heel wat honig kunnen halen. Ik weet van zeer betrouwbare imkers met niet te groot aantal volken, dat ze soms wel 80 tot 100 pond klaverhonig per volk oogsten.

Een lastiger karwei bij het omhangen en separeren is zoals wij imkers allen weten, natuurlijk het meermalen moeten zoeken van de moer. We kunnen ons dit echter zeer vergemakkelijken door de moeren te merken met een plaatje staniol. Wie dit eens heeft toegepast, zal het niet meer willen missen. Kan dus Friesland, wat het honiggewin betreft, zeer goed meekomen, het honigverbruik en de honig afzet laat helaas nog al wat te wensen over. De honig is hier niet erg populair. Zo hebben we bijv. in Friesland nog in geen enkel hotel honig op de ontbijttafel aangetroffen, terwijl er elders hotels zijn waar honig geregeld op tafel komt. Een eigenaardig verschijnsel is ook, dat heidehonig en in het algemeen donkere honig hier veel minder te plaatsen is dan blanke. 80 % van de honig-consumenten geven de voorkeur aan blanke, bijv. klaverhonig en zelfs de fijnste
heide-slingerhonig laat zich zeer moeilijk verkopen. Wij moeten dan ook onze heidehonig in hoofdzaak aan relaties in Holland slijten.

Er worden hier, evenals elders, krachtige pogingen aangewend om het verbruik van een zo belangrijk voedings en genotmiddel als onze honig is, te doen toenemen. Destijds is er een poging gedaan om de honig van onze Friese afdelingen gemeenschappelijk te verkopen door middel van de in onze provicie gevestigde groenteveilingen. Een tijdlang leek dit werkelijk succes te zullen opleveren, doch toen nagenoeg alle groenten- en fruitzaken voorzien waren en de aanvoer niettemin steeds doorging, zakten de prijzen zodanig, dat er van een lonend bedrijf geen sprake meer was. In de laatste tijd wordt in en door onze afdeling getracht een oplossing te vinden in een andere richting.

Er wordt namelijk krachtig propaganda gemaakt voor het bakken van honigkoek door imkers en particulieren. Er werd en wordt namelijk door onze huismoeders nog veel te vaak koek gebakken volgens de recepten in de meeste kookboeken, n.l. met suiker in alle toonaarden. Zoveel gram witte suiker of zoveel gram bruine suiker of idem zoveel basterdsuiker, terwijl d e grondstof bij uitnemendheid n.l. onze zuivere Nederl. bijenhonig, genegeerd wordt. Wie echter eens probeert om koek te bakken met behulp van honig en dan bij voorkeur heidehonig, ontdekt pas wat heerlijk product hiermee verkregen wordt.

Door het beschikbaar stellen van goedkope oventjes en het verstrekken van recepten door onzen afd.-secretaris is in de laatste tijd al een aardig resultaat bereikt. Er kan op die wijze aardig wat honig verwerkt worden en al kunnen we voor de langs die weg afgezette honig natuurlijk geen hoge prijs bedingen, wanneer we het in het vat aan de groothandel of ter stede eens aan een bakker kunnen kwiteren, dan is de opbrengst toch ook zeer gering. Mogen we besluiten met nog een enkele mededeling over het verenigingsleven hier in Friesland.

Reeds vanaf de oprichting zijn de Friese imkers lid geweest van de vereniging tot bevordering der bijenteelt in Nederland. Verscheidene jaren was Friesland een afdeling, met een viertal plaatselijke onderafdelingen. Later -ik meen in 1923 - - is de afdeling Friesland als zodanig opgeheven en zijn de onderafdelingen zelfstandige afdelingen geworden. In de loop der jaren is het aantal afdelingen gegroeid tot 7 met een gemeenschappelijk aantal van ± 400 leden. Een aantal, dat nog steeds groeiende is. Het is met onze afdelingen ongeveer net als met de Friese gemeenten : er zijn er weinig in aantal en dus bestrijken ze een betrekkelijk groot rayon. Er zijn bijv. leden van onze afdeling Leeuwarden en Omstreken, die een 60 K.M. en meer van elkaar verwijderd wonen. Dit belet echter niet dat er een opgewekt verenigingsleven heerst. Al kan er uit der aard niet zo vaak vergaderd worden. Het zo nuttig instituut praatavonden, wat in sommige andere afdelingen zo populair geworden is. is hier dan ook onbekend.

Van de gelegenheid om cursussen te doen houden wordt in de laatste jaren flink gebruik gemaakt. Naar buiten is van de liefde van ons Friezen voor de vereniging tot nu toe weinig aan de dag getreden, slechts 2 namen kan ik hier noemen, van personen, die een vooraanstaande plaats in de vereniging hebben ingenomen, doch deze kunnen dan ook met ere worden genoemd. Ik bedoel de heren T. M. T. van Weideren baron Rengers, een dergenen, die de stoot tot de oprichting der vereniging hebben gegeven, en tot op den huldigen dag erelid onzer afdeling is, en wijlen H. Stienstra, die enige jaren hoofdbestuurslid en van 1908 tot 1920 redacteur van ons maandschrift is geweest. Ook het rijkshonigmerk heeft onze warme belangstelling. Van onze afdeling Leeuwarden en Omstreken zijn nagenoeg alle leden die bij de honighandel betrokken zijn, aangesloten bij het rijksmerk.

Mijnheer de Voorzitter, vergadering. Zonder op volledigheid aanspraak te willen maken, meen ik toch U in het kort te hebben gememoreerd wat de bijenteelt voor Friesland en Friesland voor de bijenteelt betekent. Ik dank U.

Aanvulling. In het verslag 13e Ned. Imkersdag werd nog verzuimd mededeling te doen van de attentie van de afd. Beetsterzwaag, welke afdeling een van de te passeren bruggen feestelijk had versierd met groen en bloemen en vlaggen en boven de poort 3 fleurig beschilderde korven — waaronder 1 boogkorf — had geplaatst. Voor deze smaakvolle en aardige attentie onze dank.
RED.